Inleiding
Leeuwarden heeft zich vanaf de negende/tiende eeuw van drie
terpendorpen tot hoofdstad van Friesland ontwikkeld. De markt werd in
deze periode steeds belangrijker voor de Friese boer; zowel voor de afzet
van zijn producten als voor aanschaf van consumptie- en kapitaal
goederen. Er ontstond behoefte aan centraal gelegen marktplaatsen en
Leeuwarden had in dit verband uitstekende papieren om zich tot zo'n
marktplaats te ontwikkelen.
De stad lag centraal in de dichtbevolkte kleistreek van zuidelijk Oostergo
en twee belangrijke binnenlandse waterwegen, de Ee en de Potmarge,
mondden hier uit in de toenmalige Middelzee. Halverwege de dertiende
eeuw blijkt Leeuwarden zich al tot een echte stad ontwikkeld te hebben.
Het marktwezen zou in de volgende eeuwen de kurk blijven waar de
stedelijke economie op dreef. Al in de late Middeleeuwen was
Leeuwarden de grootste marktstad in de gehele regio en deze positie
werd in de daaropvolgende eeuwen alleen maar sterker. Dat markten
altijd zeer belangrijk zijn geweest voor de stad heeft, uiteraard zijn
sporen nagelaten. Gebouwen, pleinen, straatnamen en andere zaken
getuigen nog steeds van de bedrijvige historie van Leeuwarden.
Rond 1800 was Leeuwarden niet de enige maar wel de belangrijkste
Friese marktstad. Deze positie had Leeuwarden te danken als bestuurlijk
centrumfunctie voor de hele provincie, wat haar positie als marktstad
zeker versterkt heeft. Het aanbod op de Leeuwarder markt was daardoor
gevarieerder dan in andere Friese marktsteden.
In Leeuwarden is door de eeuwen heen een veelsoortigheid aan markten
gehouden. Zo kende Leeuwarden jaarmarkten, weekmarkten en markten
die dagelijks werden gehouden. De zomerjaarmarkt - kermis! - bestaat
nog steeds. Een andere jaarmarkt is de bloemenmarkt op Hemelvaarts
dag. Dit is een relatief nieuwe jaarmarkt, die ongeveer een eeuw geleden
is ontstaan.
De weekmarkt is pas in de late Middeleeuwen ontstaan. Wanneer exact is
niet bekend. De oudste schriftelijke vermelding van een weekmarkt
dateert uit de jaren dertig van de zestiende eeuw. Aanvankelijk eerst als
functie van een levensmiddelenvoorziening voor de stad. Later (na circa
1500) werd het meer en meer de schakel tussen agrarische productie in
de Leeuwarder ommeland en de afzet elders. Winkels waren in de
Middeleeuwen onbekend en de handel vond plaats op straten en pleinen
en meestal in de open lucht.
Naast de al eerder genoemde jaar- en weekmarkten waren er ook markten
die dagelijks werden gehouden voor met name aan bederf onderhevige
waar zoals vis, vlees en melk.
Leeuwarden marktstad is in dit geval een historisch verantwoorde
benaming voor een stad die nog steeds het belangrijkste Friese
bestuurscentrum is en waar de weekmarkt een belangrijke regionale
functie vervult.
Tenslotte moet vermeld worden dat bij het openbaar worden van deze
nota er sprake is van actuele ontwikkelingen rond het legaat van de
architect Bonnema en de mogelijkheid van het vestigen van een museum
op of nabij het Wilhelminaplein. Mocht dat in de toekomst het geval zijn,
dan betekent dit dat mogelijk een aanpassing van de Marktverordening
noodzakelijk zal worden. Een en ander is echter geen reden om niet nu
het marktbeleid van de gemeente Leeuwarden te actualiseren, daarbij
uitgaande van de situatie zoals die momenteel is.
4
Leeuwarden, de marktstad van Friesland
Rapportage over het marktbeleid van de gemeente Leeuwarden
Leeuwarden een historische marktstad
Leeuwarden, de marktstad van Friesland
Rapportage over het marktbeleid van de gemeente Leeuwarden
4
9