Blad 4
Tijdelijke referendumwet
Bij de vaststelling van de verordening dient rekening te
worden gehouden met de Tijdelijke referendumwetVoor de
inwerking van de verordening zou dat betekenen dat voor de
inwerkingtreding ze zes weken ter visie moet worden gelegd
Gedurende de periode kunnen de burgers van Leeuwarden aan
geven dat het besluit onderworpen moet worden aan een raad
gevend correctief referendum.
Op grond van artikel 25 van de Tijdelijke referendumwet
kan, als het besluit geen uitstel kan leiden, dit besluit
in werking treden direct na vaststelling door de raad. Dit
laat onverlet dat het besluit nog ter visie moet worden
gelegd in het kader van de Tijdelijke referendumwet
Wij zijn van oordeel dat zich een situatie voordoet als
bedoeld in artikel 25 van de Tijdelijke referendumwetUit
stel is met name bezwaarlijk voor de particuliere woning
verbetering in het stedelijk vemieuwingsgebied Achter de
Hoven Vegelin. Iedere formele belemmering voor de start
van dat project dient, waar mogelijk, te worden vermeden.
Daarnaast lijkt toepassing van dit artikel verantwoord nu
gedurende de inspraakperiode niet één inspraakreactie is
ontvangen. Wij stellen u dan ook voor artikel 25 van de
Tijdelijke referendumwet van toepassing te verklaren.
Op grond van het bovenstaande bieden wij u bijgaand het
ontwerp-besluit ter vaststelling aan.
Leeuwarden, 5 juni 2 0 03
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
M. de Boer, burgemeester,
Drs. C.H.J. Brugman, secretaris.
Nummer 9907
jjs/TH
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
5 juni 2003 (bijlage nr. 89)
overwegende dat het wenselijk is om stedelijke vernieuwing
in de gemeente een extra impuls te geven door stimulering
van maatregelen op het gebied van stedelijke vernieuwing
die voldoen aan de gemeentelijke criteria, zoals verwoord
in het op 18 oktober 1999 Rb nr. 1S233 door ons vastgestel
de meerjaren Ontwikkelingsprogramma;
gehoord de raadscommissie voor Stadsontwikkeling;
gelet op de bepalingen van de Wet stedelijke vernieuwing,
titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 149
van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 25 van de Tijdelij
ke referendumwet;
BESLUIT:
I. vast te stellen de volgende verordening en de daarbij
behorende en als zodanig gewaarmerkte "ruimtelijke kwali-
teitskaart"
Subsidieverordening Stedelijke Vernieuwing 2003
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
artikel 1.1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Awb: Algemene wet bestuursrecht;
b. budget: de maximale investeringsbijdrage die gedurende
een bepaald tijdvak ter beschikking is gesteld voor ste
delijke vernieuwing;
c. convenant: een overeenkomst tussen burgemeester en wet
houders enerzijds en een toekomstig subsidieaanvrager
anderzijds, op basis waarvan burgemeester en wethouders
overgaan tot budgetreservering ten behoeve van een nader
aangeduid project in een bepaald jaar en waarin de toe
komstige subsidieaanvrager toezegt te zullen overgaan