Blad 2 0 De verordening is van opzet beperkt, omdat alleen de subsi dies opgenomen die aan derden (niet-overheidsorganen) kun nen worden toegekend. Volgens de subsidietitel 4.2 (artikel 4:21 derde lid) van Awb, hoeft er voor het verstrekken van financiële middelen aan rechtspersonen die krachtens pu bliekrecht zijn ingesteld (zoals gemeenten) geen subsidie verordening te worden gemaakt omdat er in dat geval geen sprake is van subsidie. Dit betekent dat de ISV-gelden die de gemeente zelf uitgeeft niet in deze subsidieverordening zijn opgenomen (zoals voor herinrichting van de openbare ruimte, bodemsanering, aankopen van grond en voorberei- dingskosten van complexe projecten) Naast de verordening is de subsidietitel 42 van de Awb van toepassing omdat deze rechtstreekse werking heeft. Subsidi ering in de gemeente geschiedt mede op basis van de 'subsi dieverordening Leeuwarden'Blijkens artikel 2, lid 1 van deze verordening blijft deze hier buiten werking omdat de ISV-middelen afkomstig zijn van het Rijk en de Provincie. In de verordening is geen plicht opgenomen om de werking van de verordening te evalueren, omdat de wettelijke rege ling van het ISV al voorziet in een verslaglegging over zowel de besteding van de gelden als het behalen van de beoogde effecten. Dat neemt niet weg dat de evaluatie van regelgeving in het algemeen van groot belang is. Dat geldt ook voor deze verordening die de subsidiëring van fysieke ingrepen mogelijk maakt. Evaluatie is hier temeer van be lang omdat met de fysieke ingrepen achterliggende (sociale) maatschappelijke effecten worden beoogd. De verordening is als volgt opgebouwd: 1. Hoofdstuk 1 bevat algemene artikelen zoals begripsom schrijvingen, maar ook de algemene procedure voor het aanvragen, verlenen, vaststellen, intrekken of wijzigen, betalen en terugvorderen van subsidies conform de voor noemde bepalingen van de Awb. 2. Hoofdstuk 2 biedt de mogelijkheid om ontwikkelingssubsi dies te verlenen voor de uitvoering en realisering van de ambities en doelstellingen, zoals die zijn vastgelegd in het meerjaren ontwikkelingsprogramma (MOP) 3Hoofdstuk 3 omvat een aantal aparte subsidiecategorieën: subsidie voor "maatregelen particuliere woningen" subsidie voor "Nieuwe woonruimte in bestaande panden" subsidie voor "Monumenten" subsidie voor "Bodemsanering" (Deze paragraaf moet nog worden ingevuld) 4Hoofdstuk 4 tenslotte bevat een aantal overgangs- en slotbepalingen. Blad 21 3. Artikelsgewijze toelichting Aanhef Artikel 4:32 Awb bepaalt dat subsidieverlening door een bestuursorgaan aan derden/niet-overheidsorganen een wette lijke grondslag behoeft. De grondslag voor deze verordening ligt in artikel 14 9 van de Gemeentewet. HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Dit hoofdstuk omvat algemene artikelen zoals begripsom schrijvingen, maar ook de algemene procedure voor het aan vragen, verlenen, vaststellen, intrekken of wijzigen, beta len en terugvorderen van subsidies conform de voornoemde bepalingen van de Awb. De algemene bepalingen van hoofdstuk 1 gelden voor alle onderdelen. Specifieke bepalingen of aanvullingen op deze algemene bepalingen staan in de hoofdstukken 2 en 3De bepalingen van hoofdstuk 1 zijn daarom naast de in hoofd stuk 2 en 3 genoemde voorwaarden van toepassing. artikel 1.1. Begripsomschrijvingen In deze bepaling wordt een aantal begrippen die in de na volgende bepalingen van deze verordening worden gebruikt en bij de toekenning van de verschillende subsidies een rol spelen, van een omschrijving voorzien. Nieuw is dat in dit artikel allerlei begrippen zijn opgenomen die te maken heb ben met de stedelijke vernieuwing, zoals verwoord in de wet en in het MOP. Het gaat om begrippen als vemieuwingsgebie- den, investeringen en ontwikkelingssubsidie. Begrippen als subsidie, subsidiebeschikking, subsidieverle ning- en vaststelling zijn niet in de begripsbepalingen opgenomen omdat deze begrippen reeds gedefinieerd zijn in de subsidietitel 4.2 van de Awb. artikel 1.2. Subsidiedoeleinden Lid 1 van dit artikel geeft aan dat op grond van deze ver ordening subsidie kan worden verstrekt voor elke investe ring in het kader van stedelijke vernieuwing. Voorts kan op grond van het hoofdstuk 3 subsidie worden verstrekt voor meer specifieke doeleinden. Lid 2 bepaalt dat alle (subsidie)aanvragen zullen worden getoetst aan de beleidsuitgangspunten voor de stedelijke vernieuwing in de gemeente, zoals deze zijn verwoord in de Wet en het MOP. artikel 1.3. Aanwijzing van gebieden Om op een effectieve, efficiënte en integrale wijze de on voorzienbare problemen aan te pakken is de mogelijkheid open gelaten dat de gemeenteraad gebieden aanwij st waarin deze verordening of een deel daarvan van toepassing is

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 109