de partij die deze heeft gemaakt. De verbintenissen welke
op zijn aangegaan in het kader van de locatieontwikkeling
zullen aan GEM en GEM beheer worden overgedragen (art.
410)
6. Besluitvorming GEM en GEM beheer
Besluitvorming in de algemene vergadering van de
aandeelhouders van GEM Beheer vindt plaats bij unanimiteit.
Besluiten kunnen slechts worden genomen indien alle
aandeelhouders aanwezig zijn (art. 5.1.).
Ook de besluitvorming in de vennotenvergadering van
GEM vindt plaats bij unanimiteit. Ook in deze vergadering
kan slechts worden besloten indien alle vennoten aanwezig
zijn. Aan de vennoten komt stemrecht toe in de verhouding
van hun deelname in het kapitaal van GEM (art. 5.1).
Besluitvorming bij unanimiteit betekent dat elk der
afzonderlijke partijen in deze vergaderingen een Vetorecht
heeft
Bij gebreke van unanimiteit dient binnen 3 weken een tweede
vergadering te worden belegd waarbij het desbetreffende
voorstel opnieuw op de agenda staat. Blijft een besluit ook
dan uit dan kan een beslissing worden ontlokt aan college
van onafhankelijke deskundigen, die een bindend advies
zullen uitbrengen, (art. 5.2.).
Van gemeld advies zijn diverse besluiten met
betrekking tot het commanditair vermogen en
winstuitkeringen uitgesloten (art. 5.3.).
7Directievoering GEM Beheer en toezicht vennoten
GEM Beheer heeft formeel een tweehoofdige directie,
een te benoemen door de gemeente en een te benoemen door de
private partijen. Zoals nu voorlopig ook het geval is kan
worden overeengekomen dat er maar 1 directeur wordt benoemd
(art6.1.).
Bepaalde belangrijke handelingen van de directie
behoeven de goedkeuring van de algemene vergadering van
aandeelhouders (art. 6.6.).
Van deze handelingen behoeven de meest belangrijke
daarenboven nog de goedkeuring van de vergadering van
vennoten van GEM (art. 6.7.)
8. Organisatie en Financieel Beheer
GEM Beheer stelt, na goedkeuring door de Algemene
vergadering van aandeelhouders van GEM Beheer een
ondernemingsplan en een communicatieplan op. (art. 7.1.)
GEM zal ten minste 1 keer per jaar de nodige ramingen
opstellen over de verwachte financieringsbehoefte op korte
(1 jaar), middellange (5 jaar) en lange termijn (5 jaar)
(art. 7.3.)
9. Publiekrechtelijke medewerking/risico Gemeente
De gemeente zal zich maximaal inspannen om met
inachtneming van de geldende wet- en regelgeving en de
algemene beginselen van behoorlijk bestuur3 tijdig een of
meerdere bestemmingsplannen voor het exploitatiegebied in
procedure te brengen. Hierbij zal de gemeente zich richten
naar het Masterplan, beeldkwaliteitsplannen en
stedenbouwkundige plannen. Zij zal zich verder op dezelfde
wijze maximaal inspannen dat de Locatieontwikkeling en de
Projectontwikkeling conform de Planning kan plaatsvinden
(art8.1.)
Ook zal de gemeente zich op dezelfde wijze maximaal
inspannen om met inachtneming van de geldende wet- en
regelgeving en de algemene beginselen van behoorlijk
bestuur, te bevorderen dat alle vergunningen etc. verleend
zullen worden (art. 8.2.).
Indien het publiekrechtenjke planologisch kader,
ongeacht de oorzaak daarvan, afwijkt van het Masterplan en
overige plannen, danwel indien vereiste ontheffingen etc.
op basis van natuurbeschermingswetgeving niet worden
verkregen of op basis hiervan compenserende of mitigerende
maatregelen dienen te worden getroffen, dan zijn de daaruit
voortvloeiende nadelige gevolgen voor de
Locatieontwikkeling voor rekening van de gemeente. Het
2 In de SOK wordt in de regelingen van artikel 8.3.a en 8.3.C. het zgn.
bestemmingsplanrisico in belangrijke mate bij de gemeente gelegd. Bij een
tot standkomen van een van het masterplan en overige plannen afwijkend
bestemmingsplan is het nadelige gevolg hiervan voor GEM volledig voor
rekening van de gemeente. Hier valt te denken aan de invloed van hogere
goedkeuringen (goedkeuring Gedeputeerde Staten)andere Planologische
kaders (b.v. de Flora en Faunawet) alsmede van inspraak en beroep. Bij het
te vergoeden nadelige gevolg aan de GEM (art. 8.3.a.) moet vooral worden
gedacht aan de waardevermindering van reeds door de gemeente aan GEM
overgedragen gronden. Overigens zijn ook andere te vergoeden schaden
(tevergeefs gemaakte kosten etc.) niet uit te sluiten. Echter is via de
regeling van art. 8.3.b. schadeverhaal van de private partijen voor
nadelige gevolgen hierbij voor de productie- en ontwikkelingsrechten op de
gemeente, GEM en/of GEM Beheer uitgesloten (behoudens bij verwijtbaar
handelen of nalaten door de gemeente)
Zijn afwijkingen tussen masterplan en bestemmingsplan toe te schrijven
aan verwijtbaar handelen of nalaten van de gemeente dan moet zij
daarenboven de daaruit voortvloeien schaden aan de private partijen
vergoeden. Bij deze schaden zal het gaan om (aanmerkelijke) bedragen voor
gemaakte kosten en gederfde winst.
De achtergrond van deze regelingen is dat de gemeente de private
partijen de verwezenlijking van dit Masterplan in het vooruitzicht heeft
gesteld (o.m. bij de selectie)De Private partijen mochten en mogen
verwachten dat dit plan ook publiekrechtelijk kan worden verwezenlijkt. Is
dit niet zo dan dient de schade door de gemeente te worden vergoed.
Uit deze regelingen blijkt tevens dat het Masterplan en de
Grondexploitatie vaststaande en alles bepalende grondslagen binnen de
ontwikkeling vormen. Aanpassing hiervan brengt altijd gevolgen met zich en
zal derhalve slechts door noodzaak kunnen worden ingegeven.
Beide soorten van schadevergoeding zullen pas behoeven plaats te
vinden indien er binnen het exploitatiegebied geen adequate oplossingen
voor het betreffende nadeel kunnen worden gevonden.
3 Dit geeft aan dat de gemeente haar volledige publiekrechtelijke
verantwoordelijkheid behoudt (zie ook onder 29)