Antwoordnota inspraak en overleg Dorpennota
waterhuishouding. Dit wordt door de CvO noodzakelijk geacht.
Antwoord:
In de voorontwerp-Dorpennota is niet expliciet per dorp een watertoets
opgenomen waarin een relatie wordt gelegd tussen de ruimtelijke ordening en
de waterhuishouding. Dit is met name aan de orde waar het gaat om nieuwe
uitbreidingslocaties voor wonen en werken bij de dorpen.
Uiteraard zal ook bij de opstelling van de ruimtelijke plannen die op grond van
de Wet op de Ruimtelijke Ordening ten grondslag liggen aan de
uitbreidingsplannen een watertoets worden meegenomen.
Wijzigingsvoorstel:
Per dorp een paragraaf'watertoets' opnemen waarin voor de uitbreidings
locaties wordt ingegaan op de gevolgen voor de waterhuishouding.
3. Vijfde Nota op de Ruimtelijke Ordeninv
De omvang van de dorpsuithreidingen passen binnen het geldende provinciale
én rijksbeleid. Echter toetsing dient ook plaats te vinden aan de
beleidsdoelstellingen van de Vijfde Nota. De CvO dringt er op aan in beeld te
brengen in welke mate woningbouw binnen de begrenzing van het bebouwde
gebied van de dorpen, die buiten de stedelijke invloedssfeer van Leeuwarden
liggen, mogelijk is. Daarbij wordt verwezen naar criteria uit de Planologische
Kernbeslissing van de Vijfde Nota.
4. Uitbreidinesrichtinz dorven algemeen
De verdere reactie van de CvO richt zich grotendeels op de dorpen die buiten
de invloedssfeer van Leeuwarden zullen blijven. De CvO kan niet op voorhand
instemmen met de indicaties voor uitbreidingsrichtingen voor werken en wonen
van bestaande dorpen door middel van nieuwe uitleg. Daarbij wordt verwezen
naar de 5e Nota op de Ruimtelijke Ordening. Ruimte voor uitbreidingen zal
allereerst dienen te worden gezocht binnen bestaand bebouwd gebied. Hieraan
kan inhoud worden gegeven door herstructurering en/of inbreiding met behoud
of juist versterking van het karakter van de dorpen.
5. Wirdum
De CvO kan niet instemmen met de gekozen uitbreidingsrichting voor Wirdum
omdat hiermee een fysieke grens wordt overschreden ('sprong over de vaart
Gezien het geringe aantal woningen dat voor de komende tien jaar aan dit
dorp is toegedacht zal eerst gezocht moeten worden naar inbreidingslocaties.
De 'sprong over de vaartstaat naar de mening van CvO op gespannen voet
met de 5e Nota op de Ruimtelijke Ordening.
Ook voor de gedachte uitbreiding van het bedrijventerrein bij Wirdum geldt de
strijdigheid met het rijksbeleid zoals dit is vastgelegd in de 5e Nota op de
Ruimtelijke Ordening. In ieder geval zal, met behoud van de ruimtelijke
karakteristiek, eerst de ruimte binnen bestaand bebouwd gebied dienen te
worden benut.
6. Wvtvaard
De CvO acht het niet wenselijk Wytgaard uit te breiden op de aangegeven
locatie. Enerzijds vanwege het karakter van locatie (fraai uitzicht op het dorp)
en anderzijds vanwege strijdigheid met de 5e Nota op de Ruimtelijke Ordening
(locatie buiten de rode contour van het dorp). Het geringe aantal te bouwen
woningen kan (wellicht) in aansluiting op het woongebied worden ontwikkeld.
Antwoordnota inspraak en overleg Dorpennota
7. Lekkum
De aangegeven uitbreidingsrichting in westelijke richting acht de CvO,
ondanks mogelijke strijdigheid met het toekomstige rijksbeleid, op zich op
basis van goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar.
De CvO geeft in overweging om, gezien de ligging van Lekkum, dit dorp te
rekenen tot het gebied dat binnen de stedelijke invloedssfeer van Leeuwarden
is gelegen. Dit biedt de mogelijkheid de woningbouw ten noordoosten van
Leeuwarden in veel sterkere mate te ontwikkelen dan thans in de Dorpennota is
aangegeven.
Antwoord:
Uit de op 6 november 2002 verschenen Stellingnamebrief Nationaal Beleid van
de minister van VROM blijkt dat niet langer aan elke gemeente wordt
opgedragen om met voorstellen te komen voor rode contouren. Slechts in het
geval van kustgemeenten, in Nationale Landschappen, in natuurgebieden en in
noodoverloop- en retentiegebieden dienen gemeenten rode contouren te
trekken.
Voor wat betreft de toegestane groei staat de minister van VROM op het
standpunt dat op het platteland mimte moet zijn om tenminste de eigen
woningbehoefte te kunnen opvangen.
Ondanks het feit dat de rode contouren niet langer van toepassing zijn op
Leeuwarden en daardoor ook geen 'barrière' meer vormen, wordt nader
gemotiveerd waarom tot de locatiekeuzes bij de dorpen is gekomen.
Bij de dorpsuitbreidingen in de komende tien jaar gaat het in de gemeente
Leeuwarden om de uitbreidingen bij Lekkum, Wirdum en Wytgaard.
Bij Lekkum zijn twee ontwikkelingsrichtingen aangegeven, te weten een
inbreidings- en een uitbreidingslocatie. Zoals het er nu naar uitziet, zal
begonnen worden met de inbreidingslocatie. Voor deze locatie bestaan
concrete plannen waaraan de gemeente medewerking wil verlenen.
De gekozen uitbreidingslocatie bij Lekkum is al sinds de zeventiger jaren in
beeld als bouwlocatie (plan De Greate Houten). Bij de Dorpennota uit 1989 is
slechts een gedeelte van deze locatie ingevuld, afgestemd op het in de
beleidsperiode van deze nota te bouwen aantal woningen. De locatie tussen
dorp en Dokkumer Ee blijft de meest logische plek voor een uitbreidingslocatie
omdat hierdoor de huidige zwakke relatie die de westelijke dorpsrand heeft
met de Dokkumer Ee en het omliggende landschap kan worden hersteld. Dit
stelt uiteraard eisen aan de stedenbouwkundige uitwerking van deze locatie.
Wirdum is een typisch terpdorp en er moet voor worden gewaakt, dat dit dorp
door de opeenvolgende uitbreidingen uit zijn verband wordt gerukt. Daarom
zijn we het met de CvO eens, dat eerst de ruimte binnen het bestaand bebouwd
gebied moet worden benut. Deze mimte is echter beperkt. Dus ligt het voor de
hand om nu al een doorkijk naar de (nabije) toekomst te presenteren.
Nieuwbouw ten westen van Werpsterdyk Tsjaerderdyk zit er voorlopig niet
in, mede vanwege de nog niet uitgekristalliseerde plannen voor de
opwaardering van de N32 en de discussies rond het al dan niet handhaven van
een rechtstreekse aansluiting op deze weg. Een uitbreiding in noordelijke
richting ligt, gelet de recentelijk gerealiseerde uitbreiding in deze richting, ook
niet voor de hand. En een uitbreiding in oostelijke richting, tenslotte, zou de
huidige compactheid van het dorp geweld aan doen en zou leiden tot een
ongewenste transformatie van het "terpdorp Wirdum" naar een "streekdorp
Wirdum".
De keuze is gevallen op een uitbreiding in zuidelijke richting. Deze uitbreiding
overschrijdt weliswaar de opvaart naar de voormalige melkfabriek aan de
17