bepaling uit de Wm of het Besluit m.e.r. Evenwel betreft het gangbare terminologie die in de mer-literatuur genoegzaam is belicht. Mega geeft aan dat indien het gemeentebestuur dat wenst reclamante vindplaatsen van in dat kader relevante literatuur kan doen toekomen. Reactie b&w Deze opmerking van reclamante is correct, maar voor het overige niet relevant Wij adviseren u deze voor kennisgeving aan te nemen f "Aanva.ardba.arheid.sbeslu.it" had door gemeenteraad moeten worden genomen Het bevoegd gezag is per definitie een bestuursorgaan en geen openbaar lichaam, zoals het gemeentebestuur kennelijk meent ("de gemeente" kan derhalve geen bevoegd gezag zijn; het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het m.e.r.- plichtige besluit vaststelt, i.e. de gemeenteraad). Nadat een MER is vervaardigd, zal door het bevoegd gezag moeten worden nagegaan of het MER juist en volledig is (aanvaardbaarheidstoetsing)In de onderhavige kwestie is de initiatiefnemer het college van burgemeester en wethouders, zodat het MER LZ en de oplegnotitie (nu uw college van mening is dat deze documenten tezamen het MER voor het aan de orde zijnde (ontwerp) bestemmingsplan vormen) aan de gemeenteraad hadden moeten worden overgelegd ten einde burgemeester en wethouders in de gelegenheid te stellen een aanvaardbaarheidsoordeel te vellen. Dat is niet geschied Indien de gemeenteraad tevens initiatiefnemer zou zijn geweest, dan had het MER LZ en de oplegnotitie intern moeten worden beoordeeld. Uit de toezending van deze documenten aan de Commissie voor de m.e.r. en de wettelijke adviseurs, alsmede uit de openbare kennisgeving daarvan, zou in dat geval kunnen worden afgeleid dat de gemeenteraad het "MER" aanvaardbaar achtte. Uit de stukken blijkt dat niet de gemeenteraad doch het college van burgemeester en wethouders de documenten aan de Commissie voor de m.e.r. heeft doen toekomen en zorg heeft gedragen voor de openbare kennisgeving daarvan (hoewel in het kader van de openbare kennisgeving van het voorontwerp-bestemmingsplan geen kennis is gegeven van het MER LZ)Ook is reclamante niet gebleken dat uw raad in enige raadsvergadering het MER LZ tezamen met de oplegnotitie heeft behandeld. Van een impliciet "aanvaardbaarheidsbesluit" kan reeds daarom geen sprake zijn. Reactie b&w In het kader van de inspraakreacties hebben wij aangegeven dat zowel de MER Leeuwarden-Zuid als de MER-oplegnotitie Leeuwarden-Zuid, fase A zijn uitgevoerd in opdracht van de gemeente. Het "aanvaardbaarheidsbesluit" geldt alleen 58 indien het bevoegd gezag niet de initiatiefnemer is. Als dat laatste wèl het geval is, geldt de bekendmaking als impliciete aanvaarding. Het aanvaardbaarheidbesluit geldt uitsluitend indien een dergelijk MER is opgesteld in opdracht van derden hetgeen, zoals mag blijken uit het voorgaande, hier niet het geval is. Op grond hiervan adviseren wij u deze zienswijze ongegrond te verklaren. 13. A. Nicolai en M. d'Hondt, De Polle 22, en anderen. a Reclamanten geven aan het niet eens te zijn met de sterk beperkte overgangszone t.o.v. de bestaande bebouwing in dit ontwerp-bestemmingsplan. Reclamanten geven aan dat dit onderdeel van het plangebied al uitgewerkt en duidelijk is. Zij wijzen hierbij op de regeling voor de eerste en tweede 50 meter zone waarbinnen respectievelijk bebouwing ten behoeve van bestaande woningen dan wel incidenteel nieuwe woningen kunnen worden gerealiseerd. Gewezen wordt op het bestemmingsplan Wiardaburen waarin in een zone van 200 tot 400 meter ten opzichte van de bestaande bebouwing geen woningbouw is toegestaan. Gewezen wordt op het pleidooi tijdens het overleg en de inspraak voor een ruimere zone die conform het plan Wiardaburen gehandhaafd moet blijven De motivering van de gemeente voor deze smallere zone is niet deugdelijk, omdat er in het bestemmingsplan Wiardaburen slechts sprake is van een zeer incidentele, aan die recreatiebestemming gebonden, bebouwingsmogelijkheid, waarvan de totale omvang bovendien strikt beperkt is. Reclamanten vinden dit bepaald anders dan de stelling van de gemeente waarin is aangegeven "dat daar ook al onder Wiardaburen bebouwing mogelijk is". Hoewel de plannen nog nader moeten worden uitgewerkt blijkt wel dat deze in WU I te bebouwen vlek I dicht tegen het bestaande dorp zal moeten liggen. Vervolgens geven reclamanten een inschatting van de waarschijnlijke begrenzing van deze vlek die daarbij mogelijk zelfs nog over de Hounsdyk naar het zuiden tot aan de Wirdumervaart reikt. In dit plandeel zijn ook de 9 ha sportvelden geprojecteerd en er kan vanwege de van de Drachtsterweg afkomstige geluidhinder geen woningbouw nabij deze weg worden gerealiseerd. Reactie b&w Voor onze reactie hierop verwij zen naar die onder de nrs 2a en 6a weergegeven zienswijzen. Wij adviseren u deze zienswijze ongegrond te verklaren b. Reclamanten vragen zich af welke omvang vlek I hierbij krij gt 59

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 550