Personeel
De Nederlandse brandweer bestaat voor het overgrote deel uit vrijwilligers. Van de personeelssterkte
van het Leeuwarder brandweerkorps maken 36 vrijwilligers deel uit. Gelet op het beeld van het
verloop zal de behoefte aan instroom van vrijwilligers de komende jaren sterk toenemen.
Continuïteit en werving worden voor de brandweer echter steeds moeilijker16. Maatschappelijke
ontwikkelingen en demografische gegevens maken de situatie niet rooskleuriger. Vergrijzing,
individualisering, mobiliteit en forensisme leiden tot een moeizame invulling van de vacatures die
ontstaan. Organisatorische aspecten als verbreding van het takenpakket (taak in de
rampenbestrijding), aanscherping van eisen (Besluit Brandweerpersoneel en Leidraad Oefenen) en in
samenhang daarmee de ontwikkeling naar professionalisering vragen steeds meer van vrijwilligers.
Van de ongeveer 26.500 mensen die verbonden zijn aan de gemeentelijke brandweerkorpsen, bestaat ongeveer 82%
uit vrijwilligers.17 in relatie tot vrijwilligheid zijn o.a. de volgende trends waarneembaar:
een verbreding en verdieping van het takenpakket van de brandweerorganisatie;
een aanscherping van eisen die (ook) aan de vrijwilliger worden gesteld (fysieke conditie, opleiding en
geoefendheid;
een met beide voorgaande punten samenhangende tendens tot professionalisering die zich steeds moeilijker
laat verenigen met het karakter van vrijwilligheid van de organisatie.
Ook de werving van beroepspersoneel verloopt trager dan enige jaren geleden. Met name het aanbod
van personeel waaraan specifieke eisen worden gesteld (bijvoorbeeld personeelsleden met een
preventietaak) is drastisch afgenomen.
In de Handleiding Brandweerzorg zijn minimale aantallen opgenomen voor de bemensing van de
voertuigen. De uitrukfunctie van de Brandweer Leeuwarden wordt overeenkomstig uitgevoerd.
In het Besluit Brandweerpersoneel wordt onder meer aangegeven met welke frequentie
brandweermensen medisch gekeurd dienen te worden. De keuring van het brandweerpersoneel van
de Brandweer Leeuwarden vindt overeenkomstig plaats.
Opleiden en Oefenen
leder lid van de brandweer moet opgeleid zijn voor de taken die zij of hij dient uit te voeren. In het
Besluit Brandweerpersoneel is dit geregeld en zijn de rangen (behorend bij de repressieve functies)
gekoppeld aan een opleidingsniveau. Vervolgens moet het geleerde - systematisch - worden
onderhouden. Al sinds jaar en dag wordt daarom binnen de brandweer veel geoefend. Toch bestaan
er knelpunten bij het oefenen, die zijn verwoord in de nota Beter oefenen bij de brandweer18. In deze
nota wordt onder meer een pleidooi gehouden voor realistisch oefenen.
Onder realistisch oefenen wordt verstaan het oefenen conform de werkwijze van het korps, onder een realistische tijdsdruk en
rekening houdend met de te verwachten ontwikkelingen van het incident in relatie tot de genomen bestrijdingsmaatregelen.
Tijdens het oefenen worden procedures toegepast waarmee de realiteit zoveel mogelijk wordt benaderd, waarbij met echt vuur
of een realistische simulatie wordt gewerkt in een realistische omgeving.
Als antwoord daarop is de Leidraad Oefenen opgesteld, waarin een duidelijke oefensystematiek staat
beschreven (figuur 4). Daarnaast wordt met dit instrument een handvat aangereikt om een invulling te
geven aan de veiligheid bij het repressief optreden.
Vanuit de Arbowet- en regelgeving zijn werkgevers namelijk verplicht voldoende onderricht
(voorlichting en oefeningen) te bieden aan het personeel voor de uitvoering van de hun opgedragen
taken. Overigens zijn de werknemers verplicht dit onderricht te volgen.
Bij (bijna) bedrijfsongevallen zal de Arbeidsinspectie ook nadrukkelijk nagaan of dit voldoende is
uitgevoerd. Het inzicht in de geoefendheid is daarom een wezenlijk onderdeel van de systematiek.
16 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Brandweer en vrijwilligers Den Haag, maart 1998.
17 Bron: Brandweerstatistiek 2000, uitgave CBS
18 Ministerie van Binnenlandse Zaken (19961
BELEIDSPLAN BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2003-2006 VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN - november 2002
19
De Brandweer Leeuwarden besteedt naast de opleidings- en oefenactiviteiten voor de lokale taken
veel tijd aan het opleiden en oefenen ten behoeve van de in regionaal verband uit te voeren taken. De
mate van geoefendheid is nog niet in overeenstemming met de Leidraad Oefenen. Op dit moment
bestaat geen specifiek opleidingsplan en oefenplan.
Takenpakket
Oefen onderwerpen r„„| Planning r Oefenen p Meten p-.j Registratie
ANALYSE
vaardigheden
Beschikbare
oefenuren 1 jj verdeling
van uren
Figuur 4. Oefencyclus (bron: Leidraad Oefenen).
9
Bluswatervoorzieninqen
Bluswatervoorzieningen zijn noodzakelijk bij de uitvoering van de repressieve taken. In diverse
documenten c.q. regelgeving staat beschreven om hoeveel voorzieningen het gaat en op welke wijze
deze aanwezig moeten zijn nabij bouwwerken.19 De bluswatervoorzieningen zijn onder te verdelen in
primaire (bijv. ondergrondse brandkranen), secundaire (bijvoorbeeld vijvers) en tertiaire (aanvullend
op de primaire en secundaire, zoals een wat verder gelegen kanaal). De ondergrondse brandkranen
zijn aangesloten op het drinkwaterleidingnet.
Om de kwaliteit van het drinkwater te vergroten willen de leveranciers van drinkwater de diameter van
de waterleiding verkleinen. Dit heeft consequenties voor de capaciteit van de brandkranen en
derhalve voor de incidentbestrijding.
Een andere ontwikkeling speelt rond de exploitatie van de brandkranen. Uitgangspunt van de
leverancier is dat het 'brandkraantarief kostendekkend dient te zijn. Gelet op de uitleg van nieuwe
woonbuurten en industrieterreinen en de renovatie van buurten kan dit een forse stijging van het
budget voor bluswatervoorziening betekenen, tenzij sprake is van secundaire voorzieningen.
De waterleidingmaatschappijen in Nederland zijn bezig met het opstellen van een nieuwe Brandblus-
overeenkomst. Daarin zal ook duidelijk moeten worden welk product (in termen als gegarandeerde
waterlevering, onderhoud, etc.) tegen welke prijs wordt afgenomen.
Het college van B W is verantwoordelijk voor het adequaat inrichten van de bluswatervoorziening.
In Leeuwarden worden zowel primaire, secundaire als tertiaire bluswatervoorzieningen toegepast. Tot
op heden is geen specifiek beleid ontwikkeld met betrekking tot het instandhouden en bevorderen van
de bluswatervoorziening. Met name in buitengebieden is de capaciteit van het drinkwaterleidingnet -
als bluswatervoorziening - beperkt.
Verbetering hierin aanbrengen vraagt om zeer forse investeringen. Voorlopig wordt volstaan met het
snel oproepen van een extra bluseenheid, die zowel extra water meebrengt als mensen beschikbaar
stelt om over langere afstand bluswater te transporteren.
19
Publicatie Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR)
BELEIDSPLAN BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2003-2006 VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN - november 2002
20