In onderstaande tabel zijn de woningbouwproductiecijfers op een rij gezet, waarbij 1993 als eerste bouwjaar is geko zen, tevens het startjaar van het Streekplan van de provincie Fryslan. Jaar Woning voorraad Woningproductie Onttrekkingen Saldo Per 1 januari Nieuwbouw Productie Totale Anderszins Woningproductie 1993 40.957 215 31 246 4 242 1994 41.199 436 14 450 1 449 1995 41.648 219 69 288 118 170 1996 41.818 342 39 381 45 336 1997 42.154 216 56 272 169 103 1998 42.257 283 63 346 94 252 1999 42.518 215 23 238 207 31 2000 42.549 420 31 451 14 437 2001 42.986 473 19 492 158 337 2002 43.320 261 25 286 129 157 2003 43.477 Totalen 3.080 370 3.450 939 2.511 Tabel Woningproductie (netto-bruto) en groei woningvoorraad periode 1993-2002. Als de woningproductie van 2002 wordt geplaatst in de reeks van 1993-2002 kunnen daaruit de volgende conclusies getrokken worden. In het bouwjaar 2002 is de bruto-productie, in vergelijking met voorgaande jaren, sterk teruggevallen. Werd in de jaren 2000 en 2001 nog een bruto-productie gehaald van gemiddeld 470 woningen, in het bouwjaar 2002 bleef de teller steken op een getal van 286 woningen. Wordt de bruto-productie over een langere periode bekeken (1993-2002) dan blijkt de gemiddelde jaarproductie over die jaren 345 woningen te zijn geweest; Ook de netto-productie is fors lager dan voorgaande jaren. Dit wordt mede veroorzaakt door het (opnieuw) aan zienlijk hoge sloopgetal, namelijk 129 woningen. De woningproductie bleef daarmee opnieuw achter bij de planning en de afspraken die in regionaal (Ontwikkelings kader Leeuwarden) en provinciaal verband (nota Wenjen in Fryslan) zijn gemaakt. Op grond van de OKL-afspraken zou de gemeente Leeuwarden in de periode 1999 tot en met 2002 in totaal 2049 woningen aan de voorraad hebben moeten toevoegen (de nettoproductie). De feitelijke nettoproductie over deze periode bedroeg in totaal 962 woningen, waardoor er een tekort is ontstaan van 1074 woningen. Het halen van de gewenste nettoproductie zal in 2003 een belangrijk onderwerp van bespreking worden met de provincie en OKL-gemeenten. Kwalitatief De bruto woningproductie in 2002 van 286 woningen is te splitsen in 72 huurwoningen (25%) en 214 koopwoningen (75%). Het merendeel (49) van de huurwoningen is uitgevoerd als grondgebonden woningen. 38 GEMEENTE LEEUWARDEN JAARVERSLAG 2002 Tabel Verhouding huur- en koopwoningen Ook bij de koopwoningen is het merendeel (78%) gebouwd als grondgebonden woning. Bij de koopwoningen (214) is de verdeling over de prijsklassen als volgt: huurappartementen I koopappartementen H grondgebonden koopwoningen grondgebonden koopwoningen 59% Het grootste deel van de gebouwde koopwoningen bevindt zich in het midden- en dure segment. Dit komt overeen met de doelstelling van Leeuwarden om zich te richten op woningbouw voor de midden- en hogere inkomens, om wer kenden in Leeuwarden ook zoveel mogelijk hier te laten wonen. In de nieuwe uitleggebieden zijn 202 woningen gebouwd. Dit zijn de locaties: Zuiderburen (195 woningen) en Havankpark (7 woningen). Het aandeel van de binnen stad bleef in 2002 beperkt tot 10 woningen. In Zuiderburen bleek dat van de in 2002 bewoond geraakte woningen 33% van de bewoners afkomstig was van buiten Leeuwarden. Dit aandeel steeg in vergelijking met voorgaande jaren. Belang rijkste herkomstgemeenten waren Boarnsterhim, Tytsjerksteradiel en Leeuwarderadeel. Buiten de provincie Fryslan was Noord-Holland de belangrijkste herkomstprovincie. Van de nieuwe bewoners kwam 67% uit Leeuwarden, het meren deel kwam uit Camminghaburen, Aldlan en Westeinde. Deze bewoners veroorzaken in de bestaande stad een verhuis- keten. Taskforce Woningbouw De tegenvallende woningproductiecijfers zijn voor de directie Stadsontwikkeling en Beheer (SOB) aanleiding geweest om per 1 januari 2002 een zogenaamde Taskforce Woningbouw in te stellen. Deze Taskforce, een (informele) project organisatie samengesteld uit vertegenwoordigers van de sectoren Grond, Economie en Vastgoed (GEV), Ruimtelijke Ordening en Inrichting (RO&I) en Bouwen en Wonen (BoWo), kreeg als belangrijkste opdracht om de woningproductie te verhogen. 5.4.4. OMGEVINGSKWALITEIT Beheer openbare ruimte Om de MOP doelstelling "Een schonere leefomgeving en daarmee verhoging van de omgevingskwaliteit" te halen, heeft de gemeenteraad op 19 februari 2001 ingestemd met een experimentele, integrale aanpak van graffiti voor de binnen stad. Ingezet werd op de volgende onderdelen: schoonmaken en schoonhouden repressieve aanpak en het stimuleren van graffitikunst 39

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 344