n
Z. Beleidsbegroting
2,1 Programmaplan: Programma Economie en Toerisme |3)
Effecten
Nulmt
ting
2005
2006
2007
2008
G
Toename gerevitaliseerde, nieuwe bedrijventerreinen
Indicator:
Aantal gerevitaliseerde, nieuw uit te geven ha. bedrijventerrein
(MOP)
2003
0 ha
0,9 ha
0,9 ha
0,9 ha
0,9 ha
Vastgoedbeheer
H
Het strategisch vastgoed verkeert in een goede
onderhoudsstaat. Het niet-strategisch vastgoed wordt
vermarkt.
Indicator:
Aantal panden dat bij actualisering onderhoudsplannen niet
voldoet aan de norm
0
0
0
0
Grondzaken
I
IJzeren voorraad uitgeefbare bedrijfsterreinen
Indicator:
IJzeren voorraad is 35% van uitgegeven bouwterreinen
laatste 10 jaar
35%
35
35%
35%
Toerisme
J
Bekendheid Leeuwarden t.a.v. ieisuremogelijkheden
Indicator:
Aantal leisure producten die worden gerealiseerd op gebied
van informatievoorziening en evenementen (MOP)
3
K
Positieve waardering van bezoekers over promotie van
Leeuwarden.
Indicator:
Aandeel bezoekers met positief oordeel over promotie
Leeuwarden bedraagt 50% in 2009 (MOP)
27%
L
Groei van aantal overnachtingen pleziervaart
Indicator:
Aantal overnachtingen pleziervaart neemt toe tot 11.000 in
2008
9.500
11.000
M
Groei van aantal overnachtingen in hotels en op campings
Indicator:
Aantal overnachtingen in hotels en op campings neemt toe tot
104.00 in 2008.
99.000
104.000
Markten en standplaatsen
N
Het aantal kramen van bestaande weekmarkten en
bloemmarkt is stabiel.
Indicator:
Aantal kramen op weekmarkt en deelnamelijst bloemenmarkt.
O
De afname van het aantal standplaatsen is beperkt.
Indicator:
Inkomsten uit verhuur standplaatsen blijven stabiel.
Recreatiegebieden
P
Toename van het percentage Leeuwarder bezoekers van
recreatiegebieden:
Indicator:
Het Leeuwarder Bos
Groene Ster
Froskepölle
33
61
21
40
60%
25%
45%
65%
25%
Q
Toename waardering van het bezochte recreatiegebied met
"hoog"
Indicator:
Het Leeuwarder Bos
Groene Ster
Froskepölle
50
78%
60
60%
75%
60%
65%
80%
60%
Kermissen
Stabilisering attracties en selectie op kwaliteit
Indicator:
Aantal attracties
30
30
30
30
30
36
2, Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Economie en Toerisme (3)
Stand van zaken
Werkgelegenheid
Tabel Werkgelegenheidsontwikkeling Leeuwarden versus Noord-Nederland en Nederland
Banen van werknemers
CBS
WGR
Procentuele verandering
ult95-ult02
ult99-ult02
ult01-ult02
mei95-mei03
mei00-mei03
mei02-mei03
Provincie Groningen
18,6
6,1
1,2
21,7
3,2
-0,2
Provincie Friesland
27,0
8,1
2,1
21,2
5,5
-0,9
Provincie Drenthe
23,1
5,1
1,3
14,4
-1,6
-0,4
Gemeente Groningen
22,2
7,2
0,6
19,7
7,4
-1,7
Gemeente Leeuwarden
21,3
4,3
-0,3
19,5
6,9
-0,9
Nederland
24,3
5,4
0,9
bron: CBS en WGR
Volgens CBS-cijfers, groeide de Friese werkgelegenheid tussen ultimo 1995 en ultimo 2002 harder
dan het landelijke gemiddelde, waar Groningen en Drenthe wat achterbleven. De groei van
Leeuwarden blijft wat achter, zowel in vergelijking met Friesland als Nederland. Volgens de cijfers van
het werkgelegenheidsregister, waarbij het gaat om banen van 15 uur per week en meer, groeit de
werkgelegenheid in Leeuwarden tussen mei 2000 en mei 2003 (wel) harder dan in de provincie
Friesland, terwijl (ook volgens deze bron en definitie) de groei in de tweede helft van de jaren negentig
achterbleef.
Ondernemersklimaat
Op het onderdeel ondernemersklimaat wordt een stabilisering beoogd. Belangrijk onderdeel van de
waardering wordt bepaald door de gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers. Hiervoor is op
projectbasis een servicepunt bedrijven ingericht, waarbinnen vraaggericht ondernemers worden
geholpen. Deze processen worden bijgehouden in een klantvolgsysteem dat zo veel mogelijk zal
worden ingebed in de bestaand organisatie, gezien het project servicepunt bedrijven aan het eind van
2004 zal aflopen.
Starters
Met het opstellen van het MOP 2005-2009 is opnieuw gekozen voor het onderwerp starters als thema
voor economisch beleid maar met een andere indicator, waardering voor het startersklimaat. Deze
indicator wordt bijgehouden in de benchmark ondernemingsklimaat van het Grote Stedenbeleid.
Innovatie
Binnen de hoofddoelen is voor de komende MOP-periode veel aandacht voor innovatie in het
bedrijfsleven. Binnen de ERBO-enquête van de Kamer van Koophandel blijkt dat innovatie in
Leeuwarden binnen Friesland er weliswaar relatief goed voorstaat (in 2003 zegt 50% van de bedrijven
aan innovatie te doen), maar dat de situatie voor verbetering vatbaar is. Hiervoor zijn binnen het MOP
nieuwe indicatoren voorgesteld, die vooral zijn gericht op verbeteren van samenwerking tussen
kennisinstellingen en bedrijfsleven en van het marktgericht werken binnen de kennisinstellingen.
Hiervoor zijn twee indicatoren benoemd, het aantal nieuwe bedrijven als gevolg van activiteiten binnen
de kennisinstellingen en demonstrators1.
Bedrijfslocaties
Kenmerkend voor de Leeuwarder kantorenmarkt is, dat in bijna alle gevallen in opdracht wordt
gebouwd of dat bij de start van de bouw reeds de huurder vast staat. De nieuwbouw waarbij de
gebruiker reeds bekend is, bestaat voornamelijk uit op maat gemaakte grotere objecten van boven de
2000 m2 bvo. Het aanbod van leegstaande kantoorpanden is voor een belangrijk deel als
frictieleegstand te kwalificeren. Na een toename van het aanbod in 2002/3 is er nu sprake van daling
van het leegstandpercentage. Met name in het segment grotere kantoorruimten (2.000 m2 en meer) is
er sprake van krapte. Hoewel de bouw van nieuwe kantoorruimten tot stilstand is gekomen, zou er nu
ruimte zijn voor nieuwe ontwikkelingen.
In het kader van het thema 'verminderen verouderde bedrijventerreinen' worden momenteel middelen
uit SIOF en ISV (zie ook aanvraagformulier SIOF) ingezet op het revitaliseringpian Leeuwarden-West
Onder demonstrators worden pilot-projecten verstaan die de haalbaarheid van nieuwe producten en marktconcepten in de
praktijk moeten aantonen gecombineerd met een businessplan hoe hiervoor een bedrijf kan worden opgericht.
37