1 Ook kan door een optimaal brandpreventieniveau worden voorkomen dat onbeheersbare branden ontstaan (b.v. in bedrijfsverzamelgebouwen of opslaggebouwen). Het tweede taakveld is de afgifte en controle van gebruiksvergunningen. Ondanks een voldoende preventieniveau bij de bouw van een object, kan een ongewenste gebeurtenis niet worden uitgesloten. Gedrag in en gebruik van inrichtingen en bouwwerken heeft een grote invloed op de veiligheid. Daarbij is de eigen verantwoordelijkheid van de eigenaar en/of gebruikers evident. De zelfsluitende deur tussen twee vertrekken is lastig als deze met een dienblad in de handen dagelijks wordt gebruikt. Een houten kegje er onder en de deur blijft openstaan! Maar ook in geval van brand staat de deur open; de rookontwikkeling belemmert de vluchtweg en de brand heeft vrij spel. En in een restaurant of in een mooi aangeklede accommodatie steken de groene vluchtwegtransparantjes af bij de omgeving. Een gordijn voor het transparantje en de vluchtdeur en niemand heeft er last van, totdat... Conform het model voor de bouwverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (V.N.G.) is bepaald dat in de volgende situaties een gebruiksvergunning moet worden aangevraagd: als in bouwwerken meer dan 50 personen aanwezig zullen zijn; als aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of voor verzorging nachtverblijf wordt verschaft; als aan meer dan 10 kinderen (jonger dan twaalf jaar) of lichamelijk of geestelijk gehandicapten dagverblijf wordt verschaft; als op grond van de Wet op de Bejaardenoorden bejaarden worden gehuisvest; als bedrijfsmatig de in de Regeling Bouwbesluit Brandveiligheid 11 bedoelde stoffen zullen worden opgeslagen. Handhavingsprocessen zijn mede naar aanleiding van de rampen in Enschede en Volendam centraal komen te staan. Regulering stopt niet bij de afgifte van de vergunning; controle en toetsing zijn van groot belang. En het blijkt (o.a. naar aanleiding van de evaluaties van bovengenoemde rampen) dat binnen de totale reguleringsketen - van vergunningverlening tot handhaving - de afstemming tussen verschillende bij veiligheid betrokken beleidsterreinen cruciaal is. Het derde taakveld omvat externe voorlichting over brandpreventie. !n het kabinetsstandpunt "Nieuwjaarsbrand Volendam" wordt als een grondbeginsel aangegeven dat verbeteren van de brandveiligheid begint bij het bewust worden van burgers, ondernemers, instellingen en overheden van brandveiligheidsrisico's en van hun rol bij het bevorderen van brandveiligheid. Uit evaluaties van recente rampen en ongevallen blijkt ook steeds weer dat er door de brandweer nog veel te weinig en ongestructureerd aandacht besteed wordt aan voorlichting en daarmee (veiligheids-)winst onbenut blijft. Het bewustwordingsproces bij de burger/ondernemer verdient ook de aandacht als door rampen niet alleen de objectieve veiligheid het gespreksonderwerp is, maar ook de subjectieve veiligheidsbeleving aangetast wordt. De bevordering van veiligheid door de kennis en het bewustzijn bij burgers te vergroten levert een bijdrage aan verantwoord handelen. Landelijk lopen meerdere informatie- en communicatietrajecten omtrent veiligheid. Van sociale veiligheid in termen als "De samenleving, dat ben jij!" tot spotjes van de Stichting Consument en Veiligheid over brandveiligheid en huisbrandmelders. Ook wordt één week per jaar de brandpreventie centraal gesteld in de gelijknamige Brandpreventieweek. Daarnaast kan lokaal specifieke voorlichting worden gegeven aan doelgroepen (b.v. scholen, zorggebouwen, horeca, etc.) over onder meer het brandveilig gebruik van de gebouwen en inrichtingen. Voorlichting gaat echter verder. Het gaat om communicatie met burgers (wijkgericht en gemeentebreed), ondernemers en instellingen zoals scholen en bejaardentehuizen (periodiek en aangepast aan de doelgroep). Wat betreft de voorlichting kunnen als voorbeeld de huisbrandmelders worden genoemd. Hoewel toepassing (nog) geen verplichting is, draagt de 'rookmelder' bij in een tijdige alarmering van de bewoners, indirect wordt de brandweer in een vroeger stadium gealarmeerd (zie figuur 3a en 3b). In voorkomende situaties is door de tijdige ontdekking en melding de brand nog redelijk klein, waardoor de schade eveneens beperkt blijft. De gemeente kan beleid ontwikkelen om het toepassen van huisbrandmelders te promoten, variërend van passieve voorlichting tot het beschikbaar stellen van huisbrandmelders. 11 Staatscourant 1992, 104 BELEIDSPLAN BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2003-2006 VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN - november 2002 15 Ontdekklngstïjct--' Meldtijd Opkomsttijd tn2ettijd 0* Ontstaan van BRAND f 1-1-2 nr\ 15 Ontdekking Melding Verwerking/alarmering Uitruk Aankomst bij het brandadres Inzet Ontdekkingstijd wordt verkort naar pim. 5 minuten Meldtijd Opkomsttijd Inzettijd Ontstaan van BRAND 1-1-2 Uitruk Ontdekking Melding Verwerking/alarmering Aankomst bij het brandadres Inzet Nota bene: een tijdwinst van ongeveer 8 minuten. In relatie tot het brandverloop is dit een cruciale periode Figuur 3a. Normatief brandverloop zonder detectie. Figuur 3b. Normatief brandverloop met detectie. Situatie en ontwikkelingen in de gemeente Leeuwarden Binnen de gemeente Leeuwarden zijn de referentiekaders voor preventiewerkzaamheden - naast landelijke wet- en regelgeving als het Bouwbesluit - beschreven in de Bouwverordening 1997 en de Brandbeveiligingsverordening 1993. Het Prevap voor de gemeente Leeuwarden, reeds aangekondigd in het kader van het Ontwikkelingsplan Brandweer Leeuwarden 1996, is nog niet beschikbaar. Bouwvergunningen worden afgegeven door de sector Bouwen en Wonen van de Dienst Stadsontwikkeling en -beheer waarbij zorg gedragen wordt voor het opnemen van brandpreventie- voorwaarden. Raadpleging van en terugkoppeling naar de Brandweer Leeuwarden vindt structureel plaats. Milieuvergunningen worden afgegeven door de sector Milieu van de Dienst Stadsontwikkeling en - beheer op grond van de Wet Milieubeheer en Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB's). Hiervoor geldt dat de inbreng van de brandweer niet structureel geregeld is. Na met name de vuurwerkramp in Enschede is echter duidelijk geworden dat betrokkenheid van de brandweer van groot belang is. Uit een voorlopige inventarisatie blijkt dat in Leeuwarden ca. 1350 gebouwen dienen te beschikken over een gebruiksvergunning en dat ca. 30 evenementen per jaar plaatsvinden, waarvoor een vergunning moet worden aangevraagd. Op dit moment zijn 500 gebruiksvergunningen door de Brandweer Leeuwarden afgegeven en zijn 30 vergunningsaanvragen in behandeling. De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft zeer recent een onderzoek ingesteld naar de gemeentelijke actieprogramma's in het kader van de brandveiligheid en scores toegekend (slecht, onvoldoende, matig tot voldoende, goed en uitstekend). BELEIDSPLAN BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2003-2006 VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN - november 2002 1 6

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 82