Blad 2 Partiële herziening wijziging uitbreidingsplan ten zuiden van de Greunsweg - Industrie, omgeving Pieter Stuyvesantweg (vastgesteld 28-6-1952, nr. 129 goed gekeurd 11-8-1952, nr. 192); Uitbreidingsplan Greunsweg (vastgesteld 24-8-1955. nr. 11022 en goedgekeurd 20-2-1956, nr. 1) Bestemmingsplan Wielenpölle (vastgesteld 1-12-1986, nr. 20183 en goedgekeurd 14-4-1987, nr. RO-87-303); Uitbreidingsplan in Hoofdzaken - gemeente Leeuwar- deradeel (vastgesteld 30-1-1941, goedgekeurd 25-2- 1942) Voor een aantal gebieden binnen de plangrens is de Bouwver ordening gemeente Leeuwarden van toepassing. Het voorlig gende bestemmingsplan voorziet thans in een adequate plano logische regeling voor deze gebieden. II. Overleg en inspraak In het kader van het in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) verplicht gestelde overleg is het voorontwerp van het bestemmingsplan "Leeuwarden Indu strieterrein - Oost" op 18 juni 1999 aangeboden aan de pro vinciale Commissie van Overleg. Daarnaast is het plan toe gestuurd aan een aantal andere diensten en instantie welke betrokken zijn bij het overleg ex artikel 10 van het Bro. Verder heeft het voorontwerp-bestemmingsplan met ingang van 17 juni 1999 gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen in het kader van de inspraak. Op maandag 12 juli 1999 is er een inspraak- en informatieavond gehouden. De reacties vanuit het overleg zijn voor zover mogelijk in het nu voorliggende ontwerp-bestemmingsplan verwerkt. De resultaten van het overleg en de inspraak zijn beschreven in respectievelijk hoofdstuk 7 en 8 van de toelichting van het ontwerp-bestemmingsplan III. Ter inzage legging ontwerp-bestemmingsplan Het ontwerp-bestemmingsplan heeft overeenkomstig artikel 23 WRO met ingang van 3 mei 2 0 01 gedurende 4 weken voor een ieder ter inzage gelegen. Hiervan is vooraf, op 2 mei 2001, openbare kennisgeving gedaan in de Nederlandse Staatscou rant, de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad en voorts op de gebruikelijke wijze (publicatiekast) Van de mogelijkheid tot het schriftelijk kenbaar maken van zienswijzen betreffende het ontwerp-plan bij uw raad is gebruik gemaakt door: 1. Friesland Coberco Dairy Foods, Peter Stuyvesantweg 1, 8 93 7 AC Leeuwarden; 2. NS Railinfrabeheer, Beheer en Instandhouding Noordoost, Milieu en Juridisch beheer, Postbus 503, 8000 AM Zwolle; Blad 3 3. De heer J. Elzenga, Jachthavenlaan 6, 8937 AM Leeuwar den De zienswijzen zijn, bij het hanteren van de verzendtheo- rie, alle tijdig ingediend en derhalve ontvankelijk. De reclamant onder 1 heeft haar zienswijze aan het College van burgemeester en wethouders kenbaar gemaakt. Deze zienswijze is overeenkomstig het bepaalde in artikel 2:3 van de Alge mene wet bestuursrecht (Awb) onverwijld doorgezonden naar uw raad Volgens het bepaalde in artikel 23 van de Wet op de Ruimte lijke Ordening moeten zij die tijdig een zienswijze hebben ingediend in de gelegenheid worden gesteld hun zienswijze tegenover de vaststeller van het bestemmingsplan toe te lichten. Deze gelegenheid zal worden geboden via de Commis sie voor Stadsontwikkeling. Op grond van artikel 25 van de Wet op de Ruimtelijke Orde ning moet uw raad binnen 4 maanden na afloop van de termijn van terinzageligging van het ontwerp-plan beslissen omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan. Aangezien het be stemmingsplan met ingang van 3 mei 2 001 gedurende 4 weken ter inzage heeft gelegen wordt de vaststellingstermijn ruim overschreden. Het betreft hier echter een termijn van orde: het bestemmingsplan kan ook nu nog worden vastgesteld. IV. Ingebrachte zienswijzen en reactie daarop In het nu volgende wordt gereageerd op de binnengekomen zienswijzen. Per zienswijze zal daarbij eerst een korte samenvatting per punt worden gegeven en zal vervolgens wor den aangegeven wat de reactie daarop en het voorstel daar omtrent is. Voor zover in zienswijzen overeenkomstige punten aan de orde worden gesteld, zal naar eerdere reacties verwezen worden Ad 1Friesland Coberco Dairy Foods BV Friesland Coberco Dairy Foods BV (verder te noemen FCDF) geeft bij brief van 2 9 mei 2 001 te kennen bezwaar te hebben tegen de volgende onderdelen van het plan: artikel 1 lid 3: Doel van het bestemmingsplan; artikel 3 lid 2: Masterplan artikel 4Milieuaspecten artikel 5 lid 2: Planuitgangspunten (Groen en water) artikel 5 lid 4: Milieuaspecten; artikel 6 lid 1: Planbestemming (afstemming wet ge luidhinder) artikel 6-lid 2.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 368