I
HOUTHOFF BÜRUMA
ADVOCATEN NOTARISSEN BELASTINGADVISEURS
2/51
partijen sub I t/m IV hierna ook te noemen: "Aandeelhouders";
partijen sub II, III en IV hierna ook te noemen: "Private Partijen";
partijen sub I t/m VIII hierna ook te noemen: "Partijen".
IN AANMERKING NEMENDE:
A. dat de Gemeente haar economische en maatschappelijke positie als hoofdstad van Fryslan
wenst te versterken en daartoe het initiatief heeft genomen tot een grootschalige, hoog
waardige en pluriforme stedelijke ontwikkeling in het hierna aangeduide Exploitatiegebied,
onder de naam "DEe Zuidlanden";
B. dat Aandeelhouders op 12 februari 2002 de 'Intentieovereenkomst Leeuwarden-Zuid' heb
ben gesloten, om te komen tot een Samenwerkingsovereenkomst, ten behoeve van toekom
stige ontwikkeling en realisering van het daarin beschreven gebied Leeuwarden-Zuid;
3. dat Aandeelhouders hebben besloten nadere afspraken te maken over de Locatie- en Pro
jectontwikkeling van het Exploitatiegebied -in de 'Intentieovereenkomst Leeuwarden-Zuid'
aangeduid als Plangebied A- en verdere samenwerking ten aanzien van het aldaar genoem
de Plangebied B te beëindigen;
3. dat onder de vigeur van de 'Intentieovereenkomst Leeuwarden-Zuid' een Stuurgroep was
ingesteld, in welke Stuurgroep in gezamenlijkheid door Gemeente en Private Partijen be
sluiten zijn genomen, welke besluiten thans geen zelfstandige betekenis meer hebben en
geacht moeten worden te zijn verwerkt in de onderhavige overeenkomst;
dat Aandeelhouders in de 'Intentieovereenkomst Leeuwarden-Zuid' reeds een aantal uit
gangspunten voor hun beoogde publiek-private samenwerking hebben vastgelegd, welke
nader zijn uitgewerkt in de onderhavige overeenkomst; I
dat Aandeelhouders onder de vigeur van de 'Intentieovereenkomst Leeuwarden-Zuid' in
gezamenlijkheid het daar omschreven Ontwikkelingsplan nader hebben uitgewerkt, hetgeen
is uitgemond in het Masterplan Leeuwarden-Zuid, dat voor het Exploitatiegebied de kwalita
tieve en kwantitatieve randvoorwaarden en uitgangspunten beschrijft en dat als sturings- en
toetsingsinstrument dient bij toekomstige ontwerpen en planuitwerkingen;
i. dat Aandeelhouders onder de vigeur van de 'Intentieovereenkomst Leeuwarden-Zuid' een
herziene grondexploitatieberekening voor het Exploitatiegebied hebben uitgewerkt;
dat Aandeelhouders onder de vigeur van de 'Intentieovereenkomst Leeuwarden-Zuid' in
overleg zijn gekomen tot nadere grondverwerving in het Exploitatiegebied;
HOUTHOFF BURUMA
ADVOCATEN NOTARISSEN BELASTINGADVISEURS
3/51
dat Aandeelhouders gezamenlijk willen komen tot versnelling van de huidige woningbouw
productie in Leeuwarden door hiertoe inspanningen te leveren in het Exploitatiegebied, een
en ander mede tegen de achtergrond van de gemeentelijke taakstelling volgend uit het zo
genaamde Ontwikkelingskader Leeuwarden II, als besloten in de gemeenteraadsvergade
ring van 15 november 1999, het op basis hiervan gesloten stadsconvenant en regioconve
nant en het op dit laatste convenant gestoelde Plan van Aanpak Wonen regio Leeuwarden
1999 t/m 2009, zoals vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders van
Leeuwarden d.d. [datum, nader in te vullen], welk Plan van Aanpak aan Partijen genoeg
zaam bekend is;
dat Aandeelhouders tezamen en individueel beschikken over ruime en tevens specifieke en
complementaire kennis en ervaring op het gebied van ontwikkeling en realisering van stede
lijke uitbreidingsprojecten;
dat Aandeelhouders gezamenlijk een trendbreuk in de woningmarkt van Leeuwarden willen
bewerkstelligen, door de wanverhouding in de huidige woningvoorraad te doorbreken en
midden- en hogere inkomens weer aan de stad te binden;
dat Aandeelhouders voor wat betreft de toekomstige Locatie- en Projectontwikkeling van het
Exploitatiegebied een optimaal resultaat verwachten, indien deze ontwikkeling in een be
drijfsmatige opzet kan worden uitgevoerd middels publiek-private samenwerking van de
Gemeente en Private Partijen;
dat Partijen de Locatieontwikkeling in het Exploitatiegebied uit wensen te (doen) voeren in
een bedrijfsmatige opzet en wel middels een op te richten commanditaire vennootschap
(hierna te noemen: "GEM") met een op te richten besloten vennootschap als beherend ven
noot (hierna te noemen: "GEM Beheer") en Partijen sub V tot en met VIII als stille vennoten,
alles zoals nader uitgewerkt in de onderhavige overeenkomst;
dat Aandeelhouders het belang van de (voorgenomen) aanleg van de Haak om Leeuwarden
(A31/N31) -zoals op dit moment in de planstudiefase, conform de Tracéwet- voor de haal
baarheid van de voorgenomen Locatie- en Projectontwikkeling onderkennen;
dat het als zodanig in de Intentieovereenkomst aangeduide Deelplan I en Deelplan II op
basis van de bepalingen van onderhavige overeenkomst in de samenwerking tussen Partij
en zal worden betrokken;