i
Blad 16
gangspunten)Bij de vestiging van categorie-4-bedrijven,
is geen rekening gehouden met het feit dat er op de jacht
haven mensen wonen. Het feit dat wij op een industrieel
terrein worden maakt ons vogelvrijdit geldt met name voor
industrielawaaialdus de heer Elzenga.
Reactie
Ten aanzien van dit onderdeel moet worden geconstateerd dat
het inderdaad zo is, dat de Wet geluidhinder geen rekening
houdt met aanwezige bedrijfswoningen op het gezoneerde
terrein. Dat de heer Elzenga en de andere bewoners daarmee
vogelvrij zijn verklaard, is echter onjuist.
Zoals in dit voorstel al enkele malen is aangegeven, dient
bij de vergunningverlening op grond van de Wet milieubeheer
wel degelijk rekening te worden gehouden met de aanwezige
bedrijfswoning(en)Een dergelijke vergunning is nodig voor
zowel het oprichten, in gebruik nemen van een inrichting
als voor een uitbreiding van een inrichting. In dat verband
zal, indien daar aanleiding toe bestaat, de aanwezigheid
van een bedrijfswoning aanleiding kunnen zijn voor het op
nemen van extra voorschriften in de vergunning. Deze voor
schriften zullen de bedoeling hebben om de milieuoverlast
die door de oprichting, c.q. wijziging van een bedrijf ont
staat voor de bestaande bedrijfswoning tot een aanvaardbaar
niveau te beperken.
Er wordt derhalve wel degelijk rekening gehouden met be
drijfsvestiging zoals de heer Elzenga aangeeft.
Voorstel: Niet aan deze zienswijze tegemoet komen en het
ontwerp-bestemmingsplan op dit punt ongewijzigd vaststel
len.
Ook maakt de heer Elzenga bezwaar tegen de opmerking in het
bestemmingsplan dat de vestiging van detailhandel niet is
toegestaan. Dit spoort niet met de bestaande situatie, om
dat hij een winkel in watersportartikelen heeft.
Reactie
Bij het opstellen van het plan werd er van uitgegaan dat de
betreffende winkel viel onder de noemer "productiegebonden
detailhandel". Nu blijkt dat er sprake is van een meer al
gemeen op de watersport gericht assortiment past dit niet
meer in de regeling. Niettemin bestaat tegen deze winkel
uit ruimtelijk opzicht geen bezwaar.
Voorstel: Aan deze zienswijze tegemoet komen door het rech
tens toestaan van detailhandel in watersportartikelen mid
dels een specifieke aanduiding
Verder maakt de heer Elzenga bezwaar tegen de opmerking op
blz. 49 van de toelichting dat alleen de bestaande be
drijfswoning is toegestaan, hetgeen zou kunnen betekenen
dat de woningfunctie van de bedrijfswoning niet is toege
Blad 17
staan. Dit houdt in dat eventuele verkoop van dit object
onmogelijk wordt. Daar dit object nog een bedrijfswoning
omvat, heeft hij daartegen bezwaar.
Reactie
In relatie tot dit onderdeel moet in zijn algemeenheid wor
den gesteld, dat het bestemmingsplan geen zelfstandige
woonfunctie toestaat. Het is dan ook niet mogelijk de (be
staande) bedrijfswoning(en) los te zien van de bijbehorende
bedrijfsfunctieDe bestaande woonfunctie houdt ook feite
lijk verband met de bij de woning verrichte bedrijfsactivi
teiten. Dit is ook al bepaald in het (nog) geldende bestem
mingsplan. Een zelfstandige verkoop van de woning, waardoor
een zelfstandige woonfunctie ontstaat, kan dan ook niet
worden toegestaan. De milieubelasting van de aangrenzende
bedrijven maakt het onmogelijk om een zelfstandige woon
functie toe te laten.
Dat wil overigens niet zeggen dat de bestaande rechten niet
gehandhaafd zullen blijven. In dat kader zal de inpandige
bedrijfswoning die in het ontwerp-bestemmingsplan niet is
meegenomen, alsnog van een aanduiding worden voorzien.
Voorstel: Aan deze zienswijze tegemoet in die zin dat de
inpandige bedrijfswoning, naast de al inbestemde vrijstaan
de bedrijfswoning, tevens van de aanduiding "bedrijfswoning
toegestaan" wordt voorzien.
Ten slotte concludeert de heer Elzenga dat zijn situatie
als bewoner en als bedrijf onevenredig zwaar verslechtert
door het nieuwe bestemmingsplan. Mocht de gemeente dit plan
doorzetten, ziet hij geen mogelijkheid meer om een levens
vatbaar bedrij f met de daarbij behorende werkgelegenheid te
continueren. Het ligt derhalve op de weg van de gemeente om
een uitkoop dan wel verplaatsingsregeling met hem te tref
fen. Op deze manier wordt hij ook geschaad in zijn voorzie
ning voor zijn oude dag.
De jachthaven moet buiten het bestemmingsplan Leeuwarden -
Oost blijven, aldus de heer Elzenga. Dat betekent concreet
dat de FCDF, een categorie 4 bedrijf, op een afstand van
300 meter van de jachthaven moet blijven en dat er dus een
bufferzone van 3 00 meter zou moeten komen in de vorm van
groenvoorzieningen en geluidwerende objecten.
Reactie
De door de heer Elzenga geschetste situatie achten wij on
juist. De jachthaven met de daarbijbehorende bedrijfswonin
gen zijn namelijk dan wel zullen alsnog positief worden
inbestemd. Ook de winkel in watersportartikelen wordt
alsnog planologisch geregeld. Verder wordt er voorzien in
een nieuwe ontsluiting van de jachthaven. Gelet op het vo
renstaande zijn wij van mening dat niet wordt ingezien dat
het bedrijf niet levensvatbaar meer zou zijn in vergelij-