Blad 2 Verder wordt voorgesteld per groep een bruto vloer oppervlakte van 115 m2 te hanteren in plaats van de geldende 105 m2Scholen kunnen aanspraak maken op een vergoeding van 1.400,-- per m2 verschiloppervlak tussen de oude en de nieuwe norm. Indien gebruik gemaakt wordt van leegstand wordt een bedrag van 49.000,-- afgetrokken (prijspeil 2002). De opper vlakte wordt bepaald aan de hand van de permanente behoefte waarbij de aanwezige capaciteit als maximum geldt. Indien voor meer groepen permanente capaciteit nodig is dan nu aanwezig is, kan aanspraak gemaakt worden op uitbreiding volgens de nieuwe (hogere) norm van 115 m2 Voor scholen voor speciaal basisonderwijs wordt de vaste voet verhoogd van 600 m2 naar 670 m2Het aantal m2 per groep wordt verhoogd van 95 m2 naar 105 m2 Voor het Programma 2004 beperkt de wijziging zich overigens alleen voor het primair onderwijs. Het voortgezet onderwijs zal in de volgende jaren aan bod komen. Om tot een goede afweging te komen wordt door de VNG geadviseerd een Integraal Huisvestingsplan (IHP) op te stellen Het huidige IHP (door de gemeenteraad vastgestel in 1998) maakt onderdeel uit van de kadernota "scholen onder dak" In het investeringsschema "Scholen onder Dak" is voor het jaar 2 0 04 (vooruitlopend op de te wijzigen Verordening Huisvestingsvoorzieningen) reeds een bedrag van 3,039 miljoen geraamd voor het optimaliseren van alle gebouwen van het (openbaar en bijzonder) basisonderwijs. In het najaar zal bij de besluitvorming over het programma onderwijshuisvesting 2004 een overzicht worden verstrekt inzake kosten en de te realiseren voorzieningen. 3. Vervallen 75% norm onderhoud en financiële normering onderhoud In de huidige verordening geldt voor enkele onderhouds- elementen de eis dat minimaal 75% aan onderhoud toe moet zijn, voordat een schoolbestuur voor vergoeding in aan merking komt. De praktijk leert dat het onderhoud zich niet laat vangen in het stellen van een grens. Het kan leiden tot de situatie dat onderhoud dat wel noodzakelijk was niet vergoed werd en dat het noodzakelijke onderhoud uitgesteld werd tot het moment dat wel 75% van het geheel aan vervanging toe was met alle gevolgen van dien. Een andere optie was, dat vervanging van het versleten gedeelte wel plaats vond, maar dan voor rekening van het schoolbestuur. Dit kan leiden tot ongelijkheid. In de verordening was in de financiële bijlage (bijlage 4) een normering opgenomen voor de verschillende onderhouds- elementen. In de praktijk blijkt dat onderhoud te zeer afhankelijk is van de onderhoudssituatie ter plekke en dat de normering daarom niet bruikbaar is. Blad 3 Door het vervallen van de normering wordt de vergoeding voor onderhoud bepaald aan de hand van inspectierapporten en in te dienen offertes. 4. Index 2 0 03 De verordening 2003 is reeds aangepast aan de indexering van 2,4% voor nieuwbouw en uitbreiding en 2,05% voor onderwijsleerpakket en meubilair, onderhoud en klokuren gymnastiek. De Verordening is aan de besturen voorgelegd en er is op 15 mei 2 0 03 op overeenstemming gericht overleg gevoerd met de schoolbesturen. Zij kunnen met de inhoud daarvan instemmen. Het Besluitonderdeel onder 3 regelt het overgangsrecht waarmee de rechtszekerheid voor aanvragers wordt gediend. Wij stellen uw raad voor de gewijzigde "Verordening voor zieningen huisvesting onderwijs Leeuwarden 2003", inclusief bijlagen vast te stellen, onder intrekking van de huidige "Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarden 1998" Leeuwarden, 5 juni 2 003 Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, M. de Boer, burgemeester, drsC.H.J. Brugman, secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 197