Blad 10 Verder merkt men ten aanzien van de overweg in de Ljochtewei in de nabijheid van km. 2.864 van de spoorweg Leeuwarden - Stavoren het volgende op. In de toelichting (blz. 31, Overleg) staat dat de Ljochtewei nu een (kortsluitende) fietsverbinding vormt. De industrieterreinen ter plaatse en de schoollocaties worden daarmee gemakkelijk bereikbaar. NS Railinfrabeheer streeft er in het kader van het overwegenbeleid (o.a. veiligheidsrisico's) naar om in overleg met de wegbeheerders zoveel mogelijk overwegen op te heffen en nu de kans op aanrijdingen van het treinverkeer met de overweg passerende scholieren aanwezig is, adviseert men om de mogelijkheden te bezien de overweg op te heffen. Reactie: Ten aanzien hiervan merken wij op, dat binnen de bestemming "Water" de als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor water en oeverstroken met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals (spoor)bruggen. De aanwezige bruggen (Newtonlaan en spoorbrug) zijn derhalve binnen deze bestemming toegelaten. Wij menen dat hiermee dat deze bestemmingsregeling de lading voldoende dekt Naar aanleiding van de opmerking van NS Railinfrabeheer om de mogelijkheden te bezien om de overweg in de Ljochtewei op te heffen, merken wij op, dat deze weg niet alleen een (kortsluitende) fietsverbinding vormt tussen Deinum en Leeuwarden, maar ook een functie vervult voor het landbouwverkeerVooralsnog bestaat er naar onze mening geen reden om ernaar te streven deze overweg op te heffen. VoorstelHet bestemmingsplan op dit onderdeel ongewijzigd vaststellen. Ambtshalve aanpassingen Actualisering naar aanleiding van de feitelijke ontwikkeling ven het bedrijventerrein Het bedrijventerrein Newtonpark 2 is inmiddels voor het overgrote deel ontwikkeld aan de hand van concrete aanvragen via toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Alleen een gedeelte in de noordwestelijke oksel van de Newtonlaan/Morseweg (oostelijk deel van het plangebied) is nog niet ingevuld. Dit heeft in de eerste plaats consequenties voor de Beschrijving in Hoofdlijnen, waar de uitgangspunten en randvoorwaarden zijn geformuleerd in de toekomstige tijd. Voorstel: De (stedenbouwkundige) voorwaarden en uitgangspunten voor de inrichting van het terrein aanpassen aan de actuele situatie dan wel, daar waar ze zijn achterhaald, uit de Beschrijving in Hoofdlijnen schrappen. Gewijzigd beleid met betrekking tot het profiel van het bedrijventerrein Blad 11 In het kader van de actualisering is het eveneens van belang te vermelden dat bij de invulling van het bedrijventerrein is afgeweken van het overeenkomstig het convenant met de provincie Fryslan in het bestemmingsplan opgenomen profiel van het bedrijventerrein: vestiging van bedrijven uit de zogenaamde MERA-cluster (Milieu, Energie, Recycling en Afvalverwerking)qua verkeers- en milieubelasting daarmee gelijk te stellen bedrijven en productiegerichte bedrijven. Deze afwijking is met instemming van de provincie tot stand gekomen. Dit blijkt onder meer uit het feit dat de provincie verklaringen van geen bezwaar heeft afgegeven in het kader van de artikel 19 WRO-procedures ten behoeve van de vestiging van bedrijven die niet aan het in het bestemmingsplan vereiste profiel voldeden. Het bestemmingsplan dient derhalve ook op dit onderdeel te worden geactualiseerd in die zin dat de gerealiseerde bedrijven passend zijn binnen zowel de bestemming "Bedrijfsdoeleinden" (artikel 5) als de daaraan gekoppelde voorwaarden in de Beschrijving in Hoofdlijnen (artikel 3) VoorstelHet in het bestemmingsplan opgenomen profielvereiste, zoals opgenomen in de Beschrijving in Hoofdlijnen en de bestemmingsomschrijving van de bestemming "Bedrijfsdoeleinden", schrappen. Omdat daardoor alle bedrijven tot en met categorie 4 van de bedrijvenlijst bij recht zijn toegestaan, is de vrijstelling om af te wijken van het bedrijfsprofiel overbodig en kan deze bepaling eveneens worden geschrapt Windmolens op het bedrijventerrein Newtonpark 2 In het onderhavige ontwerp-bestemmingsplan, is anders dan in het voorontwerp, geen regeling meer opgenomen met betrekking tot het mogelijk maken van windturbines. Dit omdat op basis van het toen aan de orde zijnde ontwerp- streekplan Windstreek de provincie aangaf dat de capaciteitsdoelstelling ten aanzien van solitaire en (opschalings)clusters windturbines, inmiddels was gehaald. Gelet hierop mocht toen van de provincie niet langer medewerking worden verwacht voor het realiseren van windturbines in het plangebied. Op basis van het vastgestelde streekplan Windstreek zijn er wel weer mogelijkheden ontstaan voor windturbines in het onderhavige plangebied, hetzij in de vorm van solitaire windturbines, hetzij in de vorm van een cluster. Het streekplan laat deze expliciet toe op bedrijventerreinen. In het nieuwe windmolenbeleid van de gemeente, vastgesteld op 11 februari 2002, wordt per bedrijventerrein aangegeven hoe met de in het streekplan Windstreek gegeven ruimte voor het plaatsen van windmolens wordt omgegaan. Ten aanzien de mogelijkheden voor een cluster op een bedrijventerrein wordt in het gemeentelijk windmolenbeleid aangegeven dat op dit moment alleen het Newtonpark wellicht een optie is. Daarbij gaat het niet alleen om het onderhavige plangebied, maar het hele huidige en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 147