Blad 3
Het moge duidelijk zijn, dat met name op een wat grotere
afstand tot het museum, de kolommen vanaf de openbare weg
zichtbaar zullen zijn. Aangezien het mogelijk is om gebruik
te maken van een lichte constructie, zal de invloed op het
straatbeeld gering zijn. Daarbij speelt ook een rol dat de
kolommen grotendeels schuil zullen gaan achter de opnieuw
aan te brengen kappen.
Wij achten de voorgestelde glazen overkapping uit
ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar. Zeker gezien de voordelen
die deze overkapping oplevert voor de binnentuin en het
monument zelf, verdient een dergelijke overkapping de
voorkeur boven andere oplossingen.
Toetsing aan stedenbouwkundige randvoorwaarden
Zoals hiervoor vermeld zijn er door de gemeenteraad voor de
uitbreidingsplannen van het museum stedenbouwkundige
randvoorwaarden vastgesteld. Het ingediende bouwplan
voldoet volledig aan deze randvoorwaarden.
Welstands- en monumentale aspecten
Aangezien Schoenmakersperk 2 een monumentaal pand betreft
is er naast een bouwvergunning eveneens een
monumentenvergunning noodzakelijk. In dat kader is er
advies gevraagd bij de monumentencommissie van Hüs en Hiem
en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.
Op dit moment hebben wij de definitieve adviezen van deze
instanties nog niet ontvangen. Het ontwerp is echter wel in
een vooroverleg uitgebreid besproken, waarbij beide
instanties positief waren ten aanzien van de overkapping
door middel van de vier pylonen.
De kans bestaat, dat er vanuit de monumentencommissie of de
Rijksdienst nog kanttekeningen worden geplaatst ten aanzien
van de detaillering of bijvoorbeeld de nieuwe gevel aan het
JacobijnerkerkhofHet moge duidelijk zijn dat het ontwerp
ook op deze onderdelen volledig zal moeten voldoen aan de
eisen van deze instanties.
Gelet op de planning van de uitvoering van de plannen,
aanvang bouw 1 april 2003, is het van belang dat de
vrijstellingsprocedure nu wel wordt voortgezet.
De vrijstellingsprocedure is noodzakelijk vanwege de
onderdelen die niet passen binnen het bestemmingsplan. In
het kader van deze procedure is het met name van belang of
een bouwplan in stedenbouwkundig opzicht aanvaardbaar is.
De wijze waarop een gevel wordt vormgegeven is hierbij in
principe ondergeschikt. Dit aspect zal uiteraard wel zeer
zorgvuldig en kritisch door de adviserende instanties
worden beoordeeld.
Gelet hierop verzoeken wij u, ondanks dat de definitieve
adviezen van de Rijksdienst en de monumentencommissie nog
niet bekend zijn, in te stemmen met het voortzetten van de
vrij stellingsprocedure
Wij zullen in ieder geval op een later moment in de
procedure het definitieve, door de monumentencommissie en
Blad 4
Rijksdienst goedgekeurde ontwerp, aan u ter instemming
voorleggen
Eindconclusie ruimtelijke onderbouwing
Gelet op het vorenstaande, zijn wij van oordeel dat het
bouwplan uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening
aanvaarbaar moeten worden geachtOp grond daarvan kan
medewerking worden verleend aan de bouwaanvraag
Inspraakprocedure ex artikel 6a van de WRO
Op grond van artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening is bij een procedure ex artikel 19, lid 1 WRO een
inspraakprocedure verplicht.
In dat kader is de bouwaanvraag op 21 augustus 2002
gepubliceerd in het "Huis aan Huis" en hebben de plannen
vanaf 22 augustus 2002 gedurende vier weken ter inzage
gelegen
Tijdens deze inspraaktermijn zijn er geen inspraakreacties
ingediend
Voorbereidingsbesluit
Het bestemmingsplan "Rondom de Grote Kerk" is 12 november
1981 vastgesteld en 6 januari 1983 goedgekeurd. Het
geldende bestemmingsplan is dan ook ouder dan 10 jaar.
Indien een bestemmingsplan ouder is dan 10 jaar, dan kan de
vrijstelling pas worden verleend, nadat er een
voorbereidingsbesluit is genomen. Dit overeenkomstig
artikel 19, lid 4 WRO. Wij stellen u voor om het
voorbereidingsbesluit te nemen, volgens bijgaande concept
raadsbesluit
Delegatiebesluit
Ingevolge artikel 19, lid 1 WRO wordt de vrijstelling door
de gemeenteraad verleend. Volgens hetzelfde artikel is het
echter ook mogelijk om deze vrijstellingsbevoegdheid te
delegeren aan ons college.
Wij stellen u voor om de verdere procedure volgens de
procedurevoorschriften zoals omschreven in artikel 19a WRO
(het ter inzage leggen van het verzoek om vrijstelling, de
beoordeling van eventuele zienswijzen, het aanvragen van
een verklaring van geen bezwaar bij Gedeputeerde Staten en
het besluit omtrent de vrijstelling) aan ons college te
delegeren, overeenkomstig bijgevoegd concept-raadsbesluit.