2. Be;eicsbsgroting 2.1 Programmaplan: Programma kliii&u (13)
Verschillende schaalniveaus, variërend van mondiaal tot lokaal
Drie maatschappelijke domeinen: een economisch, fysiek en sociaal-cultureel domein.
Milieubeleid richt zich met name op het fysieke domein.
I Effecten
Nulme
ting
2005
2006
2007
2008
1 Inzameling afval
A1
De milieudruk wordt verlaagd door verhoging van het
hergebruikpercentage huishoudelijk afval
Indicator:
Hergebruikspercentage huishoudelijk afval
2001
39%
50%
50%
A2
De jaarlijkse stijging van de afvalstoffenheffing wordt beperkt
tot de loon- en prijsindexering
Indicator:
Jaarlijkse stijging afvalstoffenheffing
2005:
100%
Riolering
B1
Onderhoud van de straatkolken
Indicator:
Tevredenheid burgers over het onderhoud straatkolken
42%
44%
46%
B2
Wateroverlast
Indicator:
Afname van het aantal klachten in het meiddesk systeem met
betrekking tot wateroverlast op straat
48
55
50
I Milieu-ZDuurzaamheids beleid:
Algemeen
C1
De duurzaamheid van herstructureringswijken en
nieuwbouwgebieden
Indicator:
Duurzaamheid uitgedrukt met behulp van het
duurzaamheidskader (meetinstrument)
2004
(=100)
>100
>100
>100
>100
C2
Luchtkwaliteit
Indicator:
Luchtkwaliteit voldoet aan wettelijke normen van het Besluit
Luchtkwaliteit
2002
100%
100%
100%
100%
C3
Geen afbraakproducten chemische onkruidbestrijding naar
oppervlaktewater Indicator:
geen emissie afbraakproducten
2004
100%
100%
100%
100%
C4
Elf-straling (Electromagnetisch Laagfrequente straling)
Indicator:
De landelijke norm voor Elf-straling in de woonomgeving
wordt niet overschreden.
2003
(lager
dan
landelij
ke
prenor
m)
100%
100%
100%
100%
Mi lie
Ener
u-/Duurzaamheidsbeleid:
gie/Klimaat, Duurzaam bouwen en inrichten
D1
Vermindering C02-uitstoot:
Indicator:
De gemeente voldoet aan het Kyoto-protocol, dwz minus 6%
C02-uitstoot in 2010 ten opzichte van 1990
+6%
+6%
+4%
+2%
0%
D2
Besparing op energie en stimulering duurzame
energieproductie
Indicator:
4% opwekking van duurzame energie in totale
energieproductie en 4 gerealiseerde projecten op het gebied
van energiebesparing of duurzame enerqie (MOP)
0,5%
1%
2,5%
3%
3,5%
D3
Woning- en utiliteitsbouw
Indicator:
90% van de nieuwbouwwoningen voldoet aan lijst duurzaam
bouwen; 80% van de renovaties voldoet aan lijst duurzaam
renoveren; duurzame inrichting is een begrip bij
stedenbouwkundige projecten
nvt
90%
90%
90%
90%
Milieu-ZDuurzaamheidsbeleid:
Water
100
2. Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Svliïieu (13)
Effecten
Nulme
ting
2005
2006
2007
2008
E1
Uitvoering van een aantal gezamenlijke waterprojecten.
Indicator:
Toename van het aantal projecten dat met een externe partij
wordt uitgevoerd.
2000
50%
70%
85%
100%
E2
Verbeterd woon- en werkklimaat in Leeuwarden door.meer
aandacht voor het water. Door belevingsaspect is deze
doelstelling niet SMART te formuleren
E3
Genereren externe financiering door samenwerking met
andere parijen.
Indicator:
Percentage externe financiering in totale kosten van de
afzonderlijke projecten.
2000
25%
25%
25%
25%
Begraafplaatsen:
F
Voldoende voorzieningen treffen voor een waardige
teraardebestelling en instaan voor de grafrust en het in
gelegenheid stellen tot een goede rouwverwerking
Indicator:
Voldoen aan de vraag.
100%
100%
100%
100%
100%
I Lijkbezorging:
G
Verzorging van de teraardebestelling van een stoffelijk
overschot indien niemand daar in voorziet
Alle
gevall
en
alle
gevall
en
Alle
gevall
en
Alle
gevall
en
Bedrijven:
H1
Het bedrijvenbestand van de gemeente Leeuwarden is
compleet en actueel.
Indicator:
Percentage juiste vermeldingen in het bestand.
95%
95%
95%
95%
H2
De bedrijven weten aan welke regels zij moeten voldoen om
hun onderneming op een milieu-verantwoorde manier te
kunnen runnen
Indicator:
Percentage bedrijven bekend met regels
80%
90%
90%
90%
H3
Misstanden worden opgespoord en ondernemers worden
houden zich aan de regels
Indicator:
Percentage bedrijven dat zich na de 1e hercontrole aan de
regels houdt.
80%
90%
90%
90%
H4
Eenheid van beleid tussen bedrijven die onder het provinciaal
of gemeentelijk bevoegd gezag vallen.
100%
100%
100%
100%
Bodem:
11
De bodemkwaliteit in Leeuwarden is zodanig dat er geen
risico's voor de volksgezondheid en het milieu bestaan en er
geen stagnatie optreedt in de ontwikkeling van de stad.
De bodemsaneringsoperatie is voor 2030 beheersbaar, dwz
de milieuhygiënisch urgente locaties zijn gesaneerd en
bodemsanering is geen hindermacht meer in de stedelijke
ontwikkeling.
Indicatoren bodemsanerings-prestatie -eenheden (MOP)
Aantal onderzoeken
Aantal saneringen
Gesaneerd aantal m2 verontreinigd oppervlak
Gesaneerd aantal m3 verontreinigde grond
Gezuiverd aantal m3 verontreinigd grondwater
2003
(aantal
onderz
oeken
2002)
127
6
1700
850
130
6
1700
850
130
6
1700
850
130
6
1700
850
130
6
1700
850
2500
2500
2500
2500
2500
12
Vrijkomende grond wordt verantwoord hergebruikt
Controle en handhaving van alle meldingen in het
kader van het bouwstoffenbesluit
Indicator:
Aantal meldingen/controles
2003
79
80
80
80
80
101