Blad 30 e. Deze bepaling heeft veel verwantschap met d. Alleen is hier nog eens expliciet mogelijk gemaakt om voor appar tementseigenaren ook in de sfeer van beheer en onderhoud faciliterend op te treden. f. Tenslotte beoogt deze bepaling om ook een algemene basis te scheppen voor het scheppen van ondersteunende voor zieningen voor het functioneren van Verenigingen van Ei genaren. Gedacht kan worden aan een instelling die voor de VvE's bestuur, administratie en onderhoudsplanning overneemt artikel 3.1.3. Toepassingsbereik en voorwaarden Het college wijst de gebieden aan waarin deze paragraaf van toepassing is (eerste lid); bij die aanwijzing geven zij een omschrijving van de maatregelen uit deze paragraaf die in het aangewezen gebied zullen worden uitgevoerd (tweede lid) Daarbij moet de aard van de maatregelen worden om schreven en worden aangegeven wie subsidiegerechtigd zijn. Tevens dient in het plan precies te worden aangegeven of en in welke mate werkzaamheden in zelfwerkzaamheid mogen wor den uitgevoerd. Overigens zal - mede in verband met de be heersbaarheid van het proces - terughoudend met zelfwerk zaamheid worden omgegaan. In het plan wordt de hoogte van de subsidie (voor cascoher stel de hoogte van het subsidiepercentage) vastgesteld. Voor cascoherstel (woningverbetering) stelt het college een program van eisen vast (derde lid)In een dergelijk pro gram van eisen worden de elementen van het casco opgesomd; daarbij wordt voor alle elementen aangegeven waaraan zij na verbetering moeten voldoen. Het is denkbaar dat in bepaalde gebieden er strengere (of lichtere) eisen worden gesteld, bijvoorbeeld aan de uiterlijke verschijning van een reeks woningen. Met het oog daarop kan het college het program van eisen per gebied aanpassen. Hiermee wordt een grote flexibiliteit bereikt. De leden 4 tot en met 6 geven het college de mogelijkheid om per gebied verfijningen aan te brengen in de maatregelen die zij in het gebied wenselijk achten. Van praktisch groot belang is het vierde lid: voor collectief aan te pakken gebieden kan het college de spelregels voor de collectieve aanpak aangeven. Dit heeft consequenties voor het al dan niet subsidiabel zijn van begeleidingskosten en verhuis- en herinrichtingskosten artikel 3.1.4. Verlenen van subsidie voor cascoherstel In het eerste lid wordt de wijze van subsidiëren geregeld: er wordt alleen subsidie ineens verstrekt. De maximale sub sidie bedraagt 17.500 en niet meer dan 50% van de verbe- terkosten. Dit percentage wordt door het college van gebied tot gebied vastgesteld; zie artikel 3.1.3. Het tweede lid bevat een ondergrens voor de subsidiabele kosten. Aan deze grenzen is het college in beginsel gebonden bij zijn toe passing van artikel 3.1.3, tweede lid. Blad 31 Slechts met toepassing van de algemene vrijstellingsbe voegdheid of de hardheidsclausule kan het college van de hier genoemde grenzen afwijken. Het derde lid bevat een uitputtende opsomming van de subsi diabele kosten. Bij het berekenen van de subsidie mogen geen kosten worden opgevoerd die niet in deze opsomming zijn opgenomen. Het vierde lid geeft aan hoe de kosten moeten worden bere kend als het cascoherstel (gedeeltelijk) in zelfwerkzaam heid wordt uitgevoerd. Als vuistregel geldt dat slechts de materiaalkosten (en de gebruikelijke toeslagen als opgesomd in dit lid) als subsidiabele kosten worden aangemerkt. Er mag derhalve geen vergoeding voor de zelfwerkzaamheid in rekening worden gebracht. Dit geldt ook als de doe-het- zelver hulp inschakelt Het vijfde lid geeft een voorschrift over de termijn waar binnen het werk moet worden voltooid en de gereedmelding moet worden ingediend. Het zevende lid bevat de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend. De belangrijkste is dat de eigenaar na cas coherstel gedurende een ruime periode moet instaan voor goed onderhoud van de woning. artikel 3.1.5. Verlenen van subsidie bij andere maatrege len Dit artikel voorziet in de mogelijkheid een variëteit aan maatregelen te subsidiëren. Het betreft hier alle maatrege len genoemd in artikel 3.1.2 met uitzondering van het cas coherstel. Omdat niet op voorhand duidelijk is wat voor maatregelen dit zullen zijn is deze bepaling noodzakelij kerwijs tamelijk ruim. In het door het college vast te stellen plan (artikel 3.1.3, tweede lid) dienen de maatre gelen, de hoogte van de subsidie en de subsidiegerechtigden te worden aangewezen. Daarmee is de grondslag gegeven voor de subsidiëring op basis van dit artikel. Paragraaf 32 Nieuwe woonruimte in bestaande panden Deze paragraaf heeft betrekking op het maken van woonruimte in bestaande panden. Hierbij wordt in de eerste plaats ge dacht aan leegstaande of nauwelijks gebruikte verdiepingen boven winkels. Maar ook andere panden met een niet- woonfunctie kunnen met toepassing van deze paragraaf geheel of gedeeltelijk worden omgezet in woningen. Daarnaast is deze paragraaf van toepassing op ruimten die oorspronkelijk een woonfunctie hadden, maar deze hebben verloren. Het terugbrengen van de woonfunctie - in de ver ordening wordt dit omschreven als "ingrijpend verbeteren" - is subsidiabel. artikelen 3.2.1 t/m 3.2.5 Voor de woningen dient een programma van eisen te worden opgesteld door het college. Daarnaast staat als eis opge nomen dat de woningen een kwalitatieve bijdrage moeten le veren aan de woningvoorraad in de binnenstad.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 114