CEMEENTE LEEUWARDEN JAARVERSLAG 2 002
DE FYSIEKE PIJLER
Verdeling uitgaven Fysieke Pijler
17%
39%
38%
Bereikbaarheid
Woningmarkt
Omgevingskwaliteit
Duurzame ontwikkeling en milieu
6%
DE SOCIALE PIJLER
Verdeling uitgaven Sociale Pijler
43%
57%
Basisvoorzieningen
Achterstandsbestrijding
8.2 Analyse van het resultaat
Met name de volgende voordelen hebben tot bovengenoemde resultaat geleid:
Omschrijving van het voordeel
x 1 miljoen
Uitkering uit het gemeentefonds
3,6
Lagere lasten rente en afschrijvingen
2.3
Hogere opbrengsten bouwleges
0,9
Vrijval rente over reserves Grondbedrijf
0,5
Afwikkeling diverse nog te betalen subsidiebedragen
0,4
Vrijval middelen in verband met afronding euro-project
0,3
Taakstelling facilitaire kosten
0,3
Afrekening diverse werkgelegenheidsprojecten
0,3
Subsidie Kinderopvang
0,2
Totaalbedrag voordelen 8,8
54
CEMEENTE LEEUWARDEN
JAARVERSLAG 2002
De volgende nadelen hadden invloed op het resultaat
Omschrijving van het nadeel x 1 miljoen
Hogere personeelslasten
1,7
Licenties kantoorautomatisering
0,3
Afrekening subsidie Stichting Werkwijzer
0,3
H u isvesti ngskosten
0,2
Saldo diverse kleinere mee- en tegenvallers
0,1
Totaalbedrag nadelen
2,6
8.3 Toelichting op het resultaat
Hieronder worden de belangrijkste voor- en nadelen toegelicht.
8.3.1 VOORDELEN
Hogere bijdrage uit het gemeentefonds 3,6 miljoen)
Per saldo is de algemene uitkering uit het gemeentefonds ongeveer 3,6 miljoen hoger uitgekomen dan voor 2002
was geraamd. Dit voordeel wordt vooral veroorzaakt door beleidsintensiveringen in het jaar 2002 bij het rijk en de als
gevolg daarvan hogere uitgaven van het rijk. Als gevolg van de koppeling tussen de rijksbegroting en het gemeentefonds
stijgt de algemene uitkering als de rijksuitgaven stijgen.
Lagere lasten rente- en afschrijvingen 2,3 miljoen)
Door het actief gebruik maken van de gunstige ontwikkelingen met betrekking tot de rentetarieven en verbeteringen in
het betalingsverkeer is een rentevoordeel behaald van 1,5 miljoen.
De rente- en afschrijvingskosten van investeringen (kapitaallasten) waren per saldo 0,8 miljoen lager dan begroot.
Bruto was sprake van een besparing van 1,6 miljoen, maar dit bedrag dient te worden gecorrigeerd voor de volgen
de posten:
Brutobesparing op de post kapitaallasten
af: Reeds geraamde besparing op de post kaptaallasten
Werkelijke besparing op de post kapitaallasten
X 1000,-
1,6
0,8
0,8
In de begroting wordt al rekening gehouden met een besparing van 0,8 miljoen, omdat op rekeningbasis de
kapitaallasten altijd lager zullen zijn dan begroot. De reden is dat in een begroting de kapitaallasten over een geheel
jaar worden geraamd, terwijl dat in werkelijkheid niet altijd het geval zal zijn.
I
55