k p mg k p mg 2. Fryslan kiest voor zelfevaluatie Conform het provinciaal beleidsprogramma 2000-2003 heeft de provincie Fryslan door een extern onderzoeksbureau in 2001 een verkenning laten uitvoeren naar de organisatie en het huidig functioneren van het lokaal bestuur in de provincie. Dit onderzoek heeft geleid tot het rapport 'It lokaal bestjoer yn Fryslan en hoe fierder'. Het rapport concludeert dat de Friese gemeenten in mindere of meerdere mate worden geconfronteerd met problemen die te maken hebben met de beperkte schaal waarop zij opereren. Het rapport draagt drie oplossingsrichtingen aan om de geconstateerde schaalproblemen op te lossen. Dit zijn het handhaven van de status quo (vrijblijvende samenwerking), het verbeteren en intensiveren van de intergemeentelijke samenwerking en gemeentelijke herindeling. De eindconclusie van het rapport is dat herindeling de enige mogelijkheid biedt om de knelpunten op effectieve en democratisch gelegitimeerde wijze op te lossen. Tijdens een bijeenkomst met bestuurders en fractievoorzitters van Friese gemeenten in december 2001 bleek dat de probleemanalyse en de conclusies van het rapport door de aanwezigen op hoofdlijnen werd herkend. Wel werd betwijfeld in hoeverre de gesignaleerde kwetsbaarheden en knelpunten rechtstreeks samenhangen met de schaal waarop gemeenten functioneren. Ook werd geconstateerd dat het rapport geen representatief en allesomvattend beeld van de problemen en kwetsbaarheden van Friese gemeenten bevat. Om op zinvolle wijze over oplossingsrichtingen te kunnen discussiëren, zou een nadere analyse van feitelijke situaties en problemen nodig zijn. Op basis van deze bevindingen en na overleg met de Vereniging van Friese Gemeenten (VFG) heeft de provincie besloten een proces in gang te zetten waarin de huidige prestaties van gemeenten nader in beeld worden gebracht en geanalyseerd. Daarbij zouden vragen aan de orde moeten komen als: op welke gebieden presteren de gemeenten goed en waar kan het beter? Hoe kunnen eventuele knelpunten worden verklaard? En van welke oplossingen mogen we verwachten dat zij bijdragen aan kwaliteitsverbetering? Daarbij dienen ook andere oplossingen dan herindeling nadrukkelijk aandacht te krijgen. De provincie heeft hierbij bewust gekozen voor de weg van zelfevaluatie. Op deze wijze worden gemeenten zelfva de gelegenheid gesteld om hun prestaties in beeld te brengen en om een analyse uit te voeren. De zelfevaluatie verschaft gemeenten niet alleen concrete aangrijpingspunten voor een verdere verbetering van de prestaties, maar biedt in het tijdperk van 'dualisme' tevens een goede basis voor het afleggen van publieke verantwoording aan de raad en de burger. Het proces van zelfevaluatie laat overigens onverlet dat provincie een eigenstandige verantwoordelijkheid behoudt voor de bestuurlijke organisatie in de provincie. De zelfevaluatie biedt gemeenten maximaal de ruimte om zelf bestuurlijke conclusies te trekken uit de eigen analyse van prestaties en oplossingsrichtingen. Mochten uit de onderzoeken tegenstrijdigheden of strijdige belangen tussen gemeenten naar voren komen, dan zal de provincie het initiatief nemen om in overleg met de gemeenten tot een passende oplossing te 3 komen. Daarbij staat het streven naar maatwerk centraal. Indien er bestuurlijke impasses ontstaan zal de provincie zijn verantwoordelijkheid nemen en knopen doorhakken. De Vereniging van Friese Gemeenten (VFG) heeft te kennen gegeven aan het proces van zelfevaluatie te willen meewerken en aangedrongen op het gezamenlijk formuleren van een normatief afwegingskader met duidelijke beoordelingscriteria. De provincie heeft inmiddels in overleg met de VFG een concept afwegingskader opgesteld, dat voor commentaar is verzonden naar alle gemeenten. Dit afwegingskader werkt een aantal kwalitatieve eisen uit die aan gemeenten kunnen worden gesteld: het realiseren en instandhouden van een veilige, leefbare en geordende woonomgeving; het bieden van uitzicht en zingeving aan groepen burgers via voorzieningen als sociale zorg, onderwijs, jeugdbeleid en sociaal-economisch beleid; het bieden van een klantgerichte en dienstverlenende organisatie aan de inwoners; het hebben van voldoende omvang (ruimtelijk, organisatorisch en financieel, draagvlak etc) om ook in de komende decennia een volwaardige speler te kunnen zijn in het publieke domein, dat wil zeggen voldoende competent om - ook bij verdere decentralisatie nieuwe taken aan te kunnen. De provincie heeft de gemeenten gevraagd voor 1 oktober 2002 te reageren op het concept afwegingskader. Alle gemeenten hebben inmiddels hun reactie kenbaar gemaakt. Na verwerking van de reacties wordt het definitieve afwegingskader op 18 december 2002 door provinciale staten vastgesteld. Het afwegingskader zal vervolgens worden vertaald naar een concrete vragenlijst, die kan dienen als hulpmiddel bij het uitvoeren van de zelfevaluatie door gemeenten naar hun eigen bestuurskwaliteit. Op deze wijze dient binnen gemeenten een proces van kritische zelfreflectie en van discussie over oplossingen voor de gesignaleerde belemmeringen en kwetsbaarheden op gang te worden gebracht. 4 Provinsje Fryslan Zelfevaluatie Bestuurskwaliteit 11 december 2002 Nadere analyse gewenst Afwegingskader als basis voor zelfevaluatie Zelfevaluatie bestuurskwaliteit Provinsje Fryslan Zelfevaluatie Bestuurskwaliteit 11 december 2002 Zelfevaluatie bestuurskwaliteit

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 312