12
(scholen met weinig kinderen van laag opgeleide ouders)
benoemt, blijven wij uitgaan van de wettelijke stichtings- en
opheffingsnormen (met uiteraard de onderkenning dat er met
het systeem gemiddelde schoolgrootte wordt gewerkt)
In twee door uw Raad vastgestelde beleidsnota's t.w. het
Integraal Huisvestingsplan (IHP) en de nota "Scholen onder
Dak" (blz 27 t/m 29) worden 9 zogenaamde verwijsgebieden
gehanteerd (zie voorts blz. 2 van deze reactienota).
Deze verwijsgebieden worden door alle denominaties
gerespecteerd en vormen een kader bij de beoordeling van
aanvragen m.b.t. onderwijshuisvestingsvoorzieningen. Elk
gebied wordt omringd door natuurlijke barrières zoals
verkeers-, spoor- en waterwegen. Deze verwijsgebieden hebben
betrekking op wet- en regelgeving (toetsingskader) inzake de
verwijsafstanden die in acht dienen te worden genomenvoordat
de gemeente tot stichting,nieuwbouw en
uitbreiding/bijbouw(noodlokalen) mag overgaan en dus ook op
de verwij zing bij leegstand in andere schoolgebouwen
(ongeacht de denominatie)
Wat betreft de leegstand merken wij hier overigens nog op,
dat er in 1998 een leegstand van 56 groepsruimten bij het
totale basisonderwijs bestond; tengevolge van het beleid
m.b.t. de groepsgrootte-verkleining is deze leegstand al in
belangrijke mate verminderd; de hierbij optredende knelpunten
zijn in het Integraal Huisvestingsplan beschreven.
In de huidige verwijsgebieden is overigens sprake van
voldoende instroompunten voor het openbaar basisonderwijs en
kunnen leerlingen binnen 10 minuten lopen/fietsen een
openbare school bereiken.
Daarnaast wij zen wij in dit verband nog op de door ons in
overeenstemming met de schoolbesturen gehanteerde prognose-
gebieden: op basis van de teldatagegevens van 1 oktober van
enig jaar, de actuele bevolkingscijfers van 31 december van
dat jaar en de ontwikkeling van basisgeneraties in 11
prognosegebieden ontvangen de schoolbesturen de in opdracht
van de gemeente Leeuwarden opgestelde leerlingenprognoses; de
hier gehanteerde prognosegebieden sluiten eveneens niet aan
bij de spreidingsgebieden van Proloog.
Resumerend stellen wij u voor om in de SB-rol niet in te
stemmen met de indeling in deze 16 spreidingsgebieden en
in uw LO-rol de door de gemeente thans gehanteerde en
gemotiveerde 9 verwijsgebieden uit het Integraal
Huisvestingsplan (IHP) 1998 en de nota "Scholen onder Dak"
onverkort te handhaven. M.a.w.aan de door Proloog in het
spreidingsplan opgevoerde spreidingsgebieden kunnen geen
huisvestingsconsequenties worden verbonden.
13
Anderstaligen-voorziening
Zoals bekend vormt de (openbare) AZC-school in Bilgaard thans
nog een dislocatie van obs de Vosseburcht. Gelet op de recent
bekend geworden plannen van het COA over sluiting/afslanking
van AZC's (ook in Leeuwarden) kunnen hierover thans nog geen
uitspraken met zekerheid worden gedaan. Koppeling van AZC-
leerlingen aan een openbare basisschool (al dan niet als
dislocatie) is overigens ook afhankelijk van het binnen het
OOGO te bespreken beleid m.b.t. verdeling van AZC-leerlingen
over het openbaar en bijzonder basisonderwijs. Ook afstemming
met het voortgezet onderwijs over deze problematiek is
gewenst
Overleg hierover tussen de gemeente, Proloog en de andere
betrokken schoolbesturen is thans gaande.
Wij stellen u daarom voor om zowel in de SB als LO-rol op
basis van de verdere ontwikkelingen in de naaste toekomst een
meer definitief standpunt in te nemen en thans de door
Proloog bij te stellen plannen terzake af te wachten;
Hoofdlocatie-dislocatie(s)
Vanaf 1-01-1997 is het formele begrip dislocatie in de
onderwijs(huisvestings)wetgeving vervallen. Voor de
rijksvergoeding is het aantal leerlingen maatgevend, waarbij
het niet uitmaakt of deze naar een hoofd- c.q. dislocatie
gaan. Het is "een voorziening waar onderwijs wordt gegeven"
en het bestuur geeft aan wat zij als hoofd- en dislocatie wil
beschouwen;
Voldoen aan de wettelijke stichtingsnorm en de norm van de
gemiddelde schoolgrootte van 232 leerlingen:
Proloog noemt in dit verband:
15 scholen wettelijk bij 3480 leerlingen en reëel bij 3630
(i.e. 15 x 232 veiligheidsbuffer van 150 leerlingen);
16 scholen wettelijk bij 3712 leerlingen en reëel bij 3862
(i.e. 16 x 232 veiligheidsbuffer van 150 leerlingen)
Per teldatum 1-10-2002 bedroeg het aantal leerlingen van het
openbaar basisonderwijs 3751. Met verwijzing naar het
hiervoor gestelde op blz. 2 en 3 van de raadsbrief stellen
wij u voor in uw SB-rol met de voorstellen van Proloog in te
stemmen. Hieruit volgt dat er een besluit dient te worden
genomen over de door de Proloog voorgestelde fusie tussen de
Menno van Coehoornschool en de Oostvaarder.