k p mg k p mg 3. De bestuurskwaliteit van gemeenten De discussie over de bestuurskwaliteit van gemeenten in relatie tot de schaal waarop zij functioneren wordt in Nederland reeds lange tijd gevoerd. Telkens is daarbij de vraag aan de orde welke omvang gemeenten ten minste moeten hebben (oppervlakte, inwoneraantal, belastingcapaciteit, etc) om op bestuurlijk en ambtelijk niveau voldoende kwaliteit te kunnen leveren met het oog op hun steeds complexer wordende taken. Een klassiek dilemma is de vraag in hoeverre de voordelen van een schaalvergroting (in termen van kwaliteits- en efficiëntieverbetering) opwegen tegen de nadelen van een afnemende herkenbaarheid in democratisch opzicht (grotere afstand tussen bestuur en burgers). In de vorige kabinetsperiode werd nog stevig ingezet op de vorming van grote gemeenten met voldoende bestuurskracht. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelde in de 'Beleidsnotitie gemeentelijke herindeling' dat gemeenten op verschillende terreinen een minimale 'basiskwaliteit' moeten kunnen leveren. Hierbij werd onder meer gedacht aan het realiseren en in stand houden van een veilige en leefbare woonomgeving, het aanbieden van verschillende sociale basisvoorzieningen en van een kwalitatief goede dienstverlening aan de inwoners van de gemeente. Het nieuwe Strategisch Akkoord - dat door de val van het kabinet overigens wellicht al weer gedateerd is - ziet schaalvergroting niet langer als dé oplossing voor de belemmeringen die kleinere gemeenten soms ervaren ten aanzien van hun functioneren. Het kabinet erkent dat bestuurlijke grenzen steeds minder vaak samenvallen met de schaal van maatschappelijke vraagstukken, waardoor gemeenten soms te klein worden om adequaat aan de eisen van een modem bestuursapparaat te beantwoorden. Herindeling biedt volgens het kabinet echter geen antwoord als deze tegen de wil van de bevolking wordt opgelegd. Het kabinet vindt dat de mogelijkheid van tussengemeentelijke oplossingen en gemeenschappelijke regelingen intensiever dient te worden benut voor grensoverschrijdende problemen. Deze wijziging van de politiek-bestuurlijke context waarbinnen de discussie over schaal, organisatie en bestuurskwaliteit wordt gevoerd, heeft tevens gevolgen voor de discussie over de bestuurlijke organisatie in Fryslan. Bij het zoeken naar oplossingen voor mogelijke belemmeringen en kwetsbaarheden in de huidige bestuurlijke organisatie zullen ook andere oplossingen dan herindeling nadrukkelijk moeten worden betrokken. Met het oog hierop wil de provincie het proces van zelfevaluatie én het genereren van oplossingen zoveel mogelijk van onderop laten plaatsvinden. In algemene zin kan worden gesteld dat de discussie over bestuurlijke organisatie zich richt op het versterken van de 'bestuurskwaliteit' van gemeenten. Het begrip bestuurskwaliteit kan worden gedefinieerd als de mate waarin een gemeente bestuurlijk én organisatorisch in staat is om haar specifieke bestuurlijke opgaven waar te maken en de gewenste prestaties te leveren. Het gaat hierbij dus niet alleen om de feitelijke prestaties van een gemeente, maar nadmkkelijk ook om het vermogen van gemeenten om deze prestaties te leveren. Tevens is een uitgangspunt dat gemeenten 'robuust' moeten zijn, ofwel de gewenste kwaliteit op de middellange termijn moeten kunnen waarmaken. De relatie tussen de vervulling van de bestuurlijke opgaven en het vermogen van de ambtelijke organisatie is in onderstaand denkmodel weergegeven. Organisatie: De afbeelding laat zien dat een gemeente over het bestuurlijk en organisatorisch vermogen moeten beschikken om zijn verschillende rollen in het openbaar bestuur op een kwalitatief goede wijze te vervullen. Bij een onderzoek naar de bestuurskwaliteit worden de huidige prestaties van een gemeente op één of meer gebieden concreet in beeld gebracht. De prestaties worden daarbij niet primair beoordeeld aan de hand van allerlei 'objectieve' criteria, maar vooral aan de hand van de vraag hoe de gemeente zijn taken vervult in relatie tot burgers, maatschappelijke organisaties, medeoverheden en werknemers. Met het oog hierop onderscheiden wij de volgende zes prestatiegebieden: De gemeente als probleemoplosser; De gemeente als dienstverlener; De gemeente als toezichthouder en handhaver; De gemeente als lokale democratie; De gemeente als bestuurlijk partner; De gemeente als werkgever. De beoordelingscriteria uit het afwegingskader dat door provincie samen met de VFG is opgesteld kunnen eenvoudig worden geordend onder deze prestatiegebieden. Provinsje Fryslan Zelfevaluatie Bestuurskwaliteit 11 december 2002 Gewijzigde politiek-bestuurlijke context Bestuurskwaliteit: een definitie Zelfevaluatie bestuurskwaliteit 5 Provinsje Fryslan Zelfevaluatie Bestuurskwaliteit 11 december 2002 De gemeente als dienst verlener Leiderschap Medewerkers Strategie en beleid Middelen Processen De gemeente als werkgever Figuur 1: de bestuurskwaliteit van gemeenten De prestaties van gemeenten Zelfevaluatie bestuurskwaliteit 6

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 313