Blad 2
van de inspraakreacties en de gemeentelijke reactie daarop
wordt verwezen naar de afzonderlijke inspraaknota, die
voor u bij de stukken ter inzage ligt. Voor een overzicht
van de in het kader van het overleg ontvangen reacties en
de reactie daarop wordt verwezen naar de zelfstandige
overlegnota, die eveneens voor u ter inzag ligt.
Door de Commissie voor de milieueffectrapportage is
afzonderlijk gereageerd op het voorontwerp van het
bestemmingsplan in combinatie met de meegezonden
Oplegnotitie MER Leeuwarden-Zuid, fase A. De commissie
merkt op dat het oorspronkelijke MER Leeuwarden-Zuid samen
met de Oplegnotitie MER Leeuwarden-Zuid, fase A, voldoende
informatie bevat om een besluit te kunnen nemen over het
bestemmingsplan Leeuwarden-Zuid, fase A. Overigens plaatst
de commissie nog wel enige opmerkingen welke eveneens in
de overlegnota zijn opgenomen.
De rapportage over de gevoerde inspraak (en het overleg)
is aan de orde geweest tijdens de op 4 december 2 0 02
gehouden vergadering van de Commissie Stadsontwikkeling.
Vastgesteld is dat de commissie zich kan vinden in de
reactienota, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen,
die zullen worden gevoegd bij de reactienota.
Het ontwerp-bestemmingsplan heeft met ingang van 12
december 2002 gedurende vier weken voor een ieder
ter inzage gelegen. Er zijn in totaal 13 brieven met
zienswij zen ontvangen
Voor de verwerking van de zienswijzen verwijzen wij u naar
de bijgevoegde Reactie- en Antwoordnota. De zienswijzen
geven geen verrassende nieuwe gezichtspunten ten opzichte
van de eerdere inspraakreacties. In feite geeft slechts een
beperkt aantal zienswijzen aanleiding de toelichting bij
het bestemmingsplan enigszins aan te passen. Ook is er
sprake van een ambtshalve aanpassing. In de Reactie- en
Antwoordnota wordt hier nader op ingegaan. Kortheidshalve
verwijzen wij u daarnaar.
Wij stellen u voor het bestemmingsplan "Leeuwarden-Zuid,
fase A" vast te stellen. Een ontwerp-besluit is bijgevoegd.
Leeuwarden, 24 april 2003.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
M. de Boer, burgemeester,
Drs. C.H.J. Brugman, secretaris.
Nummer 7683
GV/TH
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
OVERWEGENDE
dat het ontwerp-bestemmingsplan "Leeuwarden-Zuid, fase A"
overeenkomstig het bepaalde in artikel 23 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening met ingang van 12 december 2 0 02
gedurende vier weken met alle bijbehorende stukken voor een
ieder ter inzage heeft gelegen;
dat met betrekking tot het ontwerp-bestemmingsplan
schriftelijk zienswijzen kenbaar zijn gemaakt;
dat de inbrengers van de zienswijzen op 22 april 2003 in de
gelegenheid zijn gesteld hun zienswijzen nader toe te
lichten bij de Commissie voor Stadsontwikkeling, fungerend
als hoorcommissie namens de gemeenteraad;
dat ten aanzien van de ontvankelijkheid en de
besluitvorming over de zienswijzen door burgemeester en
wethouders een met redenen omkleed voorstel aan de raad is
gedaan, zijnde het voorstel met betrekking tot de
vaststelling van het bestemmingsplan "Leeuwarden-Zuid, fase
A"d.d. 8 april 2003;
dat de raad zich kan verenigen met het voorstel van
burgemeester en wethouders en de daaraan ten grondslag
liggende motieven ten aanzien van de zienswijzen, alsmede
de ambtshalve wijzigingen en de naar aanleiding daarvan
voorgestelde wijzigingen ten opzichte van het ontwerp-
bestemmingsplan
gelet op het bepaalde in artikel 2 5 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24
april 2003 (bijlage nr. 75);
BESLUIT:
I. op de kenbaar gemaakte zienswijzen te beslissen
overeenkomstig het bij dit besluit behorende voorstel
van burgemeester en wethouders d.d. 8 april 2 0 03;