Blad 3
Wijze van vergaderen van de commissie
Artikel 6
1De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of
twee leden dit noodzakelijk achten.
2 Van elke vergadering wordt door de voorzitter ten minste
vier dagen tevoren aankondiging gedaan aan de leden van
de commissie.
Artikel 7
1. De commissie vergadert niet, indien niet tenminste de
helft van de leden aanwezig is.
2. De bevindingen, bedoeld in artikel 1, worden bij
meerderheid van de stemmen vastgesteld.
3Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in de
schriftelijke rapportage aan de raad en Commissaris van
de Koningin vermeld.
4Bij staking van stemming over de uit te brengen
bevindingen wordt het nemen van een beslissing
uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van
de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in
die volgende vergadering dan worden er geen bevindingen
van de commissie, maar de verschillende meningen binnen
de commissie ter kennis aan de raad en de Commissaris
van de Koningin gebracht
Communicatie en correspondentie
Artikel 8
1. De voorzitter van de commissie treedt op als contact
persoon naar buiten.
2Alle stukken van de commissie worden aan het adres van
de voorzitter gericht en door de griffier bewaard.
3Alle stukken die van de commissie uitgaan worden vanaf
de griffie verzonden.
De organisatie van de selectiegesprekken
Artikel 9
1. De voorzitter nodigt de kandidaten uit voor een gesprek
met de commissie.
2. De plaats en het tijdstip voor een gesprek worden
zodanig gekozen, dat voorkomen wordt dat kandidaten
hierdoor bekend worden of tijdens het bezoek aan de
commissie met elkaar in contact komen.
Geheimhouding
Artikel 10
1. De leden van de commissie hebben volstrekte
geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect
aan hen als lid van de commissie ter kennis is gekomen.
2. Deze geheimhoudingsplicht geldt zowel tijdens het
bestaan van de commissie als na ontbinding van de
commissie