Blad 2
2 EXTERNE ONTWIKKELINGEN
De neergaande economische conjunctuur, waarvan sinds de
gebeurtenissen van 11 september 2001 sprake is, zal zich
naar verwachting de komende jaren voortzetten en zwaar
inwerken op de financiële huishouding van de gemeente.
Vooral de van het nieuwe kabinet te verwachten
bezuinigingen zullen hun weerslag hebben op de algemene
uitkering uit het gemeentefonds en daarmee op de financiële
armslag en ontplooiingsmogelijkheden van de gemeente. Als
gevolg hiervan is een drastische ombuigingsoperatie helaas
niet te vermijden. De omvang van de rijksbezuinigingen en
de exacte uitwerking daarvan op de uitkering vanuit het
gemeentefonds bevatten nog een grote mate van onzekerheid.
In deze kaderbrief is getracht de gevolgen van de
bezuinigingsvoornemens van het Rijk, voor het financiële
meerjarenperspectief van de gemeente, zo reëel mogelijk in
te schatten. Daarbij is een tussenpositie ingenomen tussen
enerzijds een onverantwoorde optimistische raming en
anderzijds onnodig doemdenken.
Zoals in paragraaf 5 verder is toegelicht wordt voorlopig
uitgegaan van een noodzakelijke ombuiging in de komende
beleidsplan-periode (2004-2007) van minimaal 6,2 miljoen
structureel. Er is bij dit bedrag geen rekening gehouden
met nieuw beleid.
De bezuinigingen van het nieuwe kabinet (ca. 13 miljard)
zullen naar verwachting leiden tot een sterke daling van de
financiële armslag van de gemeente.
3. ONTWIKKELINGEN BINNEN DE GEMEENTE
Collegeprogramma 2002-2006 "Werk in uitvoering"
Voor de beleidsperiode 2002-2006 stelt het college zich ten
doel vooral werk te maken van de uitvoering. Dat wil zeggen
het realiseren van bestaand beleid zonder daarbij
onaanvaardbare risico's te lopen en zonder nieuwe
ontwikkelingen en kansen uit het oog te verliezen. Het doel
daarbij is het versterken van de positie van Leeuwarden op
ruimtelijk, economisch en sociaal gebied. Het college is
zich ervan bewust dat dit vraagt om prioriteringEn om
daarin goede afwegingen te maken is een kader nodig. En aan
dat kader is in 2002 hard gewerkt door het opstellen van
een stadsvisie.
Stadsvisie "Varen onder eigen vlag"
De Stadsvisie (in oktober 2002 vastgesteld door de raad)
heeft tot doel, met behulp van toetsingskaders, tot een
gerichte en scherpe selectie te komen van zaken waarvoor de
gemeente zich de komende tijd gaat inzetten.
De Stadsvisie legt prioriteit bij vier strategische
programma's die de identiteit van Leeuwarden versterken
door voort te bouwen aan de sterke kanten van de stad.
Blad 3
De vier programma's zijn: tijd voor schoonheid,
kantorenstad, cure care en kennisstad. De Stadsvisie is
in oktober 2 0 02 door de raad vastgesteld.
De raad en het college hebben vooral de Stadsvisie gebruikt
als uitgangspunt om een prioritering aan te brengen in het
grote aantal projecten waar de gemeente mee bezig is of nog
mee wil starten. Eén van de redenen om de Stadsvisie te
ontwikkelen was juist om een beredeneerde keuze te kunnen
maken bij de aanpak van ontwikkelingen: niet alles kan en
zeker niet tegelijk!
De uitkomsten van deze prioritering zijn aan de raad ter
vaststelling voorgelegd. Op deze prioritering wordt in
paragraaf 7 nader ingegaan.
Naast het prioriteren van projecten is nagegaan welke
nieuwe investeringen/producten/werkzaamheden minimaal
noodzakelijk zijn voor uitoefening van taken die wettelijk
verplicht zijn.
Regiovisie
Leeuwarden heeft samen met de andere gemeenten van de
Stadsregio Leeuwarden en de Westergozone, Wetterskip
Fryslan en de provincie een visie voor de langere termijn
ontwikkeld: de Regiovisie.
De visie schetst de ruimtelijke, economische en sociale
ontwikkelingen en ambities van de Regio tussen 2 010 en
2030
In het najaar van 2003 wordt de besluitvorming over de
Regiovisie door raden en staten en het algemeen bestuur van
Wetterskip Fryslan verwacht. Behalve over de visie zelf zal
ook over de samenwerking tussen de gemeenten in de
Westergozone en de Stadsregio een besluit moeten worden
genomen.
Grote Stedenbeleid (GSB)
De huidige convenantperiode voor het GSB wordt met een jaar
verlengd naar 2004. In het Actieplan GSB 2002 - 2009 van
het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
staat hierover onder andere het volgende: "De steden
krijgen voor het jaar 2004 financiële zekerheid van het
Rijk, op basis van bestaande meerjaren ramingen van het
Rijk. Op de terreinen van veiligheid en van inburgering
zullen er voor het jaar 2004 aanvullende afspraken worden
gemaakt tussen Rijk en steden."
De eindverantwoording vindt plaats in 2005 bij de
eindverantwoording over de convenantperiode 1999 t/m 2004.
In verband hiermee zijn de in het stadsconvenant
afgesproken MOP-doelstellingen (MOP staat voor Meerjaren
Ontwikkelingsprogramma) doorgenomen en is een heroverweging
per doelstelling gemaakt. Het doornemen van de MOP-doelen
heeft waar nodig geleid tot een aanpassing van de
resultaatafspraken voor 2004.