11 letterlijk van de "hoed" en de rand weet. Wij vragen ons af wat nu precies de status van de discussie van hedenavond is. Gaat het erom dat wij eens nagaan wat wij met z'n allen willen? Of moet deze presentatie worden beschouwd als een voorstel van het college, in de zin van: zo zou ons inziens het plan van aanpak eruit moeten zien? Wethouder Van Dijk-Staats: Dit is het plan van aanpak zoals het college zich het voorstelt. Het sluit nauw aan bij een plan van aanpak dat er al in augustus 2002 was. Dat het laatstbedoelde plan werd aangehouden, had alles te maken met het feit dat wij even, tot nader order, met alle projecten stopten. Na de raadsvergadering van november 2002 hebben wij getracht, de in die vergadering aanvaarde moties zo goed mogelijk te verwerken, hetgeen tot een complex proces heeft geleid. De lastigste vraag die daarbij rees, was hoe de kwaliteit van het zwembad en de exploitatielasten konden worden bewaakt, in combinatie met de wens van de raad om een zo hoog mogelijke grondopbrengst te realiseren. Ons inziens sluit het plan van aanpak dat er nu ligt, zoveel mogelijk aan bij de door de raad geuite wensen en bij datgene wat het college verantwoord acht. Vervolgens zullen zo snel mogelijk de diverse selectieprocedures worden ingezet, waarbij wij worden geadviseerd door Marktplan Adviesgroep. Op deze wijze wordt toegewerkt naar het definitief ontwerp. Uiteraard komen wij met dat ontwerp naar de raad toe, mede omdat dan een krediet nodig is. Daarnaast moeten afspraken worden gemaakt over andere momenten waarop de raa'd wordt geïnformeerd over de vorderingen in dit proces. Dergelijke momenten zouden zich kunnen aandienen wanneer de functioneel architect is geselecteerd, wanneer de exploitant is geselecteerd en wanneer het voorlopig ontwerp er is. Het is passend in het duale stelsel dat de raad op dergelijke momenten uitsluitend wordt geïnformeerd, waarna het college —als er geen grote bezwaren rijzen— verder gaat op het uitgezette pad, op weg naar het definitieve ontwerp. De heer Gieskes: De eerste twee momenten waarop u doelt, vallen samen: de selectie van de functioneel architect en de. selectie van de exploitant. Dat moment is er al vóór de zomer. Wethouder Van Dijk-Staats: Volgens de planning doen zich in de weken nrs. 28 en 44 momenten voor waarop de raad nader kan worden geïnformeerd. De heer Stolk: Voorzitter. Inderdaad lag er al in augustus 2002 een plan van aanpak. Sterker nog, er was al een plan in december 2001. Als ik dat plan er nog even bij neem, kom ik heel wat zaken tegen die ik ook vanavond heb gehoord: programma van eisen, voorlopig ontwerp, selecties, definitief ontwerp enz. Daarbij geldt ook zo ongeveer dezelfde tijdsvolgorde als wij nu zien. Ik vraag mij dan ook af wat nu —wij zijn inmiddels anderhalf jaar verder— de verschillen zijn. Moet de conclusie niet zijn dat wij veel tijd hebben verspeeld? Ik constateer dat iedereen het erover eens is dat de nu aangegeven optimalisering moet plaatsvinden. Ik doel hierbij op de drie pijlers: een goed zwembad, een hoge grondopbrengst en een goede stedenbouwkundige inpassing. De eerste twee pijlers zijn in de planning opgenomen, maar de derde factor is niet nader ingevuld en wordt in de planning gemist. Ik verzoek de wethouder om hierop in te gaan. Er zijn in dit proces beslismomenten aan de orde die als cruciaal kunnen worden beschouwd. Daarnaast zijn er minder essentiële beslismomenten. Wij hebben behoefte aan een duidelijk overzicht van deze momenten, waaruit ook blijkt welke beslissingen door het college worden genomen en welke besluiten door de raad worden genomen. Zo wordt met betrekking tot de selectie van de functioneel architect voorgesteld om de Europese procedure te volgen. Ik vraag mij af of dat verplicht is. Zo neen, wie neemt daarover dan een besluit? Moet de raad daar iets van vinden of dient dit aan het college te worden overgelaten? Hetzelfde geldt in feite voor de selectie van de exploitant. In een eerdere fase hebben wij geconstateerd dat men bij die selectie helder voor ogen dient te hebben wat de verdeling van taken, risico's enz. over exploitant en gemeente inhoudt. Welke risico's worden bij de exploitant ondergebracht? Wordt er gekozen voor algehele privatisering of houdt de gemeente een gedeelte in eigen hand? Voorzitter, volgens mij is hierover nog geen besluit genomen zodat ik mij afvraag op basis waarvan een exploitant wordt geselecteerd. Nogmaals, er ligt al vanaf december 2001 een plan van aanpak. Om allerlei redenen hebben wij een forse vertraging opgelopen. Daarom vraag ik mij aan de hand van de nu gepresenteerde planning af of het werkelijk niet sneller kan. Zo constateer ik dat het opstellen van een definitief ontwerp 28 weken vergt. Valt er hier écht niets "in te dikken"? In de periode tot de opening van het nieuwe bad zullen wij bijzonder goed in de gaten moeten houden wat er gebeurt met het bestaande bad, mede gelet op de controlerende taak van de provincie. Wanneer ad hoe investeringen moeten worden gedaan om het bestaande bad open te houden of, nog erger, wanneer dat bad moet worden gesloten, komen wij voor een situatie te staan waarop memand zit te wachten. Daarom lijkt het mij goed dat de risico's zo snel mogelijk t in kaart worden gebracht. Eerder is een voorbereidingskrediet van 280.000 gulden beschikbaar gesteld. Hoe staat het daar nu mee en wat staat ons nog op het terrein van voorbereidingskredieten te wachten? Valt dit allemaal onder de noemer van de 10,5 miljoen euro? Bij de laatste begrotingsbehandeling was het de fractie van de WD die zich afvroeg wat dit traject voor de ambtelijke organisatie betekende. Het gaat om één van de grote projecten. Valt dit voor Wassenaar, een relatief kleine gemeente, wel te behappen? Moet niet worden nagegaan of dit nog meer, wellicht wel helemaal, buiten de deur moet worden gedaan? Een dergelijke afweging heb ik gemist. Wordt de druk op de ambtelijke organisatie niet zodanig verzwaard dat een en ander weer ten koste gaat van andere zaken? Voorzitter. Is, gelet op het programma van eisen en het plan van aanpak, het niveau van 10,5 miljoen euro voldoende om een goed zwembad te realiseren en wordt daarnaast bezien of er wat geld terug te verdienen valt door middel van woningbouw? Of geldt hier de redenering: wij hebben de opbrengsten van de woningbouw nodig om überhaupt het zwembad te kunnen realiseren zoals wij het graag willen hebben? Waar het gaat om de relatie met het Rijnlands heb ik al eerder opgemerkt dat, als er wordt doorgeredeneerd, elk groot project wel iets met een ander groot project te maken heeft. Dat is zeker het geval in een relatief kleine gemeente als Wassenaar. Elke keer ziet men weer een nieuwe link en gaat men weer studeren op samenhang, mogelijkheden op synergie enz. Het gevolg hiervan is echter meestal dat de wagen in het zand belandt en stil komt te staan. Dat moet nu écht worden voorkomen. Daarom onderstrepen wij dat er nu met betrekking tot het zwembad voor tempo moet worden gekozen. Wethouder Van Dijk-Staats: Voorzitter. De laatste woorden van de heer Stolk zijn mij uit het hart gegrepen. Ook ik vind dat wij nu met dat zwembad aan de gang moeten en ons door niets meer moeten laten afleiden, hetgeen eerder voortdurend het geval is geweest. Dat heeft niets te maken met de ijver van onze medewerkers —daar valt niets op af te dingen— maar alles met veranderende inzichten, zowel bij de raad als bij het college, bijvoorbeeld over stedenbouwkundige aspecten, de locatie en de financiële aspecten. Ik herinner eraan dat in april 2002 een concept-raadsvoorstel aan het college is voorgelegd dat vervolgens door het college als veel te kostbaar werd beschouwd. Vandaar de discussie die vervolgens, op 1 juli, plaatsvond. Dat kostte weer drie maanden, maar voor het uitwerken van varianten en het overzien van exploitatieresultaten moest nu eenmaal het nodige rekenwerk worden verzet.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 390