I Blad 2 Wij verwijzen u hiervoor naar de "Startnotitie Rijksweg 31 Leeuwarden" (2002), m.n. blz. 25, die voor u bij de stukken ter inzage ligt. Dit bouwplan past niet in deze plannen. Kortom, gezien het feit dat de aanvraag in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan, en niet past bin nen het gemeentelijke beleid, adviseren wij u geen toepas sing te geven aan de vrijstellingsprocedure en de gevraagde vrijstelling op grond van artikel 19, lid 1 WRO en artikel 19a, lid 2 en 3 WRO te weigeren. Hierbij merken wij op dat op grond van artikel 47 van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) de aanvrager in de gele genheid is gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen omtrent ons voorstel en daarnaast zijn aanvraag nader toe te lichten. Op 5 december 2 0 02 heeft hierover een gesprek plaatsgevonden. Naar aanleiding van dit gesprek heeft dhr. Verbeek een brief gestuurd, die op 10 januari 2003 is ont vangen en bij de stukken is gevoegd. Naar aanleiding van deze brief merken wij het volgende op. a. Het provinciaal beleid omtrent bedrijfsactiviteiten in het Buitengebied gaat boven individuele belangen als verruiming van het woongenot. In dit geval gaat het ove rigens primair om de verruiming van bedrijfsactiviteiten e.g. het oprichten van een bedrijfsloodsDergelijke be drijf sloodsen horen in principe op bedrijventerreinen thuis b. Aan kleinschalige uitbreidingen van woningen (i.e. een serre)die passen binnen het provinciaal en gemeente lijk beleid kan wel planologische medewerking verleend worden. Dit is niet te vergelijken met deze aanvraag voor het bouwen van een bedrij fsloods c. en d. Zoals reeds opgemerkt is in de "Startnotitie Rijksweg 31 Leeuwarden" (2002) aangegeven dat dit per ceel deel uitmaakt van het Zoekgebied voor de aanleg van een nieuw tracé voor Rijksweg 31 (de Haak om Leeuwar den) Dit jaar (2003) wordt gestart met een Tracé/MER- studie, waarin wordt uitgezocht waar de exacte locatie van de Haak om Leeuwarden komt te liggen. Uit de notitie valt in elk geval op te maken dat de aansluiting van de Haak op de Waldwei rondom het onderhavige perceel zal gaan plaats vinden. Ten westen van de spoorlijn Heerenveen/Leeuwarden is inderdaad een bedrijventerrein beoogd. Dit is echter een gebied dat, zoals het nu lijkt, pas op termijn zijn invulling gaat krijgen, waar derhalve ook nog niet pre cies van bekend is wat voor soort bedrijven hier beoogd zijn. Het betrokken perceel ligt echter ten oosten van de spoorlijn, waar zoals eerder vermeld de haak om Leeuwarden gepland is. Zoals opgemerkt, maakt het mo menteel deel uit van het Buitengebied waar provinciale en gemeentelijke regels voor gelden. Deze aanvraag vol doet daar niet aan. Blad 3 In de brief wordt tot slot gesproken over een eventuele tussenoplossing, om op grond van artikel 17 WRO tijdelijke bebouwing toe te staan. Na telefonisch onderhoud met dhr. Verbeek is gebleken dat zijn voorkeur uitgaat naar een de finitieve oplossing. Hiervoor is een vrijstelling op grond van artikel 19 lid 1 WRO voor vereist, waarover u als ge meenteraad beslist. Gezien het feit dat de aanvraag in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan, en niet past binnen het gemeentelijke beleid op grond van artikel 10 en 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, adviseren wij u geen toe passing te geven aan het vierde lid van artikel 19a van de WRO (met andere woorden geen toepassing te geven aan de vrijstellingsprocedure) en de gevraagde vrijstelling op 'lf grond van artikel 19, lid 1 WRO en artikel 19a, lid 2 en 3 WRO te weigeren. Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit Leeuwarden, 3 april 2 0 03 Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, M. de Boer, burgemeester, drsC.H.J. Brugman, secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 357