«i'l| 4
Blad 4
N'
Criteria
Waar
A: Score
van een
B: Score
Woonboot
C: Score
Zuider-
deri
locatie in
Blokhuis
grachtswa
ng
de
Zuidoost
hoek
binnenstad
1
1.
Overlast omwonenden:
a
geen mensen
ondervinden hinder
b.
weinig mensen
ondervinden hinder
-
-
-
c
veel mensen
ondervinden hinder
2
Overlast door
aanlooproutes
a
geven geen overlast
b.
geven weinig overlast
-
-
c
geven veel overlast
3
Ligging t.o.v.
woonfuncties
a
in directe nabijheid
b.
op geringe afstand
c
geen
4
ligging t.o.v.
dagopvang
a
bij elkaar in
b.
dicht bij elkaar
c
ver van elkaar
-
5.
Veiligheid openbare
ruimte
a
gunstige omgeving
b.
redelijk gunstige
omgeving
-
c
ongunstige omgeving
6.
Kosten exploitatie
a
relatief veel kosten
--
--
--
b.
relatief minder
kosten
7.
Eenmalige kosten
a
relatief veel kosten
-
-
-
b.
relatief minder
kosten
8.
Bestemming van het
pand
a
heeft
maatschappelij ke
bestemming
b.
bestemming aan te
passen
-
-
-
Blad 5
9.
beschikbaarheid van
het pand
a
is nu beschikbaar
b.
is tijdelijk
beschikbaar
c
is in de toekomst
beschikbaar
d.
is niet beschikbaar
en valt af
eind
e
10
Attitude bewoners
a
positief
b.
neutraal
c
negatief
-
-
totalen
8—en 2++
8—en 3++
2 - - en
11++
Een korte toelichting op de afweging van de scores maakt het
toekomstige afwegingsproces inzichtelijk. In deze toelichting zijn
alleen de onder a. en bstaande opties met elkaar vergeleken.
Ad1De overlast voor omwonenden zal op grond van hun situeringen
nauwelijks van elkaar verschillen, omdat de twee mogelijke
locaties geen van allen in een erg dynamische (woon-) omgeving
opereert. De eventuele verschillen tussen de locaties
rechtvaardigen derhalve ook geen verschillende scores op dit
punt
Ad.2: De overlast tussen de twee mogelijke locaties zal ook geen
significante verschillen aangeven, omdat er bij deze beide
locaties looplijnen en routes ontstaan tussen dagopvang en
gebruiksruimte. En hiermee ontstaan er mogelijke overlast
situaties. 3
Ad.3: Het verschil in overlast dat door de ligging t.o.v.
woonfuncties zou kunnen ontstaan, zal waarschijnlijk niet erg
veel van elkaar verschillen en over het algemeen zal deze ook
gering zijn. Indien de woonboot aan de noordzijde van de
Zuidergracht tussen de loopbrug en het Blokhuis kan komen te
liggen, zal de score van de woonboot optie hier één plusje
positiever worden.
Ad.4: Het nadeel van een locatie voor een gebruiksruimte neemt toe
als de afstand tot de dagopvang groter wordt. Dit wordt zowel
door de hulpverlening als de gebruikers zelf aangegeven. 4
Ad.5: Van groot belang om de openbare ruimte beheersbaar te
houden is bijvoorbeeld of er mogelijkheden zijn om effectief
toezicht te kunnen houden. Het toezicht bij beide de
locaties lijkt redelijk goed uit te voeren. Echter
rondhangen wordt bij het Blokhuis wel weer wat meer in de
hand gewerkt door de aanwezigheid van bankjes en andere
zitmogelijkheden. Nadeel hiervan is vooral, dat de
3 Een aan dagopvang gekoppelde gebruiksruimte kent een inpandig gebruik, er ontstaan dus geen extra
looplijnen. Er zal ook geen extra toeloop komen waardoor de overlast in de directe omgeving van de
dagopvang nadelig zou kunnen worden beïnvloed, omdat de nieuwe situatie qua toeloop niet of nauwelijks
met de huidige bestaande situatie van de dagopvang zal verschillen.
4 Bovendien zouden de gebruikers in dat geval ook niet meer de stad in te hoeven, anders dan om voor de
bevoorrading van de middelen te zorgen, hetgeen beduidend minder overlast veroorzaakt.