4.2. Preventie Beleidsbeslissingen De Brandweer Leeuwarden krijgt vanuit de optiek van de brandweerzorg en rampenbestrijding een structurele adviesfunctie binnen ruimtelijke ontwikkelingen, integrale veiligheid, evenementenbeheer, etc. zowel lokaal als in regionaal verband. Steeds wordt aangegeven wie bij de advisering betrokken zijn en op welke wijze ontwikkelingen en vergunningen tot stand zijn gekomen (b.v. via een procedurebeschrijving of het inrichten van een werkoverleg). Bij bestemmingsplannen en andere ruimtelijke ontwikkelingen wordt een veiligheidseffectrapportage gevoegd waarin de aspecten van brandweerzorg en rampenbestrijding worden opgenomen. Een hoofdroutekaart kaart met relevante brandweerroutes wordt vastgesteld. De gemeentelijke bijdrage aan de actualisatie van de Risicokaart Fryslan wordt gecoördineerd door de Brandweer Leeuwarden. Het Preventie-activiteitenplan (Prevap) zal daartoe mede dienen (Zie 4.2 Preventie). De uiteindelijke resultaten worden beschikbaar gesteld ten behoeve van de regionale beleidsontwikkelingen die voorzien in een lokale vertaling van een geactualiseerde risico-inventarisatie in het Gemeenschappelijk MeldkamerSysteen (GMS) en in aanvals- en rampbestrijdingsplannen. Een onderzoek wordt ingesteld naar de vraag of aanleiding bestaat tot routering van het vervoer van gevaarlijke stoffen. BELEIDSPLAN BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2003-2006 VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN - november 2002 13 Algemeen Preventie omvat de zorg voor het voorkomen van directe oorzaken van brand en het zoveel mogelijk beperken van de gevolgen van brand. Ook betreft preventie de zorg voor het voorkomen van directe oorzaken van onveiligheid en het zoveel mogelijk beperken van de gevolgen indien zich toch onverhoopt een onveilige situatie voordoet. Preventie maakt al meerdere jaren deel uit van de brandweertaken. In de Brandweerwet 1985 staat expliciet dat de brandweer, onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders, de zorg heeft voor het voorkomen en beperken van brand, brandgevaar en al hetgeen daarmee verband houdt; alsmede het beperken van gevaar voor mens en dier bij ongevallen anders dan bij brand. In landelijke wet- en regelgeving worden meerdere referentiekaders genoemd voor de brandpreventie. De Woningwet en aansluitend het Bouwbesluit zijn de basis voor lokale verordeningen. Daarnaast staan in de Wet Milieubeheer en de Arbowet- en regelgeving veel aanknopingspunten voor preventiemaatregelen. Brandveilig gebruik van een bouwwerk of een bouwwerk niet zijnde een gebouw wordt geregeld in een gebruiksvergunning, op grond van respectievelijk hoofdstuk 6 van de (model-) Bouwverordening of de (model-) Brandbeveiligingsverordening. Zowel voor gebouwen en inrichtingen als voor tijdelijke evenementen en het plaatsen van tenten e.d. kan de gemeente een gebruiksvergunning verstrekken. Met een Preventie Activiteitenplan (Prevap) kan een gemeente ten aanzien van de preventieve brandweerzorg de taken en de uitvoering ervan vastleggen en aan de hand daarvan controle doen uitvoeren. In het Prevap is vastgelegd hoeveel tijd en menskracht wordt uitgetrokken voor de preventie-activiteiten in het kader van de brandweerzorg. En vooral wat dat dan betekent: hoeveel vergunningen men denkt af te geven, hoeveel controles men denkt te verrichten enzovoort. Het Prevap geeft daarbij prioriteiten aan; sommige inrichtingen in de gemeente moeten meer aandacht hebben dan andere. Alleen zo kan de (vrijwel altijd schaarse) tijd doelmatig worden besteed. Onontbeerlijk hierbij is een goed inzicht in de feitelijke situatie. Daarom moet in bijna elke gemeente eerst een inventarisatie plaatsvinden van de inrichtingen, hun brandrisico en hun vergunningen. In een Prevap-project worden, uitgaande van de preventiedoelstellingen van een gemeente, de hoofdlijnen bepaald waarmee de preventie wordt uitgevoerd. Verschillende, lokale, invullingen blijven daarbij mogelijk.10 Taakvelden Activiteiten binnen de preventieschakel zijn grofweg onder te verdelen in de volgende drie taakvelden: Advisering aan bouw- en woningtoezicht bij bouwaanvragen; Afgifte en controle van gebruiksvergunningen; Externe voorlichting. Het eerste taakveld omvat het toetsen van nieuwe bouwaanvragen aan de bestaande wet- regelgeving betreffende de brandveiligheid van het gebouw. Per 1 januari 2003 wordt het Bouwbesluit gewijzigd. Als gevolg daarvan worden onder meer functies van gebouwen en de specifieke eisen die daaraan worden gesteld meer gedifferentieerd, waardoor de brandpreventieve maatregelen meer toegesneden kunnen worden op het risico en gebruik van het gebouw. Activiteiten binnen dit eerste taakveld kunnen een bijdrage leveren aan een beter veiligheidsniveau. Door bouwaanvragen te toetsen aan de wet- en regelgeving kunnen onder andere brandmeldinstallaties met volledige bewaking worden geëist voor bijvoorbeeld een nieuw te bouwen bejaardentehuis. Door deze brandmeldinstallatie wordt een brand eerder ontdekt en kan de brandweer sneller gealarmeerd worden. Tevens kan de interne organisatie eerder met de ontruiming beginnen. Hierdoor neemt de kans op slachtoffers aanzienlijk af en wordt de schade zoveel mogelijk beperkt. 10 Bron: Bijlage 7 bij het Ontwikkelingsplan Brandweer Leeuwarden, maart 1996. BELEIDSPLAN BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2003-2006 VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN - november 2002 14

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 81