Procedurebepalingen 1Binnen de kaders van het vastgestelde (goedgekeurde) bestemmingsplan werken burgemeester en wethouders vervolgens een of meer deelgebieden uit. 2. Burgemeester en wethouders voeren op het nader uitgewerkte plan inspraak. De inspraakreacties worden verwerkt door burgemeester en wethouders. 3. De Commissie Stadsontwikkeling behandelt het uitwerkingsplan en biedt de indieners van de inspraakreacties de mogelijkheid om hun reactie nader in haar commissie mondeling toe te lichten. 4. Naar aanleiding van deze behandeling adviseert de Commissie Stadsontwikkeling aan de gemeenteraad om de bevoegdheid tot nadere uitwerking van het uitwerkingsplan aan zich voor te behouden dan wel de verdere afhandeling te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders. 5. De gemeenteraad beslist om de verdere afhandelingsprocedure aan zich voor te behouden dan wel deze bevoegdheid te delegeren aan burgemeester en wethouders; Indien de gemeenteraad de bevoegdheid tot verdere afhandeling van het uitwerkingsplan delegeert aan burgemeester geldt het navolgende: 6. Burgemeester en wethouders leggen het uitwerkingsplan gedurende 2 weken ter inzage met de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen; De terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze en door publicatie in één of meer in de gemeente verschijnende dag- of nieuwsbladen. De bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid van belanghebbenden tot het schriftelijk indienen van zienswijzen bij burgemeester en wethouders gedurende de termijn van de terinzagel egging; 7. Appellanten worden in staat gesteld hun zienswijze mondeling nader toe te lichten aan burgemeester en wethouders; 8. Indien tegen het ontwerpbesluit tot vaststelling van het uitwerkingsplan zienswijzen zijn ingediend, wordt het besluit door burgemeester en wethouders met redenen omkleed. 9. Burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen hebben ingediend de beslissing daaromtrent mede; 10. Het besluit wordt door burgemeester en wethouders aan Gedeputeerde Staten ter goedkeuring aangeboden indien: a. Gedeputeerde Staten niet kenbaar hebben gemaakt dat het besluit hunnerzijds geen goedkeuring behoeft; b. tegen het ontwerpbesluit één of meer zienswijzen zijn ingekomen, in welk geval gelijktijdig de zienswijzen worden overgelegd; 11Burgemeester en wethouders geven kennis van het besluit van Gedeputeerde Staten aan hen die zienswijzen hebben ingediend. Indien de gemeenteraad besluit de bevoegdheid tot de verdere afhandeling aan zich voor te behouden, dan dient voor burgemeester en wethouders in de leden 6 t/ m 11 gelezen te worden: de gemeenteraad.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 553