17.1. De gemeente is verplicht een vorm van bewonersondersteuning in te stellen, dit met het oogmerk om bewoners van het plan te begeleiden naar andere woonruimte en terzake bij te staan. Artikel 18 Toepassing 1% regeling beeldende kunst 18.1. CHF zal bij de verwezenlijking van het stedenbouwkundig plan uitvoering geven aan de regeling Beeldende Kunst. Hiertoe zal met de gemeentelijke afdeling Samenlevingszaken en Cultuur van de dienst Welzijn worden overlegd ten aanzien van de voorwaarden en de te volgend procedure. Deze regeling zal conform de gemeentelijke verordening beeldende kunst worden toegepast. Artikel 19 Financiële bepalingen 19.1 De gemeente zal aan de CHF vergoedingen betalen voor de aan haar opgedragen taken, zoals aangegeven in bijlage 9; 19.2 Het beschreven bedrag voor de kunstregeling zal volledig aan dit doel worden besteed; 19.3 De Corporatieholding Friesland zal aan de gemeente een grondprijs betalen voor de te leveren gronden, zoals aangegeven in bijlage 9; 19.4 Al deze bedragen tezamen leiden per saldo tot een netto bedrag, zoals aangegeven in bijlage 9, te betalen door CHF aan gemeente. CHF zal het per saldo netto aan de gemeente toekomende bedrag betalen op het moment dat de eerste levering als bedoeld in artikel 8 lid 1 en 8 lid 2 zal plaatsvinden. Betaling aan de gemeente van het resterende bedrag zal plaatsvinden op het moment van de laatste grondoverdracht, danwel op een ander door de stuurgroep te bepalen moment. Artikel 20 Tussentijds beëindiging van de overeenkomst 20.1 Tussentijdse beëindiging van deze overeenkomst door opzegging of met een beroep op artikel 6:265 BW is niet mogelijk. Ingeval sprake is van onvoorziene - niet in de onderhavige overeenkomst verdisconteerde en evenmin voor partijen thans voorziene - omstandigheden die niet vanuit deze overeenkomst voor rekening van één of beide partijen komen en die van een zo nadelige aard zijn, dat de andere partij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid een ongewijzigde instandhouding van deze overeenkomst niet mag verwachten, terwijl evenmin door een aanpassing van deze overeenkomst de nadelig gevolgen voldoende kunnen worden weggenomen, zullen partijen evenwel een ontbindings-overeenkomst tussen hen tot stand brengen. 20.2 Een eventueel voorstel tot het tot stand brengen van een ontbindingsovereenkomst zal schriftelijk door de meest gerede partijen aan de andere partij worden gedaan. Mochten partijen niet binnen 3 maanden na het gedaan zijn van een dergelijk voorstel daarover overeenstemming hebben bereikt, dan is het bepaalde in artikel 24 van deze overeenkomst van toepassing. 20.3 Een ontbindingsovereenkomst heeft geen terugwerkende kracht en derhalve geen effect op krachtens deze overeenkomst reeds verrichte prestaties. Wel bevat een ontbindingsovereenkomst een regeling voor eventuele vergoeding indien er voor één van beide partijen sprake is van een ongelijke verhouding tussen betaalde of ontvangen vergoedingen en verrichte dan wel geleverde prestaties. Eigen uren van beide organisaties worden niet vergoed in het geval van een ontbindingsovereenkomst. 20.4 Een beëindiging als in artikel 18.1. bedoeld kan slechts geschieden nadat in een uitspraak van het N.A.I. is aangegeven dat daartoe kan worden overgegaan en terzake - met inachtneming van die uitspraak - een ontbindingsovereenkomst tussen partijen tot stand is gebracht. Artikel 21 Gevolgen tussentijdse beëindiging van de overeenkomst 21.1 Ingeval van het tot stand gekomen zijn van een ontbindingsovereenkomst tussen partijen op een wijze als in artikel 20 aangegeven, is de gemeente gerechtigd met andere partners te contracteren zonder dat dit - behoudens indien sprake is van toerekenbare tekortkoming aan de zijde van de gemeente in de uitvoering van de op haar rustende verplichtingen uit hoofde van deze en andere terzake tot stand gebrachte overeenkomsten - CHF enig recht geeft op (schade)vergoeding. Alsdan is de gemeente gerechtigd gebruik te blijven maken van hetgeen uit de samenwerking tot aan het tijdstip van ontbinding ervan is voortgevloeid. Elke partij draagt in het geval van tussentijdse beëindiging die geresulteerd heeft in een ontbindingsovereenkomst zijn eigen "interne" kosten, tenzij moet worden geoordeeld dat terzake sprake is van een aantoonbare onevenwichtigheid tussen de door ieder van partijen gemaakte kosten, c.q. sprake is van een door één van de partijen gepleegde wanprestatie. Artikel 22 Verzuim 11 22.1 Indien vóór het tijdstip van beëindiging van deze overeenkomst als bedoeld in artikel 5.1. CHF in staat van faillissement wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt, aan haar crediteuren een onderhands akkoord aanbiedt of op andere wijze in haar bevoegdheid om rechtshandelingen te verrichten wordt beperkt, danwel ten aanzien van CHF een besluit tot ontbinding wordt genomen, eindigt deze overeenkomst door opzegging vanwege de gemeente per aangetekende brief of deurwaardersexploit met onmiddellijke ingang. Een en ander onverminderd het recht van de gemeente op vergoeding van de door haar als gevolg van die beëindiging te lijden schade, kosten en interesten. 22.2 Ingeval van een beëindiging als in dit artikel 20.1 bedoeld, danwel een gerechtelijke ontbinding van deze overeenkomst naar aanleiding van een toerekenbaar tekortkomen van de een der partijen in de uitvoering van haar verplichtingen ingevolge deze overeenkomst, is de ingebreke zijnde partij gehouden tot schadevergoeding aan de wederpartij van gemaakte kosten, interest en schade. Artikel 23 Samenwerking met derden 23.1 Partijen zijn niet gerechtigd hun rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst - of de daaruit voortvloeiende overeenkomsten - geheel of gedeeltelijk aan derden over te dragen, dit behoudens een voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere partij bij deze overeenkomst. 23.2 Het is partijen echter wel toegestaan om derden werken te laten verrichten, mits de betreffende partij verantwoordelijk blijft voor de werkzaamheden. Artikel 24 Geschillenregeling 24.1 Ingeval er tussen partijen een of meer geschillen mochten rijzen, zullen zij trachten deze allereerst - in het verband van de stuurgroep in onderling overleg op te lossen. Mocht een voor partijen aanvaarbare oplossing aldus niet binnen 3 maanden na het gerezen geschil/de gerezen geschillen zijn gevonden, dan zal/zullen het gerezen geschiFde gerezen geschillen worden behandeld door een door partijen gezamenlijk aan te wijzen onafhankelijke bemiddelaar, alvorens de in dit artikel genoemde (reguliere) arbitrage aan te vangen. Ingeval zich geschillen voordoen en partijen terzake in overleg zijn, c.q. terzake een bindend adviesprocedure aanhangig is, zal geen der partijen iets doen of nalaten dat de realisatie van het plan nadelig kan beïnvloeden. Zolang geschillen - al dan niet door een uitspraak van het N.A.I. - niet zijn beslecht, zijn partijen gebonden aan het terzake bepaalde in deze overeenkomst. 24.2 Alle geschillen, die naar aanleiding van of in verband met deze overeenkomst of van een nadere overeenkomst ter uitvoering van deze overeenkomst, tussen partijen mochten ontstaan, zowel juridisch als feitelijk, alsmede van welke aard dan ook, ook al worden zij slechts door een der partijen als zodanig aangemerkt, zullen - indien deze niet tussen partijen in onderling overleg kunnen worden opgelost op een wijze als aangegeven in dit artikel - met uitsluiting van de gewone rechterlijke macht worden beslecht vanwege het Nederlands Arbitrage Instituut te Rotterdam, en wel conform het Reglement van genoemd Instituut zoals dat luidt ten tijde van het aangaan van deze overeenkomst. 24.3 Partijen komen thans reeds overeen dat het scheidsgericht zal bestaan uit 3 arbiters waarvan de voorzitter een jurist moet zijn, terwijl de overige scheidslieden moeten worden gekozen uit de disciplines waarop het onderwerp van het geschil betrekking heeft. De uitspraak van de arbiters zal voor partijen bindend zijn. Zij zullen alsdan het geschil hebben te beoordelen naar de regels des rechts. 24.4 Een en ander laat onverlet dat partijen te allen tijde gerechtigd blijven zonodig conservatoire maatregelen te treffen en/of een voorziening in kort geding te vorderen. 24.5 Gedurende de periode van onderhandeling, bemiddeling en arbitrage in het geval van een geschil, worden verplichtingen van partijen in principe opgeschort. In redelijk overleg wordt bepaald wat vanuit maatschappelijke overwegingen nog wel moet plaatsvinden. Artikel 25 Uitsluiting kostenverhaal 25.1Met het oog op hetgeen partijen ingevolge deze overeenkomst zijn overeengekomen, zal er geen aanvullend kostenverhaal op grond van grondbelasting of baatbelasting ten laste van de onroerende zaken in het exploitatiegebied plaatsvinden. Artikel 26 Verhouding Uitgangspunten 26.1. Deze overeenkomst is een nadere uitwerking van de tussen partijen getekende Uitgangspunten. Door ondertekening van deze overeenkomst blijft het bepaalde in de Uitgangspunten van kracht, voorzover partijen in de onderhavige overeenkomst niet uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen. Ingeval van een strijdigheid 12

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 173