guickscan. De resultaten van de quickscan moet inzicht
verschaffen in de wijze waarop het Prohefsysteem
mogelijkheden biedt voor de bevordering van arbeidsdeelname
van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hierbij
wordt specifiek aandacht besteed aan de volgende vragen:
in hoeverre kan het Prohef-systeem een alternatief zijn
voor de huidige instrumenten van gesubsidieerde arbeid?
in hoeverre kan het Prohef-systeem bijdragen aan
uitstroombevordering uit gesubsidieerde arbeid?
in hoeverre kan het Prohef-systeem bijdragen aan de
ontwikkeling van (nieuwe)werkgelegenheid in Leeuwarden?
in welke sectoren is het uitvoeren van een Prohef-
experiment kansrijk?
welke kosten zijn verbonden aan het uitvoeren van een
Prohef-experiment
De uitkomst van de quickscan zal de basis zijn voor een
advies aan het College van B&W van de gemeente Leeuwarden
al of niet een Prohefexperiment in Leeuwarden uit te gaan
voeren. Naar verwachting zal dit advies in oktober 2 0 03
uitgebracht kunnen worden.
4.3. Schets van nieuwe Wet Werk en bijstand
De toekomst van de gesubsidieerde arbeid en de reïntegratie
van bijstandsgerechtigden is mede afhankelijk van de
invoering van de Wet Werk en Bijstand. Deze wet, die
vermoedelijk per 1 januari 2 0 04 in werking zal treden, zal
de Abw, Wfa, de Wiw en het Besluit ID-banen vervangen.
Hoofdlijnen van de wet:
In de eerste plaats wordt gekozen voor een duidelijk
stelsel van rechten en plichten van de betrokken burger die
meer dan tot dusverre op elkaar worden afgestemd. In de
tweede plaats krijgen gemeenten de volledige
verantwoordelijkheid, de ruimte en de middelen voor het
voeren van een actief reïntegratiebeleidRuimte en
middelen ontstaan door het creëren van een
ongedifferentieerd en vrij besteedbaar reïntegratiebudget
waarmee gemeenten optimaal maatwerk kunnen leveren. De
verantwoordelijkheid van gemeenten wordt geactiveerd
doordat zij de mogelijkheid krijgen daarvoor zelf beleid te
ontwikkelen. Gemeenten worden ook financieel volledig
verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet. In de
derde plaats moet de nieuwe wet leiden tot vermindering en
vereenvoudiging van de regelgeving.
Consequenties van de invoering van de Wet Werk en Bijstand
voor het gesubsidieerd werk:
Gesubsidieerd werk kan als een van de voorzieningen worden
ingezet om arbeidsinschakeling te bevorderen. In de wet
zijn geen specifieke eisen opgenomen voor gesubsidieerde
arbeid. Alle voorzieningen moeten dienen om de
belanghebbende uiteindelijk aan ongesubsidieerd werk te
helpen. De gemeente kan de belanghebbende een dienstverband
aanbieden dat geheel of gedeeltelijk gefinancierd wordt uit
het vrij besteedbaar reïntegratiebudget.
Voor personen die op het moment van invoering van de WWB
een ID-baan of een Wiw-dienstbetrekking hebben zal
10
vermoedelijk een overgangsregeling gaan gelden.
Vooruitlopend op de invoering van de WWB zal een herijking
moeten plaatsvinden van het gemeentelijke
reïntegratiebeleid en de positie van de gesubsidieerde
arbeid daarbinnen.
Het is gewenst om bij de visieontwikkeling zoveel mogelijk
belanghebbenden te betrekken. In dit kader heeft een aantal
ID-werkgevers op persoonlijke titel plaats genomen in de
klankbordgroep. De groep bestaat uit een vijftal betrokken
werkgevers welke hebben aangegeven gaarne mee te denken
over de ontwikkeling van het gesubsidieerd werk in de
gemeente Leeuwarden.
Indien de aanname juist blijkt te zijn dat de nieuwe wet
per 1 januari 2 0 04 ingevoerd wordt zal er in september een
discussie met de raad gepland worden over een kader voor de
uitvoering van de nieuwe wet en de invulling van de
gemeentelijke beleidsvrijheid.
5. Conclusies
De getroffen maatregelen zijn terecht genomen nu blijkt dat
de bezuiniging op de ID-banen met de definitieve
subsidiebeschikking van het rijk niet herroepen wordt. Met
het toegekende budget moet het bestand aan ID-banen eind
2003 tot circa 600 zijn teruggebracht.
Na de aanvankelijke schrik is er constructief door
werkgevers meegewerkt en meegedacht om de bezuinigingen en
met name de uitstroom te realiseren. Hiermee wordt ook een
basis gelegd voor de toekomstige samenwerking tussen
gemeente en werkgevers op het terrein van het
gesubsidieerde werk.
Er is geen aanleiding om de ingeslagen route bij te
stellen. Met de definitieve subsidiebeschikking blijft de
noodzaak overeind om de uitstroomtaakstelling gemeentebreed
te realiseren. Op dit moment is de verwachting dat de
ingezette maatregelen ook zullen leiden tot het realiseren
van de taakstelling.
De ingezette maatregelen om het aantal Wiw-
dienstbetrekkingen ultimo 2003 tot 325 fte te beperken zijn
tot nu toe voldoende gebleken. Met name de stijging van de
jeugdwerkloosheid kan er toe leiden dat de instroom van
jongeren groter wordt, terwijl de uitstroom juist
moeilijker wordt. Een verscherping van de maatregelen met
betrekking tot 23-plussers wordt niet uitgesloten.
11