Artikel 17 Aanvang bekostiging
Dit artikel is de uitwerking van de wettelijke opdracht zoals neergelegd in bijvoorbeeld artikel 102,
vierde lid WPO. Er is gekozen voor een globale regeling waarin ruimte is voor variatie naargelang
de concrete omstandigheden. De opdracht aan de raad in het genoemde artikel van de WPO wordt
gedelegeerd aan het college. Door de bepaling op te nemen dat de aanvrager altijd aan zijn financi
ële verplichtingen moet kunnen voldoen, is de bescherming van de aanvrager gewaarborgd.
Artikel 18 Vervallen aanspraak op vergoeding
Lid 1
De data van 1 en 15 oktober zijn gekozen met het oog op de vaststelling van de volgende gemeen
tebegroting. Het is van belang om op dat moment te weten of een toegekende voorziening eventueel
in een volgend begrotingsjaar betaald moet worden. De bepaling over de toezending van onder
meer de bouwopdracht binnen twee weken berust niet op de wet. Het is echter van belang om een
dergelijke bepaling op te nemen, omdat de gemeente daarna actie in de richting van de aanvrager
kan ondernemen. De term 'door de aanvrager' is opgenomen om duidelijk te maken dat, indien dt
gemeente optreedt als bouwheer en de termijn wordt overschreden, er geen sprake is van het ver
vallen van het recht op een vergoeding. De aanvrager heeft dan immers recht op een voorziening.
Lid 2
Deze hardheidsclausule is, in aanvulling op de wet, opgenomen, omdat het denkbaar is dat, bijvoor
beeld door ruimtelijke ordeningprocedures, de termijn buiten de schuld van de aanvrager wordt
overschreden.
Lid 3
De datum van 15 september is gekozen opdat de aanvrager bij afwijzing van het verzoek kan probe
ren voor 1 oktober alsnog een bouwopdracht etc. te geven.
Artikelen 19-24 Spoedprocedure
In dit hoofdstuk van de verordening zijn nadere regels opgenomen over de indiening en beoordeling
van aanvragen met een spoedeisend karakter. Deze aanvragen doorlopen niet de procedure die geldt
voor het programma en zijn daarom niet gebonden aan een bepaalde indieningsdatum. De aanvra
gen kunnen dus het gehele jaar door worden ingediend. Het zou een misvatting zijn op grond hier
van te veronderstellen dat de spoedprocedure als een soort 'ontsnappingsroute' kan worden ge
bruikt. Een ontsnappingsroute die zou kunnen worden gevolgd wanneer een bevoegd gezag ver
zuimd tijdig - op grond van artikel 6 van de modelverordening - een aanvraag in te dienen voor het
programma of wanneer een aanvraag niet op het programma is geplaatst wegens toepassing van de
financiële weigeringsgrond. In dit laatste geval kan een bevoegd gezag in de verleiding komen de
aanvraag opnieuw in te dienen via de spoedprocedure, omdat de financiële weigeringsgrond bij de
ze procedure niet kan worden gehanteerd door de gemeente.
Een andere optie is dat een bevoegd gezag op twee paarden wedt, namelijk: voor dezelfde voorzie
ning een aanvraag indient voor de opneming in het programma én een aanvraag indient in het kader
van de spoedprocedure.
Al deze procedurele opties lopen echter bij toepassing van de verordening spaak, omdat het uitein
delijk gaat om de inhoud van de aanvraag. Onomstotelijk moet blijken dat het bij een aanvraag met
een spoedeisend karakter gaat om een calamiteit in de ware zins des woords. Een calamiteit die
onvoorzienbaar was en volgens de wetgever zodanig moet zijn dat het treffen van een voorziening
geen uitstel kan lijden, omdat anders het onderwijsproces geen doorgang meer kan vinden. Het
meest voor de hand liggende voorbeeld daarbij is het afbranden van een schoolgebouw, waardoor
het onderwijsproces (tijdelijk) in een andere accommodatie moet doorgaan. Toepassing van de ver
ordening leidt er toe dat in vergelijking met de situatie van voor de decentralisatie, het moment tus
sen indiening van een reguliere aanvraag en de beoordeling in het kader van het programma, aan
zienlijk wordt bekort. Dit betekent dat het overgrote deel van de aanvragen voor huisvestingsvoor
zieningen via deze procedure op adequate wijze kan worden afgehandeld. Ook de aanvragen die
wellicht hoog zouden scoren bij de toepassing van de urgentiesystematiek, maar waarvan op het
moment van indiening en op het moment van programmavaststelling (nog) niet kan worden gespro
ken over de noodzaak om onverwijld de voorziening te treffen omdat anders het onderwijsproces
stokt. Dit betekent ook dat mag worden verwacht dat de aanvragen die in het kader van de spoed
procedure worden ingediend ook écht spoedeisend zijn. Normaliter zal dit betekenen dat de toepas
sing, maar zeker ook de toewijzing in het kader van de spoedprocedure, eerder uitzondering dan
regel zal zijn.
Artikel 19 Indiening aanvraag
Hoewel de mogelijkheid tot het indienen van aanvragen met een spoedeisend karakter in de wet is
vastgelegd, is deze mogelijkheid voor de inzichtelijkheid opgenomen in de verordening.
Artikel 20 Inhoud aanvraag
Lid 1
In aanvulling op de basisgegevens die zouden moeten worden overgelegd indien het om een regu
liere aanvraag zou gaan, dient in de aanvraag ook duidelijk het spoedeisende karakter (de calamiteit
waardoor het onderwijsproces geen voortgang kan vinden) te worden toegelicht.
Evenals bij een aanvraag voor het programma het geval is, kan ook bij de aanvragen voor spoedei
sende voorzieningen een keuze worden gemaakt ten aanzien van welke gewenste voorzieningen in
de huisvesting een prognose wel of niet vereist is. Harmonisatie met de in dit verband in artikel 7,
tweede lid, onder a van de modelverordening gemaakte keuze ten aanzien van de prognose is daar
bij vanzelfsprekend.
Lid 2
De termijnen voor het aanleveren van aanvullende gegevens zijn bewust kort gehouden. Dit is ge
rechtvaardigd, omdat het tenslotte gaat om het treffen van een voorziening die eigenlijk geen uitstel
kan dulden. Iedereen, en zeker de school, is gebaat bij een snelle, maar zorgvuldige besluitvorming.
Artikel 21 Tijdstip beslissingen
Met het oog op de wenselijkheid van een snelle beslissing was in de verordening de beslissingsbe
voegdheid over de spoedeisende aanvragen door de raad gedelegeerd aan het college. De Raad van
State heeft echter beslist dat delegatie niet mogelijk is omdat de beslissingsbevoegdheid nadrukke
lijk is voorbehouden aan de gemeenteraad. De termijn voor beslissing is 12 weken, met een moge
lijkheid tot verlenging. De gemeenteraad moet bij verlenging wel aangeven wanneer de beslissing
wel tegemoet kan worden gezien.
Artikel 22-24 Inhoud en uitvoering beslissing; vervallen vergoeding
Bij de besluitvorming en de uitvoering daarvan ten aanzien van aanvragen met een spoedeisend
karakter is, afgezien van afwijkende termijnen, de lijn gevolgd die ook van toepassing is ten aanzien
van de vaststelling van het programma en overzicht.
Dit betekent dat met inachtneming van de in de wet opgenomen weigeringsgronden (zie bij voor
beeld artikel 100 WPO), de toetsingscriteria worden toegepast overeenkomstig de bijlagen van de
verordening. Extra dimensie die ten opzichte van de 'reguliere lijn' aan deze toetsing wordt toege
voegd is het element dat het treffen van de voorziening geen uitstel kan lijden in verband met de
voortgang van het onderwijs. Tevens komt in de modelverordening tot uiting dat niet de financiële
Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarden 2003 Artikelsgewijze toelichting verordening
aanpassingen tot en met VNG-ledenbrief (Lbr.02/104) 16 augustus 2002
-TV 18 -
Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarden 2003 Artikelsgewijze toelichting verordening
aanpassingen tot en met VNG-ledenbrief (Lbr.02/104) 16 augustus 2002
-TV 19 -