Herijking PD V/GD V -beleid gemeente Leeuwarden 2003 Herijking PD V/GD V -beleid gemeente Leeuwarden 2003 appendix heringevuld. De verkoopvloer-oppervlakte in de binnenstad daalde van 75.000 m2 naar 71.000 m2. Wel nam de vloeroppervlakte toe in de branchering van de persoonlijke verzorgingssfeer en in de modische branches kleding en schoeisel. Uitgedrukt in aantal winkels doet het hoofdwinkelcentrum in Leeuwarden het niet slecht in 1995. Het centrum wordt gekenmerkt door een meer dan boven gemiddeld aanbod. Toch vraagt de kwaliteit van het winkelareaal in 1995 naast dat van de openbare ruimte om een verbeteringsslag, zodat het hoofd winkelcentrum van Leeuwarden een passende detailhandels-functie voor de regio kan vervullen, want die bleek toch niet te zijn wat het zou kunnen en zou moeten zijn. De concurrentie is groot en de consument vraagt naast verscheidenheid in aantrekkelijke winkels een prettig verblijfsklimaat. De binnenstad heeft de potenties om zich te kwalificeren ten opzichte van de concurrentie. Kansen liggen door benutting van de cultuur-historische elementen, de recreatieve waarde van de stad en door de aanwezigheid van water binnen het kemwinkelgebied. Integreren van deze elementen in een structuurverbeterings-plan kan de binnenstad van Leeuwarden een unieke positie geven. De beoogde kwaliteitsslag moest er toe leiden dat er meer gewinkeld wordt in plaats van kopen. Derhalve een groter aandeel van branches die uitnodigen tot recreatief winkelen in plaats van naar verhouding veel aanbod van dagelijkse goederen. Thematisering naar branche en marktsegment kunnen daaraan bijdragen. Voor een prettig verblijf is een betere circuitvorming noodzakelijk, en er moet meer ruimte voor de voetganger komen. Derhalve een autovrij kemwinkelgebied. Dat betekende dat de openbare ruimte zodanig heringericht moest worden dat de bezoeker/consument er langer verblijft. Inmiddels is basis van de Ontwikkelingsvisie een herinrichtings-plan opgesteld waarvan de uitvoering plaatsvond in een jaarlijks op te stellen Plan van Aanpak van de binnenstad. De voltooiing nadert komend jaar. De auto is uit het winkelhart geweerd; de openbare ruimte van het gehele hoofdwinkelcentrum is nagenoeg heringericht met nieuw materiaal en de fietsen kunnen ordelijker gestald worden door aanbrengen van een groot aantal fietsbeugels in het winkelgebied. Bovendien is de prijs van het stallen van de fiets in de fietsenkelder onder het winkelgebouw Zaailand verlaagd. Monitoronderzoek 2002. In 2001/2002 zijn de herinrichtingsmaatregelen, zoals door de gemeente uitgevoerd, onderzocht op hun effecten op het winkelbestand en op de waardering door de bezoekers aan de binnenstad en het hoofdwinkelcentrum. In deze binnenstadsmonitor is ingegaan op de sterke en zwakke punten van de binnenstad, op het bezoekersgedrag, op het aanbod en de aanbodstructuur, de kwaliteit daarvan en het economisch functioneren van de detailhandel; dat alles vergeleken met de bevindingen in 1994. Hieronder de integrale tekst van de conclusies. Stadsontwikkeling en Beheer team economie versie 29 aug.. 2003 pagina B appendix Omvangrijk winkelaanbod Leeuwarden heeft ten opzichte van naar inwonertal vergelijkbare plaatsen een omvangrijk hoofdwinkelapparaat. Het winkelaanbod is met een omvang van circa 73.000 m2 verkoopvloeroppervlak (wvo) bijna 15% groter dan het landelijk gemiddelde. De gemiddelde winkelomvang in de binnenstad van Leeuwarden is bijna 30% kleiner dan gemiddeld. Het aantal winkels in de binnenstad is daarentegen bijna 60% groter dan in vergelijkbare plaatsen. De totale omvang is sedert 1995 toegenomen met bijna 2.000 m2 wvo. De relatief grootste groei heeft plaatsgevonden in de branches 'persoonlijke verzorging', 'sport en spel' en 'hobby'. In de branches 'doe het zelf en 'antiek en kunst' is er sprake van een relatief grote afname van het aanbod. .In de binnenstad van Leeuwarden is de verkoopruimte in de dagelijkse artikelen- sector bijna 25% kleiner dan in vergelijkbare steden. Met name het aanbod in de dagelijkse artikelensector is beperkt. De niet-dagelijkse artikelensector is ruim vertegenwoordigd, zowel wat betreft het aantal winkels als de totale omvang in m2wo. In vergelijking met diverse andere steden is het percentage zaken dat zich in het bovengemiddelde marktsegment bevindt redelijk hoog. Het aandeel van het winkelaanbod in het lagere marktsegment is in vergelijking met 1995 iets toegenomen. Positief is dat in vergelijking met 1995 de presentatie van de winkels is verbeterd: 17% van de winkels zich goed, in 1995 was dat nog 10%. Sterke gebieden zijn de Sint Jacobsstraat, het gebied rond het Naauw, delen van de Nieuwestad en de Kleine Kerkstraat. De afgelopen jaren is de filialisering in Leeuwarden (en andere Nederlandse binnensteden) toegenomen. Leeuwarden volgt de landelijke trend, de waarde ligt echter nog onder het gemiddelde voor Nederlandse binnensteden. Sterk horeca-aanbod De binnenstad van Leeuwarden heeft een sterk horeca-aanbod, in totaal zijn er 157 horecazaken gevestigd. Na detailhandel is dit qua omvang de tweede functie in de binnenstad. In vergelijking tot andere steden beschikt Leeuwarden dan ook over een relatief groot horeca-aanbod in de binnenstad. De horecafunctie wordt nog versterkt door de clustering van het aanbod. Sterk geconcentreerd horeca-aanbod heeft in principe grotere autonome trekkracht dan gespreid gevestigde horeca. Historische ambiance De binnenstad van Leeuwarden bestaat uit een aantal deelgebieden, die onderlil soms sterk van elkaar verschillen wat betreft functie, beleving en fysiek-ruimtelijke aspecten. Dat maakt de binnenstad zeer divers. In de ruimtelijke structuur van de binnenstad zijn elementen terug te vinden die hun oorsprong hebben in de middeleeuwen. Hierdoor heerst er in delen van de binnenstad een historische ambiance wat de aantrekkelijkheid voor een bezoek aan de binnenstad ten goede komt. Bezoekers De bezoekers aan de binnenstad zijn vergeleken met 1994 gemiddeld wat ouder. Dit wordt met name veroorzaakt door de vergrijzing van de bevolking. Ook bezoeken mannen vaker dan voorheen de binnenstad, een trend die ook landelijk is te zien. In vergelijking met 1994 gaat men ook vaker met 2 personen naar de binnenstad in plaats van alleen. Dit wordt mede veroorzaakt doordat een bezoek aan de binnenstad meer en meer wordt gezien als een uitje, waarbij het funshoppen een steeds belangrijker plaats inneemt. De bezoekfrequentie van de bewoners uit Leeuwarden neemt af. Vanuit de regio neemt dit nog sterker af. Het bezoekdoel 'winkelen' (doelgericht een bezoek brengen aan de binnenstad met het doel iets specifieks te kopen) neemt af vanuit Leeuwarden. Het bezoekdoel 'boodschappen doen' (het kopen van onder andere dagelijkse artikelen en ander aanbod dat men vaak koopt, zoals bloemen) neemt eveneens af, zeker vanuit de regio en verder. Het bezoekdoel 'recreatief van buiten de regio neemt toe. Dit is terug te voeren op het al eerder gesignaleerde trend van het funshoppen. De bestedingen aan dagelijkse artikelen nemen relatief af, vooral van buiten Leeuwarden. Dit heeft vooral te maken met het feit dat afstand en bereikbaarheid voor de consument steeds belangrijker worden. Dit betekent dat boodschappen doen tegenwoordig voor een groot deel wordt gedaan in de eigen omgeving, waar vaak ook goede voorzieningen op dit niveau aanwezig zijn. Stadsontwikkeling en Beheer team economie versie 29 aug.. 2003 pagina c

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2004 | | pagina 103