6 Niet in procedure brengen van het plan - leesde ontwikkeling stopzetten - houdt een aantal andere gevolgen in: Ter plekke blijft een gat in de wand van de Troelstraweg bestaan die niet met bebouwing kan worden ingevuld; De kans is groot, dat omwille van het geluidsniveau bij de woningen in het Troelstrapark een geluidsscherm moet worden aangebrachtNieuwe metingen moeten dat uitwij zen; De gemeente genereert geen grondopbrengst De gemeente is in 1999 een ontwikkeltraject ingegaan met Tadema Project BV en deze projectontwikkelaar heeft tot twee keer toe op verzoek van de gemeente de plannen aangepast. Daardoor zijn verwachtingen gewekt. Wachten tot er duidelijkheid is ontstaan rond de werking van de nieuwe richtlijnen, legt het project vermoedelijk voor langere tijd stil. De projectontwikkelaar kan bovendien niet op een verantwoorde wijze acquisitie plegen. De kans, dat het project een stille dood sterft, is niet denkbeeldig, met de hiervoor geschetste gevolgen van dien. watertoets Eén van de uitgangspunten van ons beleid is het vergroten van de waterberging in watersystemen. Hoewel dat in dit geval niet noodzakelijk is, voorziet het plan mede in het enigszins vergroten van het wateroppervlak van de waterpartij aan de noordkant van de locatie. De bestaande watergangen blijven in tact, zij het, dat in verband met de toegang tot de parkeervoorzieningen aan de noordzijde aanpassingen noodzakelijk zijn. De aanwezigheid van oppervlaktewater biedt tevens de mogelijkheid het hemelwater dat op het verhard oppervlak valt, daarop af te laten stromen. archeologische aspecten Het deels opgehoogde terrein ligt voor een belangrijk deel braak. De nog resterende bebouwing is historisch gezien niet van betekenis. Het ligt niet in de rede te veronderstellen, dat er archeologische vondsten gedaan zullen worden. vogel- en habitatrichtlijnen Het gebied ligt in het stedelijke gebied van Leeuwarden. Het is opgehoogd en ligt grotendeels braak. De gebieden rond Leeuwarden die zijn aangewezen als een speciale beschermingszone in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn, ondervinden geen hinder van de voorgenomen bouwplannen. 7 Voor wat betreft de soortenbescherming is het van belang te melden, dat de locatie is omringd door bestaande bebouwing en infrastructuur. De plannen hebben geen significante gevolgen voor de ontwikkelingsmogelijkheden van diverse (beschermde) vogelsoorten. Datzelfde geldt in het kader van de soortenbescherming voor de leefgebieden van beschermde plant- en diersoorten. De locatie maakt geen deel uit van een leefgebied van (beschermde) plant- en diersoorten en de plannen richten dan ook geen directe en indirecte schade toe aan de flora en fauna. sociale veiligheid Het bouwplan draagt bij aan verbetering van de sociale veiligheid. De hoofdentree van de kantoren ligt aan de Troelstraweg, wat het gevoel van sociale veiligheid bij het passeren vergroot planschade De planologisch-juridische situatie brengt met zich mee, dat belanghebbenden op grond van artikel 4 9 van de WRO eventueel schade kunnen claimen bij de gemeenteraad. Uit een nog in te stellen risico-analyse moet blijken, hoe groot die kans op planschade is. Wij gaan er - mede gelet op de voorzienbaarheid van een belangrijk deel van deze planontwikkeling bij bewoners van het Troelstrapark - van uit, dat sprake zal zijn van overzienbare kosten waarvoor in overleg met Tadema Project bv in redelijkheid een oplossing gevonden zal worden. inspraak Tadema Project bv heeft op 9 oktober 2000 een informatieavond belegd voor de bewoners aan het Troelstrapark en andere belangstellenden. Toen was er nog sprake van een plan met drie kantoorunits en twee stroken met kantoren en woningen, die haaks op de Troelstraweg stonden. Onder invloed van de LPG-problematiek is het bouwplan aanzienlijk aangepast. De bewoners van het Troelstrapark merken in hun brief van 23 oktober 2002 als reactie op de publicatie van het binnen gekomen bouwplan dan ook op, dat het plan in dat opzicht aanmerkelijk is verbeterd. Naar aanleiding van die brief hebben vertegenwoordigers van de gemeente en de projectontwikkelaar op 25 november 2002 gesproken met vertegenwoordigers van de bewoners. Het bouwplan is daarop door Tadema Project bv - laatstelijk op 25 februari 2003 - op een aantal onderdelen aangepast Dit aangepaste plan hebben wij op grond van artikel 19, lid 1 WRO juncto artikel 6a WRO in het kader van inspraak vanaf 27 februari 2003 vier weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn zijn zienswijzen naar voren gebracht door: a. H.E. Nauta, namens de bewoners van het Troelstrapark en b. J. Fleer en P.M. Banga, bewoners van de woning Troelstrapark 10.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 178