Structureel
2003
2004
2005
2006
Ontwikkeling algemene reserve
2003
2004
2005
2006
Structureel
2003
2004
2005
2006
2007
Ontwikkeling algemene reserve
2003
2004
2005
2006
2007
Blad 10
Tijdens de behandeling van de
een aantal moties aangenomen,
november jl. is aangegeven op
zullen worden uitgevoerd. Het
amendementen gaf het volgende
begroting 2003 heeft de raad
Bij raadsbrief van 14
welke wijze deze moties
verwerken van de moties en
eindbeeld te zien.
(bedragen x 1.000)
Eindstand 31/12
2.250
181
-681
379
Eindstand 31/12
12.052
12.056
13.535
16.293
Tabel 2
Sinds november 2002 hebben zich echter wijzigingen
voorgedaan te weten:
mutaties in de algemene uitkering gemeentefonds;
structurele en incidentele uitzettingen en
inkrimpingen
Na het verwerken van de "recente ontwikkelingen" ziet de
structurele financiële positie er als volgt uit.
(bedragen x 1.000)
Tabel 3
In 2007 is dus sprake van een structureel tekort van ruim
0,5 min
Naast hiervoor genoemde wijzigingen hebben zich (ten
opzichte van de eindstand in de tabellen 2 en 3) nog een
aantal ontwikkelingen voorgedaan die van invloed zijn op de
hoogte van de financiële positie. Deze betreffen ondermeer:
Achter de Hoven Vegelin negatief 5,6 min
incidenteel
voorlopige rekeningsuitkomst 2002 positief 6,2 min
incidenteel definitief bedrag nog in te vullen)
verbouw en inrichting hoofdwacht negatief 2,8 min
incidenteel
vrijval wachtgeldvoorziening op grond van Besluit
Begroting en Verantwoording (BBV) positief 4,0 min
incidenteel en negatief €0,4 min structureel.
Na het verwerken van deze ontwikkelingen ontstaat het
volgende beeld:
Blad 11
Eindstand 31/12
2.834
481
-539
-98
-913
(bedragen x 1.000)
Eindstand 31/12
11.306
14.680
16.765
19.472
22.207
Tabel 4
Uit dit overzicht blijkt dat de stand van de algemene
reserve in alle jaren boven het door de raad vastgestelde
minimum blijft van 7,0 min.
5.2 Financiële vooruitzichten
Over de financiële vooruitzichten van gemeenten het
volgende. In de septembercirculaire 2 0 02 (waarvan de
uitkomsten in de gemeentelijke begrotingscijfers zijn
verwerkt) werd nog gerekend met een reëel accres van het
gemeentefonds in de jaren 2003-2006 van gemiddeld 1,4% per
jaar (2,4% in 2003, aflopend naar 1,0% in 2006)Dit zijn
percentages waarbij gemeenten na aftrek van loon- en
prijsstijgingen nog wat geld overhouden om de groei van de
bevolking op te vangen en nieuw beleid te ontwikkelen. Mede
op grond van de sombere economische vooruitzichten
(verslechtering beursklimaatoorlog Irak, oplopende
werkloosheid, dalende huizenprijzen, stijgende
pensioenpremies) wordt door de Minister van Binnenlandse
Zaken in de maartcirculaire 2003 een negatieve groei van
het reëel accres waarschijnlijk geacht. Hoeveel lager, valt
nog niet precies te voorspellen, omdat het bijvoorbeeld op
dit moment onduidelijk is op welke beleidsterreinen het
nieuwe kabinet gaat bezuinigen. Volgens de directeur
Financiën Publieke Lichamen van het ministerie van
Financiën tendeert het accres mede op grond van de
verkiezingsprogramma's de komende jaren echter naar -1%
reëel per jaar. Dit betekent, dat zelfs loon- en
prijsstijgingen niet meer worden goedgemaakt, laat staan
dat er nog geld beschikbaar is om de groei van de bevolking
op te vangen en nieuw beleid te ontwikkelen. Gegeven de
budgettaire onzekerheden wordt de gemeenten geadviseerd nu
al rekening te houden met veel lagere gemeentelijke
middelen in de komende jaren.
In onderstaand overzicht zijn de financiële gevolgen van
een daling van het accres doorgerekend. Daarbij is m.b.t.
het reëel accres uitgegaan van -0,5 in 2004 en -1,0 in de
jaren daarop. Tevens is op grond van vorenstaande
ontwikkelingen de door onze gemeente veronderstelde
inflatie neerwaarts bijgesteld van 2,75% naar 2,25% in de
jaren 2005 en volgende.