Blad 18
artikel 4.6. Overgangsbepaling
1. Op aanvragen, waarop vóór de inwerkingtreding van deze
verordening subsidie is verleend of een aanvraag om sub
sidie is ingediend, blijven de bepalingen van de rege
lingen op grond waarvan deze subsidie is verleend of
aangevraagd van toepassing.
2. De subsidieverordening stads-en dorpsvernieuwing 2001
blijft van kracht voor de subsidiëring van woningverbe
tering in de actiegebieden:
Gerard Doubuurt fase I en II;
Schieringerweg/Dennenstraat;
Uiterdijksterweg
artikel 4.7. Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de
achtste dag na die van bekendmaking.
2. De Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing 2001
(Rb. 17-12-2001, nr. 23757) en de Verordening woningge
bonden subsidies (Rb. 17-12-2001, nr. 23757) worden in
getrokken, met inachtneming van het bepaalde in artikel
4.6. Voor de uitvoering van de daar genoemde projecten
blijft de Subsidieverordening stedelijke vernieuwing
2003 buiten toepassing.
Toelichting bij Subsidieverordening Stedelijke
vernieuwing 2 003
1Inleiding
De overheid heeft een aantal instrumenten tot haar beschik
king om door haar gewenste ontwikkelingen te stimuleren en
tot stand te brengen. Hierbij gaat het om financiële in
strumenten als subsidies en fiscale faciliteiten. In dit
kader bepaalt de Wet stedelijke vernieuwing dat aan gemeen
ten Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) kan
worden verstrekt ten behoeve van de uitvoering van het ge
meentelijk beleid inzake de stedelijke vernieuwing.
Het rijk heeft aan de 3 0 rechtstreeks gemeenten, voor de
periode 2000 tot 2005, investeringsbudget stedelijke ver
nieuwing (ISV) toegekend. De provincie heeft datzelfde ge
daan ten aanzien van de (111) programmagemeenten. Dit ISV-
budget bestaat uit verschillende voormalige budgetten, zo
als het Stadsvernieuwingsfonds, de Tijdelijke stimulerings
regeling herstructurering goedkope woningvoorraad, het be
sluit woninggebonden subsidies (BWS)het Besluit locatie
gebonden subsidies en budgetten op het terrein van gevel-
isolatie in verband met wegverkeerslawaai en raillawaai en
bodemsanering. Met dit ISV-budget -eventueel aangevuld met
eigen gemeentelijke middelen - kan uitvoering worden gege
ven aan de stedelijke vernieuwingsopgave van de gemeenten,
zoals verwoord in het meerjarenontwikkelingsprogramma (MOP)
van de desbetreffende gemeenten.
Blad 19
Om dit ISV-budget te verdelen, is in een aantal gevallen
een verordening nodig. De gemeente kan deze op veel ver
schillende manieren inrichten. Dit is afhankelijk van de
gekozen wijze van subsidiëring. Voor de subsidieverordening
zijn de Wet stedelijke vernieuwing (WSV) de Algemene wet
bestuursrecht (Awb) en de algemene verordeningsbevoegdheid
uit artikel 149 Gemeentewet van belang.
In de subsidieverordening stedelijke vernieuwing wordt
thans niets geregeld over de middelen die beschikbaar komen
uit het Besluit locatiegebonden subsidies. Op basis van dat
besluit heeft de minister van Vrom een ontwikkelingscon
tract gesloten met de provincie waarin prestatieafspraken
zijn vastgelegd en geldmiddelen zijn toegezegd. Deze ont
wikkelingsovereenkomst loopt tot 2005. Tot dat tijdstip
zullen de BLS-middelen worden ingezet overeenkomstig de
gesloten ontwikkelingsovereenkomst. Nu is nog niet te voor
zien of en hoe in 2005 er behoefte zal ontstaan aan rege
ling van deze materie in de subsidieverordening stedelijke
vernieuwing
Ook voor gevelisolatie in verband met wegverkeers- en rail-
lawaai is in deze verordening thans geen regeling opgeno
men.
2. Algemeen
In deze verordening wordt een subsidiemethodiek geïntrodu
ceerd die meer aansluit bij het huidige gedachtegoed van
stedelijke vernieuwing, dat wil zeggen, geen gedetailleerde
subsidievoorwaarden, maar globalere en integralere investe
ringen toetsen aan de gemeentelijke beleidsdoelstellingen,
waarbij onder investering wordt verstaan elke financiële
inspanning gericht op een fysieke maatregel in het kader
van stedelijke vernieuwing'
In het ISV ontwikkelingsplan zoals vastgelegd in het MOP
zijn stadsdelen aangewezen waar de stedelijke vernieuwings
opgave het grootst is. Het is dan ook logisch dat de ge
meenteraad budget reserveert voor stedelijke investerings
plannen in die stadsdelen en bij de realisering voorrang
geeft aan de subsidietoekenning aan die stadsdelen door het
nemen van een zogenaamd verdeelbesluitHet verdeelbesluit
biedt de mogelijkheid voorrang te geven aan bepaalde ISV
investeringen binnen zogenoemde vernieuwingsgebieden waar
de opgave voor stedelijke vernieuwing het grootst is.
Dit neemt niet weg dat ook denkbaar is dat ISV-gelden
worden geïnvesteerd in de uitleggebieden, omdat door die
investeringen vooral ook ontwikkelingen in de bestaande
stad kunnen worden gestimuleerd. Zo is denkbaar dat - zoals
vroeger gebeurde met inzet van BWS-middelen - sociale bouw
in de uitleggebieden wordt gesubsidieerd omdat die nieuw
bouw voorwaarde is voor het op gang brengen van een verbe
tering van het woon- en leefklimaat in de bestaande stede
lijke gebieden.