Antwoordnota inspraak en overleg Dorpennota dorpen. Onderdeel van de Dorpennota is een uitvoeringsprogramma met projecten die voortvloeien uit de in deze nota opgenomen ruimtelijke visies voor de verschillende dorpen. De uitvoering van deze projecten kan slechts deels worden gerealiseerd uit de regulier beschikbare budgetten. Extra middelen zijn benodigd om tot realisatie te komen van het uitvoeringsprogramma. Binnen de Begroting 2002 bleek geen ruimte aanwezig te zijn voor middelen nieuw beleid ter uitvoering van de maatregelen uit de Dorpennota. Om deze reden is de besluitvorming van de Dorpennota vertraagd. Besloten is eerst te wachten tot meer duidelijkheid bestond over de financiële mogelijkheden voor uitvoering van de maatregelen uit het uitvoeringsprogramma. In het Collegeprogramma 2002-2006 "Werk in uitvoering" uit mei 2002 is door het nieuwe college gesteld dat de uitvoering van de Dorpennota ter hand wordt genomen. In het financiële overzicht van het collegeprogramma zijn echter geen middelen gereserveerd voor de uitvoering van de Dorpennota. In de Begroting 2003, die in november door de raad is vastgesteld, zijn extra middelen opgenomen voor de periode 2003 tot en met 2006 voor de uitvoering van maatregelen die voortvloeien uit de Dorpennota. Door het beschikbaar stellen van middelen voor de uitvoering is de vaststelling van de Dorpennota weer actueel geworden. Een tweede reden waarom de procedurele afronding van de Dorpennota is vertraagd, schuilt in de inhoud van de reactie van de Commissie van Overleg. Hierin worden op grond van de Vijfde Nota op de Ruimtelijke ordening kanttekeningen geplaatst bij de gekozen uitbreidingsrichtingen voor wonen en werken van een aantal dorpen. Doordat ten gevolge van de regeringswisseling medio 2002 onduidelijkheid is ontstaan over de status van de Vijfde Nota, is gewacht met het innemen van een standpunt ten aanzien van de overlegreactie. Inmiddels bestaat meer duidelijkheid over het gezichtspunt van de nieuwe regering op het ruimtelijk beleid. In de Stellingnamebrief Nationaal Ruimtelijk Beleid, die de minister van VROM namens het kabinet op 6 november 2002 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, worden de voorgenomen aanpassingen van de Vijfde Nota op de Ruimtelijke Ordening verwoord. Een belangrijke wijziging betreft de inzet van het instrument van de rode contouren. Dit wordt alleen verplicht waar bescherming van landschap en natuur aan de orde is. Het is niet meer per definitie nodig een kem met een rode contour te omsluiten. In de situatie van Leeuwarden betekent dit dat voor de bebouwde kernen, inclusief de dorpen, het trekken van rode contouren niet langer wordt opgelegd. De gemeenten krijgen het initiatief bij de vaststelling van de aantallen woningen. Verder hebben de gemeenten een eigen verantwoordelijkheid om de eigen bevolkingsgroei op te vangen en aan de woonwensen tegemoet te komen. Voor het platteland geldt dat woningen mogen worden gebouwd voor tenminste de eigen woningbehoefte. Bij de beantwoording van de inspraak- en overlegreacties is rekening gehouden met dit nieuwe regeringsstandpunt. De inspraak- en overlegreacties op de voorontwerp-Dorpennota resulteren in diverse wijzigingsvoorstellen op de tekst en afbeeldingen van het voorontwerp. In de samenvatting van de antwoordnota zijn deze wijzigingsvoorstellen nog eens op een rij gezet. Antwoordnota inspraak en overleg Dorpennota INHOUD Inleiding Inhoud Samenvatting 1 Inspraak1 2 Overleg15 Bijlagen: Verslag van inspraakbijeenkomst Dorpennota Leeuwarden (Lekkum, Miedum en Snakkerburen) op 4 november 2001 Verslag van inspraakbijeenkomst Dorpennota Leeuwarden (Wirdum, Wytgaard en Swichum) op 13 november 2001 Verslag van inspraakbijeenkomst Dorpennota Leeuwarden (Goutum en Hempens/Teems) op 14 november 2001

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 479