Blad 2 Functionele structuur Gezien de aard en het karakter van het plangebied is er voor gekozen om de woonfunctie als duidelijke hoofdfunctie in het gebied te behouden. Dit betekent dat andere functies in een woning beperkt worden toegestaan. Het beleid is verder gericht op beheer van de woonomgeving met behoud van de bestaande kwaliteit. Dit betekent bijvoorbeeld dat het noodzakelijk wordt geacht om een "onbebouwde buffer" tussen woonbebouwing en een aangrenzende functie zoals groen, water of wegen aan te houden Voorts wordt ernaar gestreefd om het voorzieningenniveau op peil te houden. De aanwezigheid van voorzieningen versterkt de sociale kwaliteit. Zo zijn in het plangebied meerdere wooncentra voor ouderen aanwezig. Ook kent het gebied een winkelcentrum. Buiten dit centrum wordt de vestiging van detailhandel zoveel mogelijk beperkt. Kortom op grond van de hiervoor genoemde uitgangspunten is een plan opgesteld, dat uitgaat van behoud van de bestaande woonbebouwing en andere in de wijk aanwezige functies. De voorschriften zijn hierop afgestemd. Wel is gekozen voor een eigentijdse bebouwingsregeling ten aanzien van bijgebouwen en aanbouwen. Inspraak en overleg Het voorontwerp van het bestemmingsplan is onderwerp van inspraak geweestDaartoe heeft het plan gedurende vier weken ter inzage gelegen en is gelegenheid geboden tot het indienen van schriftelijke opmerkingen. Ook kon, indien gewenst, een mondelinge toelichting op het plan worden gevraagd. Tevens is een inspraakavond georganiseerd. Het verslag daarvan is als bijlage bij de toelichting in het plan opgenomen. De inspraak heeft aanleiding gegeven tot het aanpassen van de bebouwingsregeling voor bijgebouwen. Via een vrijstelling is het nu mogelijk gemaakt om bijgebouwen buiten het bouwvlak te bouwen, mits dit passend wordt geacht in het straat- en bebouwingsbeeld, en uit een oogpunt van verkeersveiligheid verantwoord is te achten. Hierbij wordt het mogelijk om entrees tot woningen aan te bouwen, maar ook om een garage naast een woning te bouwen. Het overleg met verschillende instanties heeft diverse reacties opgeleverd. Vele hiervan hebben betrekking op plantechnische aspecten. Daar waar het mogelijk en noodzakelijk is geacht, is het bestemmingsplan naar aanleiding van deze opmerkingen aangepast Blad 3 Voorts is het plan aangepast aan de hand van een reactie van een nutsbedrijf, die aangaf dat het noodzakelijk is om de ligging van belangrijke leidingtracés in het bestemmingsplan op te nemen. De antwoordnota op de ingekomen inspraak- en overleg- reacties is op 9 oktober 2002 aan de Commissie voor Stadsontwikkeling voorgelegd; met de inhoud hiervan is ingestemd Kortheidshalve verwijzen we u betreffende de inspraak en het overleg naar hoofdstuk 7 van de plantoelichting: Overleg en Inspraak. Ter visie legging Na aanpassing van het bestemmingsplan aan de resultaten van het overleg en de inspraak is het bestemmingsplan conform het bepaalde in artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gedurende vier weken voor een ieder ter inzage gelegd. De terinzagelegging is ingegaan op 9 januari 2003, terwijl op 8 januari daarvan bekendmaking is gedaan in de plaatselijke dagbladen, Huis aan Huis en de Staatscourant. Gedurende de termijn van terinzagelegging kon een ieder schriftelijk zijn zienswijze omtrent het bestemmingsplan kenbaar maken bij uw raad. Van die mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. Ambtshalve aanpassingen Zeer recent is gebleken dat het winkelcentrum aan Stinzenflora/Zevenblad in eigendom is overgegaan. De nieuwe eigenaar wil het centrum een opknapbeurt geven, omdat het een verwaarloosde uitstraling heeft. Hiermee wordt beoogd het centrum een nieuwe impuls te geven. Dit brengt met zich mee, dat enkele wijzigingen worden aangebracht. Zo zal de passage verdwijnen en een enkele aan die passage gevestigde winkel elders binnen het centrum een nieuwe plaats krijgen. Ook zal de snackbar, die nu ter hoogte van de passage aan Zevenblad is gevestigd worden verplaatst naar de hoek Stinzenflora/Zevenblad. Op zich zijn de verandering binnen de toegekende bestemming in planologische zin mogelijk, omdat aan de gronden de bestemming "detailhandelsdoeleinden" is toegekend, waarbinnen de winkelfunctie haar plaats kan krijgen. Dit gaat echter niet op voor de snackbar, die specifiek is inbestemd. Dit bedrijf valt onder de bestemming horecadoeleinden. Hiervoor is gekozen vanwege het HorecabeleidIn een woonomgeving moet ingevolge dat beleid zeer terughoudend worden omgegaan met de horecafunctie: geen nieuwvestiging of het moet passend zijn in een wijk- buurtwinke1c ent rum

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 72