voor het opstellen en vaststellen van deze plannen en niet de projectontwikkelaars. Wij adviseren u deze zienswijze ongegrond te verklaren 8. A. Nicolai, Hounsdyk 9, 9084 BV Goutum,- a Ten aanzien van de overgangszone merkt reclamant op dat deze in feite wordt beperkt tot de slechts 50 meter zijnde bouwgrensDe volgende 5 0 meter dient te worden benut voor incidentele woonbebouwing en voor erven van nieuwe bebouwing. Dit betekent volgens reclamant dat de nieuwe bebouwing erg dicht op "het bestaande" komt en er hierdoor nog nauwelijks sprake zal zijn van een vrije zone. Reclamant merkt op dat dit een zeer ernstige achteruitgang van de omgevings- en woonkwaliteit van Goutum impliceert, aangezien het "ingepakt" raakt en zijn eigen identiteit verliest. Dit raakt alle huidige bewoners, maar erg sterk degenen die nu aan de rand wonen. Reclamant merkt op dat hij tot de laatste groep behoort en zich om die reden verzet tegen deze voornemens. Reclamant's woning is als bestaande woning vastgelegd in dit huidige bestemmingsplan. Hij merkt hierbij op dat de situering, de bouw- en het tuinontwerp werden afgestemd op deze open ligging juist buiten het dorp aan de Hounsdyk. Deze wezenlijke woonkwaliteiten dreigen nu volledig te verdwijnen. Reclamant geeft aan dat hij zich met veel nadruk wenst te beroepen op de rechten die met betrekking tot de overgangszone werden vastgelegd in het nu nog geldende bestemmingsplan Wiardaburen. Dit plan staat, volgens reclamant, in de daarin vastgelegde overgangszone slechts, incidentele, functiegebonden tot een strikt beperkt totaal oppervlakte toe. Reclamant geeft aan dat het zeker niet waar is dat deze zone ook nu al incidentele woningbouw toestaat Reactie college b&w Hiervoor verwijzen wij naar onze eerdere reacties onder 2a, 2 b en 6a. Naar aanleiding van de opmerking dat het zeker niet waar is dat op grond van het bestemmingsplan Wiardaburen ook nu al incidentele woningbouw mogelijk is, merken wij op dat dit plan geen woningbouw maar wel bouwmogelijkheden voor bijvoorbeeld sport toelaat. Wij adviseren u deze zienswijze ongegrond te verklaren, b. Reclamant geeft aan dat hij uit de beschrijving van het plan zich min of meer een beeld kan vormen van wat de omvang en impact van de voorgenomen bebouwing van/in vlek 1 zal zijn. Gelet op de genoemde aantallen en dichtheden van de buurtschap en de ring van 150 meter daaromheen zal dat naar de mening van reclamant een zeer forse oppervlakte in beslag moeten gaan nemen. Hij vindt het erg jammer dat van 20 de kant van de gemeente tot nu toe nimmer duidelijkheid werd gegeven over de situering en de omvang en de mogelijke inpassing in dit beperkte gebied. Dit ondanks herhaalde verzoeken daartoe. Reclamant geeft aan dat het zijn overtuiging is dat de omgevingsinvloed/impact die deze bebouwing qua aard en omvang in met name vlek 1 zal gaan krijgen bepaald niet minder is dan wat er volgens het plan Wiardaburen had mogen worden gebouwd. Immers, de omvang van het aantal woningen in vlek 1 zal het aantal van Goutum Noord (ruim 400 woningen) vrijwel benaderen. Daarom is het ook extra belangrijk dat minstens de "oude" buffer/ overgangszone zal worden aangehouden. Dezelfde argumenten als gehanteerd ten aanzien van het plan Wiardaburen gelden immers nog steeds Reactie college b&w Het aantal woningen per buurtschap zal minimaal 150 en maximaal 300 woningen bedragen. Bij een woningdichtheid van 25 tot 30 woningen/hectare zal de omvang van de kern minimaal 5 ha en maximaal 12 ha bedragen. In het gebied dat grenst aan de kern van de buurtschap mogen in een hieraan aansluitende zone van 15 0 meter per vlek, uitgaande van een evenredige verdeling van het aantal woningen per buurtschap, minimaal ca. 45 en maximaal ca. 95 woningen worden gebouwd. Niet ontkend wordt dat een dergelijke bebouwde oppervlakte absoluut gezien vrij fors is. Niettemin dient hierbij in acht genomen te worden dat het hier een uitbreiding van het stedelijk gebied van Leeuwarden betreft waarbij de omvang van een dergelijk buurtschap gerelateerd aan het totale gebied Leeuwarden- Zuid niet als zeer of te fors is te karakteriseren. Bovendien zijn wij van mening dat met name de relatief lage woningdichtheid binnen de 15 0 meter zone ertoe leidt dat er sprake is van een geleidelijke overgang van het grotendeels onbebouwde open gebied naar het meer stedelijke gebied. Aangezien een groot deel van het plangebied onbebouwd blijft en wordt ingericht als water en natte natuur is het karakter van het plangebied Leeuwarden-Zuid naar onze mening absoluut niet vergelijkbaar met het voor een deel van Leeuwarden nog vigerende bestemmingsplan Wiardaburen welk een veel hogere woningintensiteit heeft dan het thans voorliggende bestemmingsplan. Voor wat betreft de in acht te nemen bufferzone verwijzen wij naar onze eerdere reacties onder 8 a. Wij adviseren u deze zienswijze ongegrond te verklaren. c Reclamant geeft aan dat het plan aangeeft dat buiten de buurtschap de bebouwingsdichtheid 05 tot 25 woningen/ha zal bedragen. Reclamant vindt het onjuist en ontoelaatbaar dat in deze berekening de sportvelden (plm. 9 ha) meegerekend moeten worden als onbebouwde oppervlakte. Dit is niet meer in de recente tekst verwerkt maar geldt nog steeds 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 531