Blad 2
In de praktijk betekent dit dat terugkoppeling plaatsvindt
als er over grote bestedingen inzake de restauraties
inhoudelijke beslissingen moeten worden genomen, als voor
de inrichting een voorstel is uitgewerkt en als
overschrijding van budgetten dreigt. Met de cie B&M is
eveneens afgesproken dat deze zaken meer in detail
uitvoerig in de Klankbordgroep worden besproken.
In hoeverre zijn de inrichtingskosten van 1 miljoen euro
uit het vorige krediet opgenomen in het krediet dat nu
wordt gevraagd voor de verbouw van de Hoofdwacht?
Bij het opstellen van de kostenraming voor de verbouw van
de Hoofdwacht is er rekening mee gehouden dat een gedeelte
van het budget van de inrichtingskosten voor de oude
raadszaal wordt overgeheveld naar de nieuwe raadszaal. De
oude raadszaal moet echter nog wel steeds ook worden
ingericht. Beide budgetten gezamenlijk maken het mogelijk
de oude en de nieuwe raadszaal in te richten.
Is het nog juist om te spreken van 'geen dislocaties meer',
nu de uitplaatsingen van het projectbureau Zuidlanden en de
front-office van de sector Sociale Zaken aan de
Tesselschadestraat gehandhaafd blijven?
Het college van B&W geeft in het raadsvoorstel bijlage
aan dat bepaalde onderdelen ook na verbouw van de
Hoofdwacht uitgeplaatst blijven, bijvoorbeeld omdat dat
gewenst is voor de profilering of om tegemoet te komen aan
eisen van dienstverlening. Los van deze min of meer
functionele dislocaties kan met het voorstel naar de mening
van het college van B&W straks van 'geen dislocaties meer'
worden gesproken.
Is in het te besparen bedrag voor het Bildthuys niet ten
onrechte een bedrag van 10.000 euro voor schoonmaakkosten
opgenomen?
Na het afstoten van het Bildthuys hoeft het ook niet meer
voor rekening van de gemeente te worden schoongemaakt (de
schoonmaakkosten zijn niet in de huurprijs inbegrepen)Het
totale bedrag dat voor het Bildthuys is begroot
(122.000 euro huur en 10.000 euro schoonmaakkosten) is
daarom als besparing opgenomen.
Is de in 2002 gepleegde extra investering in het
Bestuurscentrum (BCL) weggegooid geld, nu alleen wordt
gesproken van het afstoten van het BCL en niet van een
meerwaarde?
Nee, in de boekwaarde van het BCL zitten niet de middelen
verwerkt die met de in 2 0 02 gepleegde verbouwing gemoeid
zijn. Het college van B&W heeft aangegeven het BCL op een
marktconforme manier op de markt te brengen. Afhankelijk
van de bestemming die erop wordt gelegd, kan mogelijk een
meerwaarde bovenop de boekwaarde worden gerealiseerd.
Blad 3
In de voorstellen is uitgegaan van het vrijvallen van het
budget voor de huurkosten die het Facilitair Bedrijf aan
Vastgoed betaalt voor het gebruik van het BCL.
Kunnen de zaken omtrent de Willemskade niet uit het
voorstel verdwijnen, want dit is een probleem van het
ambtelijk apparaat of van het college van B&W?
Het college van B&W is het niet eens dat dit alleen het
probleem van het ambtelijk apparaat en/of het college van
B&W zou zijn. Bij de behandeling van de turap is dit ook
reeds aan de orde geweest. Het is een gezamenlijk probleem
waarvan in het raadsvoorstel is aangegeven dat de
ambtelijke organisatie het dit jaar en volgend jaar
probeert op te lossen.
Toelichting op het werkplektarief
Het Facilitair Bedrijf zorgt voor het beheer van de
huisvesting en andere algemene voorzieningen, zoals de
restauratieve voorzieningen, de technische infrastructuur
en het documentair informatiebeheer. Ten behoeve van de
uitvoering van haar taken heeft de sector een jaarlijks
exploitatiebudget van circa 10 miljoen euro. Dit budget
wordt gedekt uit de algemene middelen.
Op grond van de uitgangspunten van de productenbegroting
worden de facilitaire kosten die de gemeente maakt, altijd
aan producten toegerekend. Binnen de gemeente is een
verrekenmodel ingevoerd waarbij de totale facilitaire
kosten via de werkplek aan de producten worden toegerekend.
De werkplek fungeert hier als verdeelsleutel. Op deze wijze
is het mogelijk de facilitaire kosten op de juiste wijze te
versleutelen naar de diverse producten op basis van het
aantal werkplekken dat een sector tot haar beschikking
heeft. Gevolg van deze methode is dat een sector als
Publiekszaken ook een deel van de facilitaire kosten draagt
waardoor zij op haar beurt op basis van een integrale
kostprijs een juiste uitgifteprijs kan bepalen voor de
uitgifte van paspoorten.
Hieruit blijkt dat het concept van werkplektarieven niet
zozeer een dekkingsverhaal is in de zin dat elke werkplek
ook daadwerkelijk inkomsten genereert, maar dat het meer
een technische oplossing is ten behoeve van het juist
toerekenen van kosten naar sectoren respectievelijk
producten
Overzicht exploitatielasten, boekwaarden en investeringen
van en in de verschillende bij de gemeente in bezit zijnde
of door de gemeente gebruikte panden (in relatie tot het
raadsvoorstel)
zie de bijlage bij deze brief