Blad 2 Het voormalige schoolgebouw had een terugliggende rooilijn t.o.v. de omringende bebouwing. Het beoogde bouwplan gaat ook uit van een ietwat terugliggende rooilijn t.o.v. de belendende bebouwing. Hierdoor ontstaat er een voorerf dat qua maatvoering past bij de grootte van het beoogde gebouw en waarbij de afmeting van het voormalige schoolplein nog valt af te lezen. Door de beoogde parkeergarage onder het gebouw komt het erf iets hoger te liggen dan de omliggende percelen, maar vindt het parkeren, een eis van de gemeente, plaats op eigen terrein. Architectonisch gezien is er zoveel mogelijk geprobeerd essentiële vormgevende componenten van de aangrenzende gebouwen over te nemen, maar daarnaast is ook geprobeerd een hoogwaardige exponent te ontwerpen van de hedendaagse vormgeving en tijdsgeest. Wij zijn van mening dat het beoogde appartementengebouw, overigens net als het voormalige schoolgebouw, weliswaar qua maat en schaal afwijkt van de omliggende bebouwing, maar ondanks dat ook stedenbouwkundig aanvaardbaar moet worden geacht. Samenvattend zijn wij van mening dat het beoogde appartementengebouw uit planologisch/stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar moet worden geacht Welstandsadvies De welstandscommissie Hus en Hiem heeft een negatief welstandsadvies uitgebracht. B&W is echter van mening dat het bouwplan wel aanvaardbaar moet worden geacht. Dit standpunt is verwoord in de B&W-nota van 28 januari 2003, welke wij als bij lage(1) voor u bij de stukken hebben gevoegd Inspraakprocedure Op grond van artikel Sa van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is bij een procedure ex artikel 19, lid 1 WRO een inspraakprocedure verplicht. Het bouw/schetsplan heeft ten behoeve van inspraak vier weken ter inzage gelegen. Er zijn ten aanzien van het bouw/schetsplan tien brieven met inspraakreacties binnengekomen. De inspraakreacties met daarbij het commentaar van de gemeente zijn weergegeven op een bij lage(2) die voor u bij de stukken ter inzage ligt. Voorbereidingsbesluit Het ter plaatse geldende bestemmingsplan is vastgesteld bij raadsbesluit van 12 september 1983 en is door Gedeputeerde Staten goedgekeurd op 5 juli 1984. Het bestemmingsplan is derhalve ouder dan tien jaar. Volgens artikel 19, lid 4 WRO, juncto artikel 21 WRO is het noodzakelijk, dat wanneer een bestemmingsplan ouder is dan tien jaar er voor het betreffende gebied een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Wij stellen u voor een voorbereidingsbesluit te nemen ten behoeve van onderhavig bouwplan voor het perceel Ferdinand Bolstraat 34 (locatie voormalige Ferdinand Bolschool) te Blad 3 Leeuwarden, volgens de tekst van bijgevoegd raadsbesluit en de daarbij gevoegde tekening. Delegatiebesluit De gemeenteraad is volgens artikel 19, lid 1 WRO het bevoegde orgaan voor het verlenen van de vereiste vrijstelling. Volgens ditzelfde artikel is het echter ook mogelijk om de bevoegdheid voor het verlenen van vrijstelling en de vrijstellingsprocedure aan ons college te delegeren. Wij stellen u voor de verdere procedure overeenkomstig artikel 19a, dat wil zeggen het ter inzage leggen van het verzoek om vrijstelling, de beoordeling van eventuele zienswijzen, het aanvragen van een verklaring van geen bezwaar bij gedeputeerde staten, en het besluit omtrent vrijstelling, aan ons college te delegeren. Dit overeenkomstig bijgevoegd raadsbesluit. Conclusie Wij zijn samengevat van oordeel het beoogde appartementen complex op het perceel Ferdinand Bolstraat 34 (locatie voormalige Ferdinand Bolschool) te Leeuwarden planologisch/ stedenbouwkundig gezien aanvaardbaar is. Teneinde aan dit bouwplan medewerking te kunnen verlenen, is het noodzakelijk, dat voor het betreffende perceel een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid vrijstelling te verlenen van het geldende bestemmingsplan. Wij stellen u voor om een voorbereidings besluit te nemen voor de betreffende percelen volgens de tekst van bijgevoegd raadsbesluit en de bijgevoegde tekening. Tevens stellen wij u voor te besluiten om het vervolg van de vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 1 WRO aan ons college te delegeren. Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit Leeuwarden, 3 april 20 03 Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, M. de Boer, burgemeester. drs. C.H.J. Brugman, secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 352