3
terreinen, wegen, parkeergelegenheden, en
groenvoorzieningen. De gebouwen mogen uitsluitend binnen de
als zodanig op de plankaart aangegeven bouwvlakken worden
gebouwd. Het bouwvlak ligt over een grote lengte langs de
Tesselschadestraaten heeft een diepte van grotendeels
(ook op het aan de orde zijnde terrein) van 138 m (over
de volle diepte)Het bouwvlak ligt op een afstand van 12
m uit de Tesselschadestraat. De bebouwde oppervlakte van
het bouwvlak mag niet meer bedragen van 50%. De hoogte van
de gebouwen mag niet minder c.q. niet meer bedragen dan 20
m over een diepte van i 46 m (noordelijk deel, waar thans
het kantoorgebouw is gebouwd) en 30 m over het zuidelijk
hiervan gelegen deel van het bouwvlak (diep 92 m)
(Overigens is wat het noordelijk deel van dit terrein
betreft alleen sprake van een maximale hoogte - van 20 m,
een minimum hoogte is niet aangegeven)
Burgemeester en Wethouders zijn onder meer bevoegd
vrijstelling te verlenen van de genoemde afmetingen en
percentages, tot ten hoogste 10%.
De bouwvergunning voor het kantoorgebouw aan de
Tesselschadestraat is op 2 mei 1996 verleend.
Overwegingen met betrekking tot artikel 4 9 WRO
Volgens artikel 4 9 WRO kent de gemeenteraad: "Voor zover
blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van a. de
bepalingen van een bestemmingsplan, b. het besluit omtrent
vrijstelling, als bedoeld in de artikelen 17, 18, 18a of
19, schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijs
niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en
waarvan de vergoeding niet of niet voldoende door aankoop,
onteigening of anderszins is verzekerd hem op zijn
verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding
toe.
Voor de beoordeling van een verzoek om schadevergoeding op
grond van artikel 4 9 WRO moet worden nagegaan of er sprake
is van een wijziging van het planologische regime, waardoor
verzoeker in een nadeliger positie is komen te verkeren,
waardoor hij schade lijdt of zal lijden. Daarom moet de
schadeveroorzakende planologische maatregel worden
vergeleken met het voordien geldende planologische regime.
Hierbij is voor wat betreft het oude planologische regime
niet de feitelijke situatie van belang, maar wat op grond
van dat regime maximaal kon worden gerealiseerd, ongeacht
de vraag of verwezenlijking daadwerkelijk heeft
plaatsgevonden
Belanghebbenden verzoeken vergoeding van planschade als
gevolg van de op basis van het bestemmingsplan
"Tesselschadestraat" mogelijk geworden bouw van een
kantoorgebouw voor Thuiszorg Het Friese Land, schuin
tegenover hun woningen. Door de bouw van dit kantoorgebouw
zou het woongenot worden aangetast. De woningen zullen
volgens verzoekers minder courant worden, en de waarde zal
verminderen in verband met het woongenot, zonnestand,
4
overlast en uitzichtverlies, en zicht op een gebouw met
grote omvang.
De SAOZ heeft allereerst beoordeeld of zich een
planologisch gewijzigd regime heeft voorgedaan, waarvan de
invloed zich uitstrekt tot de posities van verzoekers.
De SAOZ merkt hierover in haar rapporten op, dat (schuin)
tegenover de percelen met de woningen van verzoekers een
terrein lag dat in het uitbreidingsplan in onderdelen
"Wilhelminabaan" de bestemming "industrievestiging" had en
dat het terrein op een afstand van 12 m uit de
Tesselschadestraat kon worden bebouwd met fabrieken,
magazijnen, opslagplaatsen en bijbehorende kantoorgebouwen.
Hierbij werd geen maatvoering bepaald ten aanzien van
omvang en hoogte van de bebouwing.
Thans geldt voor het terrein volgens het bestemmingsplan
"Tesselschadestraat" de bestemming "Zakelijke
dienstverlening (K)", waarbij op een afstand van 12 m uit
de Tesselschadestraat eveneens bebouwing is toegestaan,
passend bij deze bestemming. Het kantoorgebouw van
Thuiszorg Het Friese Land valt hieronder. De maximale
bouwhoogte, 19,91 m, is in overeenstemming met de van deze
bestemming deel uitmakende voorschriften.
Er is dus sprake van een gewijzigd planologisch regime.
Vervolgens heeft de SAOZ beoordeeld of belanghebbenden door
deze wijziging in een ongunstiger situatie zijn komen te
verkeren, waaruit schade op grond van artikel 4 9 WRO zou
kunnen voortvloeien.
Vanuit de woningen, met name vanuit de woonkamers (en bij
Vondelstraat 36 ook vanuit de tuin en het terras), is er
rechtstreeks zicht op het nieuw gebouwde kantoorgebouw.
Door de omvang en de hoogte ervan is de invloed hiervan ook
ontegenzeggelijk merkbaar.
Bij de planschadebeoordeling dient de invloed van de thans
ontstane ontwikkeling te worden afgezet tegen de
mogelijkheden die het voorgaande uitbreidingsplan boden. De
bestemming "industrievestiging" uit dit plan maakte
realisatie van bedrijfs- en kantoorbebouwing op dit
terrein mogelijk.
De omvang, de hoogte en de afstand uit de straat konden -
aldus de SAOZ - daarbij gelijk zijn aan die welke passend
zijn binnen de bestemming "Zakelijke dienstverlening" van
het thans geldende bestemmingsplan "Tesselschadestraat",
zoals het tot stand gebrachte kantoorgebouw. De bepalingen
bij het uitbreidingsplan "Wilhelminabaan" gaven immers
geen beperkingen ten aanzien van de afmetingen, hiertoe kon
slechts aan de gemeentelijke bouwverordening betekenis
worden toegekend, maar een gebouw als het thans gebouwde
kantoorgebouw was ook op grond van deze bouwverordening
mogelijk geweest.
De afstand uit de Tesselschadestraat die onbebouwd diende
te blijven is bij beide planologische regimes gelijk.