vervoer een verwijzing op te nemen naar hoofdstuk 5 onder 5.6. Voor zover deze opmerking als zienswijze aangemerkt dient te worden, adviseren wij u deze gegrond te verklaren en de toelichting op de hiervoor aangegeven wijze aan te passen. b. Momenteel loopt een tracé-MER studie naar de Rijksweg 31 bij Leeuwarden. Deze studie bekijkt de knelpunten op de huidige weg en werkt mogelijke oplossingen uit. Eén van de te bestuderen oplossingen is een Haak rond Leeuwarden in de vorm van een auto(snelwegEr is echter nog geen besluit genomen, kortom er bestaat nog geen duidelijkheid over de te treffen maatregelen. In het bestemmingsplan wordt nauwelijks ingegaan op de mogelijke risico's die dit voor de ontwikkeling van het plangebied met zich meebrengt. Reactie college b&w Zoals door reclamante terecht wordt gesteld is er nog geen besluit genomen over de Haak om Leeuwarden. Zoals bekend bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft de minister inmiddels het gebied aangewezen waarbinnen gezocht dient te worden naar mogelijke tracés. Alhoewel erkend wordt dat voor de totale ontwikkeling van Leeuwarden-Zuid de realisering van de Haak een conditio sine qua non is, geldt dit niet ten aanzien van het plangebied fase A en wel om de navolgende redenen. Binnen het plangebied is de mogelijkheid opgenomen voor de realisering van 4 buurtschappen. De totale hoeveelheid te realiseren woningen binnen de voor "Uit te werken woondoeleinden 1 (WU 1)bestemde gronden zal maximaal 13 0 0 bedragen. De ontsluiting van het plangebied fase A zal plaats vinden via de Drachtsterweg en heeft geen directe relatie met Rijksweg 31. De capaciteit van de Drachtsterweg zal geen belemmering vormen voor een dergelijke toename. Overigens merken wij op dat uitsluitend de buurtschap in vlek I kan worden ontwikkeld tot het jaar 2008. De overige buurtschappen mogen pas na dit jaar worden bebouwd. Het voorgaande betekent dat afhankelijk van het tijdstip van realisering van de buurtschap binnen vlek I, er tot het jaar 2008 maximaal ca. 45 0 woningen in het gebied fase A zullen worden gerealiseerd die via de Drachtsterweg ontsloten zullen worden. Op grond van voorgaande overwegingen zijn wij van mening dat de ontwikkeling van de Haak om Leeuwarden in relatie tot het onderhavige plangebied niet dan wel slechts van zeer beperkte invloed is. Voor zover deze opmerking van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat opgevat dient te worden als een zienswijze adviseren wij u deze ongegrond te verklaren. 24 10. DrsS.J. Feenstra, De Polle 34, 9084 BT Goutum; Reclamant maakt ernstig bezwaar tegen de gehanteerde overgangszone van 50 meter tussen de bestaande bebouwing en de nieuw te bouwen woningen. Hij geeft aan dat er altijd sprake is geweest van een duidelijk ,als dorp herkenbaar, Goutum met een middeleeuwse kerk in het centrum en daaromheen bestaande woonwijken, waarvan de bewoners zich bij het dorp betrokken voelen, zoals mag blijken uit een bloeiend verenigingsleven. Goutum zou niet worden opgeslokt door de "grote stad" Reclamant verwijst naar de vaststelling van het bestemmingsplan "Wiardaburen"waarbij aan deze wens is tegemoet gekomen door het opnemen van een overgangszone van 2 0 0-400 meter tussen de bestaande en de nieuwe woningen. Bij de aanleg van Goutum-Noord is het laten voortbestaan van een herkenbaar Goutum gerespecteerd. Reclamant ziet geen reden om deze, zijn inziens, verdraaglijke oplossing nu weer ter discussie te moeten stellen Hij merkt daarbij op dat het woongenot en de waarde van zijn woning aan de Polle 34 ten opzichte van het geldende bestemmingsplan Wiardaburen beduidend achteruit zal gaan bij de gestelde zone van 50 meter. Reclamant geeft aan dat de gemeente Leeuwarden wellicht denkt met de smallere overgangszone ruimere inkomsten te kunnen behalen uit de verkoop van meer bouwkavels, maar dient daarbij wel te bedenken dat de mogelijk uit te keren planschadevergoeding voor bezitters van bestaande woningen dan ook hoger uit zal vallen. Op grond hiervan verzoekt reclamant de in het huidige bestemmingsplan genoemde afmetingen van de zone tussen bestaande bouw en nieuwbouw te laten voortbestaan. Reactie college b&w Voor wat betreft de bezwaren tegen de in dit plan opgenomen overgangszone verwijzen wij u naar onze reactie onder 2a, 2 b en 6a Voor wat betreft het aspect schadevergoeding ex artikel 4 9 WRO verwijzen wij u naar onze reactie hierop onder 2 b. Wij adviseren u deze zienswijze ongegrond te verklaren. 11. J.W. Langius, De Pleats 34, 9084 PT Goutum/ E. Hageman, De Pleats 22, 9084 PT Goutum/ P. Egbers, De Pleats 20, 9084 DT Goutum; a Reclamanten geven in zijn algemeenheid aan dat er onvoldoende rekening wordt gehouden met de wensen/eisen van direct belanghebbenden en verwij zen daarbij naar hun eerdere brief van 13 september 2002. Zij willen daarbij nogmaals hun ongenoegen uitspreken over de hele gang van zaken tot nu toeZij geven daarbij aan dat in geen enkel geval op enigerlei wijze serieus antwoord is gegeven op de 25

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 533