Blad 12 toekomstige bedrijventerrein Newtonpark, waar het onderhavige plangebied de tweede fase van is. Ten aanzien van solitaire molens wordt in het gemeentelijk beleid aangegeven dat hieraan op het Newtonpark voorlopig geen medewerking wordt verleend totdat er een integrale beoordeling heeft plaatsgevonden wat betreft de plaatsing van solitaire windmolens en er duidelijkheid bestaat over de mogelijkheid van een windmolencluster. Voor het vaststellen van het onderhavige bestemmingsplan kan hieruit in ieder geval worden afgeleid dat er rekening moet worden gehouden met de plaatsing van windmolens, hetzij in de vorm van een cluster, hetzij in de vorm van solitaire turbines. Zeker nu er een aantal concrete aanvragen zijn ingediend voor het plaatsen van - solitaire - windmolens in het onderhavige plangebied Newtonpark 2, is er alle aanleiding om nu het ontwerp-bestemmingsplan ambtshalve te wijzigen in die zin dat er na een nadere afweging alsnog windmolens geplaatst kunnen worden. Wij stellen daarom voor om aan het plan alsnog een wijzigingsbevoegdheid toe te voegen voor het plaatsen van windmolens binnen de voorwaarden en criteria die het nieuwe gemeentelijke windmolenbeleid hieraan stelt. Behalve de zojuist geschetste afweging tussen een cluster of solitaire turbines zijn daarbij met name ook van belang de randvoorwaarden die het ministerie van Defensie daaraan stelt ter voorkoming van verstoring van de radarontvangst op de vliegbasis. Reeds bij het voorontwerp bestemmingsplan, waarin wel een mogelijkheid voor windmolens was opgenomen, had het ministerie van Defensie in het kader van het overleg ex artikel 10 Bro uitdrukkelijk hiervoor aandacht gevraagd. In het gemeentelijk windmolenbeleid van 11 februari 2 0 02 wordt aangegeven dat de ervaring leert dat vanwege de randvoorwaarden van Defensie ter plekke windturbines met een masthoogte van ongeveer 40 meter mogelijk zijn. Toch moet hiervan niet bij voorbaat worden uitgegaan. Mede om de maximale mogelijkheden voor een eventuele cluster te benutten wordt voorgesteld bij de formulering van de wijzigingsbevoegdheid in beginsel uit te gaan van een hoogte van maximaal 60 meter. Dit is conform Windstreek. Blad 13 Door aan de wijzigingsbevoegdheid de voorwaarde ter verbinden dat, voordat deze mag worden toegepast, er advies moet worden gevraagd van het ministerie van Defensie, kan aan het vliegveiligheidsbelang voldoende tegemoet worden gekomen Daar een cluster uit maximaal 10 molens kan bestaan wordt voorgesteld ook deze randvoorwaarde expliciet aan de wijzigingsbevoegdheid te koppelen. Voorts zijn nog andere criteria van belang. De turbines moeten landschappelijk inpasbaar zijn. Dit moet blijken uit een landschappelijke inrichtingsschetsVoorts moet worden gelet op de geluidsaspecten. Voorgesteld wordt om dit soort kwalitatieve criteria op te nemen in de Beschrijving in Hoofdlijnen van het plan. Voorstel: Een wijzigingsbevoegdheid opnemen voor ten hoogste 10 windmolens met een maximale hoogte van 60 meter, met daarbij de voorwaarde dat eerst advies wordt gevraagd van het ministerie van Defensie. Nadere kwalitatieve criteria worden opgenomen in de Beschrijving in Hoofdlijnen. Aanpassingen in de toelichting In verband met de reactie op de zienswijzen en de ambtshalve wijzigingen moet, naast een aantal aanpassingen in de voorschriften, de toelichting bij het bestemmingsplan worden aangepast en geactualiseerd. De aanpassingen in de toelichting van het bestemmingsplan zullen worden verwerkt nadat het bestemmingsplan is vastgesteld. De toelichting maakt, anders dan plankaart en voorschriften, immers formeel geen deel uit van het bestemmingsplan. Wel bevat de toelichting de motivering voor de keuzes die op de plankaart en in de voorschriften zijn gemaakt. Bij de aanpassing van de toelichting zal dan ook de in dit raadsvoorstel neergelegde beantwoording van de zienswijzen als uitgangspunt worden genomen. Voorstel Onder vermelding dat dit voorstel deel zal uitmaken van de toelichting op het bestemmingsplan stellen wij uw raad resumerend voor: 1. de ingebrachte zienswijzen, genoemd in dit voorstel, ontvankelijk te verklaren; 2. ten aanzien van de in de zienswijzen naar voren gebrachte bezwaren beslissen overeenkomstig ons voorstel, zoals neergelegd in de reacties op de zienswij zen; 3. het ontwerp-bestemmingsplan "Bedrijventerrein Newtonpark 2", zoals dat ter inzage heeft gelegen, met inachtneming van de voorgestelde wijzigingen naar aanleiding van de ingebrachte zienswijzen, alsmede de ambtshalve wijzigingen, vast te stellen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 148