Blad 4
artikel 1.8. Verlenen van subsidie
1. Het verlenen van subsidie geschiedt door het college.
2Het college bevestigt binnen twee weken de ontvangst van
de aanvraag.
3Het college beslist binnen twaalf weken na ontvangst van
de aanvraag
4. Het college kan de in het vorige lid genoemde termijn,
met redenen omkleed, eenmalig met zes weken verlengen.
5. Het college kan overgaan tot het verstrekken van een
voorschot of het betalen van subsidiebedragen in gedeel
ten.
6. In afwijking van het bepaalde in het derde en vierde lid
kan het college een aanvraag aanhouden indien voor het
werk waarvoor subsidie wordt aangevraagd een bouwvergun
ning, een monumentenvergunning en/of een sloopvergunning
is vereist en deze vergunning(en) nog niet is of zijn
verleend. Het college geeft in de ontvangstbevestiging
als bedoeld in het tweede lid aan dat het de aanvraag
aanhoudt totdat de benodigde vergunning(en) is of zijn
verleend.
7. Het college weigert de subsidieverlening indien:
a) de noodzaak van de investering naar zijn oordeel niet
is aangetoond;
b) de investering niet of onvoldoende doelmatig is;
c) reeds een begin is gemaakt met de werkzaamheden zon
der zijn toestemming;
d) de aanvraag in strijd is met het bij of krachtens de
ze verordening bepaalde.
artikel 1.9. Verplichtingen
Het college kan de subsidieontvanger naast de in artikel
4:37 Awb genoemde verplichtingen bij de subsidieverlening
andere voorwaarden en beperkingen opleggen die strekken tot
verwezenlijking van het doel van de subsidie.
artikel 1.10. De gereedmelding
1. De subsidieontvanger dient het project binnen één jaar
na de definitieve oplevering van het project bij het
college gereed te melden.
2De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling
en uitbetaling van de subsidie en geschiedt op een door
het college vastgesteld en door de subsidieaanvrager
volledig ingevuld en ondertekend gereedmeldingsformu-
lier
3. De gereedmelding. als bedoeld in het eerste lid bevat in
ieder geval
a. een verklaring van de subsidieontvanger dat bij het
realiseren van het project is voldaan aan de voor
waarden en verplichtingen waaronder subsidie is ver
leend;
b. een gespecificeerde opgave van de kosten van de in
vestering;
c. een opgave van de dag waarop het project is gereed
gekomen
Blad 5
d. een accountantsverklaring indien het college daarom
verzoekt
4Het college bevestigt binnen drie weken de ontvangst van
de gereedmelding als bedoeld in het eerste lid.
5 De aanvrager dient gedurende een periode van vijf jaar
na de gereedmelding alle rekeningen en betalingsbewijzen
met betrekking tot de werkzaamheden ter controle be
schikbaar te houden.
artikel 1.11. Informatieplicht
1. De subsidieaanvrager stelt het college onverwijld in
kennis van gewijzigde feiten en omstandigheden waarvan
hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die van
belang zijn voor het verlenen, wijzigen of intrekken van
de subsidie.
2. De subsidieaanvrager verleent aan het college inzage in
de bescheiden en documenten die betrekking hebben op de
werkzaamheden of activiteiten en verstrekt alle inlich
tingen die naar het oordeel van het college nodig zijn
om te beoordelen of aan de voorwaarden en verplichtingen
die verbonden zijn aan de subsidieverlening wordt vol
daan.
3Aan vragen vanwege het college met betrekking tot de
evaluatie en het controleren van de jaarlijkse voortgang
dient door alle partijen volledige medewerking worden
verleend.
4. De financiële consequenties van deze informatieplicht
komen voor rekening van iedere deelnemende partij zelf.
5De subsidieaanvrager verleent de ambtenaren belast met
de uitvoering van deze verordening op hun verzoek te al
len tijde toegang tot het werk. Na de gereedmelding
dient hij de ambtenaren in staat te stellen het voltooi
de werk te inspecteren.
artikel 1.12. De vaststelling van de subsidie
1. Het college neemt binnen twaalf weken na ontvangst van
de gereedmelding als bedoeld in artikel 1.10. een be
sluit tot vaststelling van de subsidie.
2Het college kan een besluit als bedoeld in het eerste
lid eenmaal met zes weken verdagen voor zover de contro
le op de juistheid van de gegevens daartoe aanleiding
geeft
3Bij de verdaging als bedoeld in het vorige lid doet het
college daarvan melding aan de subsidieaanvrager
4. Subsidievaststelling vindt plaats op basis van de door
het college aanvaarde en goedgekeurde uitvoeringskosten
met als maximum het bij de verlening van subsidie toege
kende bedrag.
5. Kostenverhogingen die ten tijde van de verlening van de
subsidie redelijkerwijs niet voorzienbaar waren, komen
uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien hiervoor
voorafgaand schriftelijk toestemming door het college is
verleend.