Antwoordnota inspraak en overleg Dorpennota Tsjaerderdyk, maar het is niet uitzonderlijk dat dergelijke opvaarten midden in het dorp uitkomen en dus past de keuze voor een nieuwe woonbuurt ten zuiden van de Nieuwe Vaart binnen de cultuurhistorische context. Op termijn zien wij bovendien mogelijkheden om de huidige grootschalige bedrijven aan de Tsjaerderdyk her te bestemmen en een woonfunctie te geven. De zuidelijke uitbreiding biedt dan, in samenhang met de hier aangestipte dorpsvernieuwing, een prachtige kans om de woonbuurt ten zuiden van Legedyk te koppelen aan de beoogde nieuwbouw en op deze wijze een nieuw ommetje door het dorp te maken. De gekozen uitbreidingsrichting voor bedrijventerreinen in Wirdum correspondeert met de uitbreiding die in de Dorpennota uit 1989 is opgenomen. In die zin is dan ook geen sprake van nieuw beleid. Op het bedrijventerrein ten westen van de Werpsterdyk zijn reeds bedrijven gevestigd die verder in westelijke richting kunnen uitbreiden. Ook kan hier ruimte geboden worden voor bestaande bedrijven die willen verplaatsen uit het buitengebied en vanaf de zuidkant van Wirdum. Meerdere ondernemers uit Wirdum en het omliggende buitengebied hebben al belangstelling getoond voor vestiging op deze locatie. De uitbreidingslocatie voor bedrijvigheid ligt in de zone langs de N32 waarbinnen geen geluidsgevoelige bebouwing mag worden gerealiseerd. W1' Bedrijven vallen niet onder deze categorie bebouwing waardoor uitbreiding van het bedrijventerrein in westelijke richting mogelijk is. Het streekdorp Wytgaard ontwikkelde zich ter weerszijden van de oude Middelzeedijk. Door de vrij aanzienlijke verkeersintensiteiten op de Brédyk en Buorren heeft deze streek nooit de kans gekregen een dorpse intimiteit te ontwikkelen. Ook de jaren-zestig-woonwijk achter de Buorren, in de voormalige Middelzee, heeft dit dorp niet het milieu gebracht, dat vergelijkbare dorpen zo specifiek en aantrekkelijk maakt. Bovendien moest Wytgaard in diezelfde periode ook nog zijn imposante Cuypers-kerk verliezen. Kortom, in tegenstelling tot de overige dorpen in de gemeente ontbeert Wytgaard een herkenbare dorpskern. Figuur 10 "De zwakke ruimtelijke aspecten van Wytgaard" legt overduidelijk de vinger op de wonde. Wytgaard verdient een kwaliteitsimpuls. Het terrein, ingesloten door de Pündyk en Brédyk heeft de potentie om de gesignaleerde 'scheefgroei' te herstellen en het natuurlijk centrum van het dorp (de kruising bij het Kleaster) terug te brengen naar het hart van het dorp. Wij onderschrijven de kwaliteiten van de locatie, maar vinden juist vanwege deze kwaliteiten dat het dorp recht heeft op deze woningbouwlocatie. Vanwege zijn geaardheid had het terrein reeds lang geleden bebouwd geweest kunnen t1' M| zijn. Het in deze Dorpennota gepresenteerde voornemen kan dan ook als een verlaat initiatief worden beschouwd. Bewoning van dit terrein overeenkomstig de typische bebouwingskenmerken, die we terugvinden op de Friese kwelderwal, kan het dorp de kwaliteitsimpuls geven die het nodig heeft en verdient. 8. Cultuurhistorische waardevolle structuur- en beeldkenmerken De CvO spreekt zijn waardering uit over de nadrukkelijke aandacht die in de Dorpennota is besteed aan de cultuurhistorische waardevolle structuur- en beeldkenmerken. Wel wordt er op gewezen dat het van belang is ook buiten de getrokken begrenzingen te kijken. In dit verband wordt gewezen op de vaartnederzetting Snakkerburen. Voor de karakteristiek van deze streekbebouwing aan de Dokkumer Ee is het groene karakter van de westelijke oever van belang. 18 Antwoordnota inspraak en overleg Dorpennota Antwoord: De Dorpennota beperkt zich tot het vastleggen van het gemeentelijke beleid voor de bebouwde kom van de Leeuwarder dorpen. Het omliggende agrarische gebied van de dorpen Lekkum, Snakkerburen, Wirdum en Wytgaard maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan Buitengebied. De kleine dorpen Swichum en Miedum zijn zelfs in z'n geheel opgenomen in dit bestemmingsplan. In het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied wordt terdege rekening gehouden met de cultuurhistorische waardevolle structuur- en beeldkenmerken van deze twee kleine kernen en van het agrarische gebied rond de dorpen. Bij de dorpen Goutum en Hempens/Teems is sprake van een wezenlijk andere situatie. Deze dorpen worden min of meer omgeven door stedelijke bebouwing van verschillende dichtheden. Het gaat hierbij om deels reeds bestaande en deels toekomstige situaties. In de plannen voor deze stedelijke uitbreidingen in Zuiderburen en Leeuwarden-Zuid is zoveel mogelijk rekening gehouden met de aanwezige landschappelijke en cultuurhistorisch waardevolle elementen, zeker waar het gaat om archeologische monumenten. In het aangehaalde voorbeeld van Snakkerburen maakt de westelijke oever van de Dokkumer Ee deel uit van het bestemmingsplan Havankpark. In dit bestemmingsplan heeft deze oever de bestemming "Bos (beplanting)" gekregen. Door de beplanting is sprake van een groene oever van de Dokkumer Ee tegenover Snakkerburen. 9. Kaartbeeld fietsnetwerk Door het ontbreken van een kaartbeeld van het totale fietsnetwerk binnen de gemeente Leeuwarden kan de CvO moeilijk beoordelen of voldoende aandacht is besteed aan (de kwaliteit van) de fietsverbindingen stad - platteland en aan de fietsverbindingen tussen de dorpen onderling. Gevraagd wordt om toevoeging van bedoeld kaartmateriaal. Antwoord: In het ontwerp-GVVP is een kaart opgenomen met het wensbeeld van fietsroutes. Hieruit blijkt dat alle dorpen aangesloten zijn op het hoofdfietsnetwerk of verbindend fïetsnet van Leeuwarden. Swichum is tussen twee radiale hoofdroutes gelegen en is hierop via een verbindende route aangesloten. Deze verbindende route is voorzien van een vrijliggend fietspad. Snakkerburen is tegen de stad aan gelegen en via een bruggetje over de Bonkevaart voor fiets- en voetgangers rechtstreeks aangesloten op het stedelijk gebied. Via de Bouwedyk is de hoofdfietsroute langs de Lekkumerweg direct bereikbaar. De dorpen Hempens/Teems sluiten aan op de huidige hoofdfietsroute door Zuiderburen. In de toekomst zal een nieuwe fietsroute onder het tracé van de hoogspanningsleiding de nieuwe hoofdroute worden. De overige dorpen liggen direct aan het hoofdfietsnetwerk. De Dorpennota geeft het beleid aan voor de komende tien jaar voor het bebouwd gebied van de dorpen. De fietsverbindingen tussen platteland en stad zijn onderdeel van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan. Dit plan zal begin 2003 door de raad worden vastgesteld. Daardoor bestaat nog de mogelijkheid dat wijzigingen worden aangebracht in het kaartbeeld van het fietsnetwerk nadat de Dorpennota door de raad is vastgesteld. Volstaan wordt daarom met een verwijzing naar het GVVP waar het gaat om de verbindingen tussen dorpen en stad. 19

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 490