Blad 2
wordt de advisering in deze gevallen overgelaten aan
de voorzitters van de kamers; dit ter beoordeling aan
de voorzitters.
4 Ten aanzien van bezwaarschriften gericht tegen
besluiten inzake het toekennen van uitkeringen aan
ambtenaren op grond van de
Arbeidsvoorwaardenregeling, waarvan de toekenning van
een uitkering en het nemen van een besluit om
uitvoeringstechnische gronden uitbesteed zijn, kunnen
burgemeester en wethouders bepalen dat deze
bezwaarschriften niet vallen onder de bevoegdheid van
de adviescommissie als bedoeld in lid 1.
Artikel 3 Samenstelling van de adviescommissie
1 De voorzitters en de leden worden door de raad, het
college en de burgemeester benoemd, geschorst en
ontslagen
2 De raad, het college en de burgemeester kunnen een
aantal plaatsvervangende leden benoemen.
3 De adviescommissie regelt de vervanging van de
voorzitters en de leden.
4 De voorzitters en de leden van de adviescommissie
maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder
verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.
Artikel 4 Kamers
1 De adviescommissie bestaat uit drie kamers:
a. de algemene kamer;
b. de sociale zekerheidskamer;
c. de kamer voor personeelsaangelegenheden.
2 a. de algemene kamer adviseert over alle bezwaren die
niet tot de competentie van de andere twee kamers
behoren;
b. de sociale zekerheidskamer adviseert met
betrekking tot bezwaren tegen besluiten op grond van
de sociale zekerheid;
c. de kamer voor personeelsaangelegenheden adviseert
met betrekking tot bezwaarschriften die zijn
ingediend tegen genomen besluiten of verrichte
handelingen ten aanzien van ambtenaren in de zin van
artikel 1 van de Ambtenarenwet;
3 de raad, het college en de burgemeester regelen
indien noodzakelijk de overige werkzaamheden van de
adviescommissie en haar kamers;
4 Elke kamer bestaat uit tenminste drie leden waarvan
één lid optreedt als voorzitter.
5 Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze
verordening zo veel mogelijk van overeenkomstige
toepassing
Artikel 5 Secretaris
1 De secretarissen van de kamers zijn door het college
aangewezen ambtenaren.
2 Het college kan tevens een of meer plaatsvervangers
van de secretaris aanwijzen.
Blad 3
Artikel 6 Zittingsduur
1 De voorzitters, de leden en de plaatsvervangende
leden van de kamers treden af op de dag van het
aftreden van de raad.
2 De voorzitters, de leden en de plaatsvervangende
leden van de kamers kunnen op elk moment ontslag
nemen
3 De aftredende voorzitters, de aftredende leden en de
aftredende plaatsvervangende leden van de kamers
blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging
is voorzien.
4 Het lidmaatschap eindigt bij overlijden.
Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift
1 Op het ingediende bezwaarschrift wordt door of
vanwege het gemeentebestuur de datum van ontvangst
aangetekend.
2 Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken
wordt zo spoedig mogelijk in handen van de
betreffende kamer gesteld.
Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van
de Awb worden voor de toepassing van deze verordening
uitgeoefend door de voorzitters van de kamers:
a artikel 2:1, tweede lid;
b artikel 6:6, wat betreft het aan de indiener stellen
van een termijn;
c artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken
betreft tijdens de behandeling door de
adviescommissie;
d artikel 7:4, tweede lid;
e artikel 7:6, vierde lid.
Artikel 9 Vooronderzoek
1 De voorzitters van de kamers zijn bevoegd
rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen
of te laten inwinnen.
2 De voorzitters kunnen uit eigen beweging of op
verlangen van de kamers bij deskundigen advies of
inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen
daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien
daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging
van het college vereist.
Artikel 10 Hoorzitting
De voorzitters van de kamers bepalen plaats en tijdstip van
de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend
orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de kamer
te laten horen.