Blad 10 daarbij horen in verband met railinfravoorzieningen (boven leidingportalen, relaiskasten, etc.). Dat neemt niet weg dat het geapprecieerd wordt dat er in het plan ten aanzien van spoorwegen flexibiliteit wordt beoogd middels wijzigingsbevoegdheden in verband met moge lijke verplaatsing/verdubbeling van sporen. Voorgesteld wordt dan ook om naast de functie "spoorwegen" binnen de bestemming "verkeersdoeleinden" een bestemming "Spoorweg doeleinden" separaat in de planvoorschriften op te nemen. Reactie Bij de planopzet is er voor gekozen om een plan te maken dat enige mate van flexibiliteit in zich heeft. Bij het leggen van de bestemmingen en aanduidingen als ook in de voorschriften is daarmee rekening gehouden. Derhalve is met betrekking tot de in het gebied aanwezige verkeersfunctie, zowel met betrekking tot het wegverkeer als het railverkeer gekozen om deze functies onder te brengen binnen de bestem ming "Verkeersdoeleinden"Om voorts de ligging van het tracé van de spoorlijn vast te leggen, zijn de desbetref fende gronden voorzien van de aanduiding "spoorwegen"In het betreffende bestemmingsartikel is vanwege de flexibili teit een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die niet alleen voorziet in de mogelijkheid om de aanduiding "spoorwegen" op de kaart aan te brengen, maar ook om die aanduiding van de kaart te kunnen verwijderen. Deze bevoegdheid is bedoeld om zo nodig het tracé van de spoorlijn te kunnen aanpassen in verband met een eventuele verdubbeling van de rails of welke andere reden dan ook. Daartoe kan enerzijds de be treffende aanduiding op de kaart worden aangebracht, en voor zover het tracé verschuift ook de aanduiding van de kaart worden gehaald voor zover de betreffende gronden in dat geval niet meer tot het tracé behoren. Het is geenszins de bedoeling om via deze wijzigingsbevoegdheid het gehele tracé van de kaart te "poetsen" Ten aanzien van de opmerking over plaatsing van eventuele railinfravoorzieningen zijn wij van mening dat dit zonder meer mogelijk moet kunnen worden gemaakt. Binnen de bestem ming "Verkeersdoeleinden" is de regeling ten behoeve hier van verruimd. Met deze aanvulling c.q. verruiming ten aan zien van de bebouwingsmogelijkheden zijn de belangen van Railinfrabeheer met betrekking tot de spoorlijn Leeuwarden -Groningen binnen de bestemming "Verkeersdoeleinden" naar onze mening even goed gewaarborgd als middels het opnemen van een geheel nieuwe bestemming "Spoorwegdoeleinden" Voorstel: Niet aan deze zienswijze tegemoet komen en het plan op dit punt ongewijzigd vaststellen. Blad 11 Ad 3De heer Elzenga Op 5 juni 2001 is van de heer J. Elzenga een zienswijze binnengekomen omtrent het ontwerp-bestemmingsplanDe heer Elzenga heeft een zeilmakerij met winkel in watersportarti- kelen en woont boven de zaak op de jachthaven. Hij heeft een aantal bezwaren tegen het bestemmingsplan. 4l M 4 Allereerst meent hij uit de tekst van de toelichting op blz24 te moeten opmaken dat de jachthaven een aflopende zaak is. Hij is het daarmee oneens gezien de wachtlijst voor een overdekte ligplaats. Hij stelt dan ook dat het verkeer niet zal afnemen en dit bij de ingang van de jacht haven gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Reactie Bedoelde passage heeft betrekking op Hoofdstuk 3 van de toelichting, waar de huidige situatie van het plangebied en de ontwikkelingen worden beschreven. Onder paragraaf 3.3. worden de sport- en recreatievoorzieningen die in het gebied aanwezig zijn, beschreven. Daarin staat vermeld dat "De locatie van de jachthavens er door de uitbouw van de stad niet gunstiger op geworden is. Door de vele vaste bruggen zijn deze oudere jachthavens langzamerhand alleen geschikt voor motorkruisersVoor schepen met mast zijn de naburige jachthavens aan de staande-mast-route meer in trek. Hiermee is zeker niet bedoeld te zeggen dat de jachthaven een aflopende zaak is. Zulks wordt gestaafd door het feit, dat de jachthaven positief is inbestemd. Als zodanig is het bestaansrecht gewaarborgd. Met betrekking tot het bezwaar dat bij de ingang van de jachthaven gevaarlijke (verkeers)situaties kunnen ontstaan, dient te worden opgemerkt, dat het bestemmingsplan de aan leg van een nieuwe ontsluitingsweg (via de Greunsweg) in planologische zin mogelijk maakt. In een bestemmingsplan kunnen geen maatregelen worden opgenomen om zich eventueel voordoende situaties te voorkomen. Overigens is bij de uit voering van het werk hier wel op geattendeerd. Bij de aan leg van de weg zijn afspraken gemaakt met o.a. het bestuur van de Stichting Leeuwarder Jachthaven omtrent een ver keersveilige aansluiting op deze nieuwe ontsluitingsweg. Om het jachthavencomplex te kunnen bereiken met zwaar vervoer (voor boottransport) buigt de weg, die pal langs de jacht haven komt te liggen, ter hoogte van de ingang van de jachthaven enigszins af. Hierdoor ontstaat manoeuvreerruim te voor het zware verkeer. Bij de aansluiting van de entree c.q. uitgang van de jachthaven op deze ontsluitingsweg wordt een voorrangssituatie gecreëerd. Verkeer vanaf de haven moet stoppen alvorens de nieuwe weg op te rijden. Door dit pakket maatregelen is er geen sprake meer, zo die er al zou zijn, van een gevaarlijke verkeerssituatie. M I

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 372