AKOESTISCH ONDERZOEK
BESTEMMINGSPLANPROCEDURES
Blad 10
Hoofdlijnen detailhandelsbeleid (1998)
Evaluatie detailhandelsbeleid (2000)
Groenbeleidsplan
Scholen onder dak (2001)
Jaarlijkse onderwijshuisvestingsprogramma's
Klimaatplan Leeuwarden 2003-2006 (november 2002)
Waterplan De Blauwe Diamant
Bij de voorbereiding van elk bestemmingsplan is aandacht
nodig voor hinder vanwege wegverkeersgeluid,
spoorweggeluid en industriegeluid. In onderstaande is
aangegeven welke aspecten in het kader van een
bestemmingsplanprocedure onderzocht dienen te worden.
De noodzakelijke invoergegevens worden via de sector milieu
van de Gemeente Leeuwarden verstrekt
Voor de eisen die gesteld worden aan de rapportage wordt
verwezen naar de 'Checklist akoestisch onderzoek
wegverkeerslawaai
1. BESTAANDE SITUATIES:
Wegverkeersgeluid
Wanneer delen van het plangebied binnen zones van wegen
liggen moet van die betreffende wegen de 50 dB(A)- en
de 55 dB(A) contour (evt. 65 dB(A)-contour) in beeld
gebracht worden. Hierbij dient uitgegaan te worden van
de toekomstige situatie, d.w.z. ca. 10 jaar na de
planprocedure
Voor de contourbepaling moet gerekend worden met een
waarneemhoogte van 5 meter ten opzichte van het
maaiveld. Bij de berekening van de contouren hoeft geen
rekening gehouden te worden met eventuele afscherming
van gebouwen. Alleen in specifieke situaties, waar
sprake is van geluidschermen of - wallen, moeten deze
bij de berekening betrokken worden.
De contouren dienen de geluidsbelasting inclusief
correctie op grond van artikel 103 Wet geluidhinder weer
te geven.
Bij de weergave van de contouren moet - indien
mogelijk - de grootschalige basiskaart van de Gemeente
Leeuwarden gebruikt worden (GBKL) als ondergrond.
Blad 11
Spoorweggeluid
Wanneer delen van het plangebied binnen zones van
spoorwegen liggen moet van die betreffende spoorwegen
de 57 dB(A)- en de 65 dB(A) contour (evt. 70 dBA)-
contour) in beeld gebracht worden. Hierbij moet
uitgegaan worden van de toekomstige situatie, d.w.z. ca.
10 jaar na de planprocedure.
Industriegeluid
Wanneer delen van het plangebied binnen een vastgestelde
geluidszone van een industrieterrein liggen, moet de
betreffende geluidszone op de kaart van het plangebied
weergegeven worden.
2NIEUWE SITUATIES
Nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen zones van
bestaande spoor)wegen
Wanneer nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen zones
van bestaande (spoor)wegen worden gepland, moet het
geluidsniveau terplaatse van deze geprojecteerde
geluidsgevoelige bestemmingen berekend worden. Daar waar
het geluidsniveau boven de voorkeursgrenswaarde ligt moet
het geluidsniveau zo specifiek mogelijk berekend worden,
d.w.z. per gebouw en per etage.
Bij de berekeningen moet uitgegaan worden van de
toekomstige situatie, ca. 10 jaar na de planprocedure.
Aanleg van nieuwe wegen:
Indien sprake is van projectie van nieuwe wegen in het
plangebied moet de verwachte geluidsbelasting ter plaatse
van bestaande en geprojecteerde geluidsgevoelige
bestemmingen die binnen de zones van de betreffende wegen
liggen berekend worden. Ook het geluidsniveau terplaatse
van geluidsgevoelige bestemmingen die buiten het
plangebied, maar wel binnen de zone van de betreffende weg
liggen, moet onderzocht worden. Ook in deze situaties moet
gerekend worden voor de toekomstige situatie, ca. 10 jaar
na de planprocedure.
Wijziging van bestaande wegen (reconstructies)
Bij wijziging van bestaande wegen in het plangebied moet
nagegaan worden of sprake is van een reconstructie in de
zin van de Wet geluidhinder Hiertoe moet de bestaande
situatie vergeleken worden met de situatie die naar
verwachting 10 jaar na de wijziging zal ontstaan. Wanneer
terplaatse van geluidsgevoelige bestemmingen sprake is van
een toename van 2 dBA) of meer, is sprake van een
reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder.
Nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen zones van
bestaande industrieterreinen:
Wanneer binnen de geluidszones van een industrieterrein
nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen worden gepland, zal
door de Milieuadviesdienst van de Regio Noord Friesland de